Refine your search
Magazine Title
Contributor
location city
Auteursrechten status
- Results per page : 50
levende geschiedenis van vrouwen in de Graalbeweging
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Emmerik, Ine van > (red.)
- Publish Year
- 2001
- Shelfmark
- A287 - A
- Thesaurus
- religieuze gemeenschappen, leken, vrouwenbewegingen, christendom, Nederland, 20e eeuw
- Description
- Deze bundel bevat 17 verhalen van vrouwen die geìnspireerd zijn door de Graalbeweging. Elk interview is voorzien van een portret getekend in houtskool, gemaakt door Anne de Smet. Het resultaat is een vorm van levende geschiedschrijving van de eerste jaren van de Graal beweging, de jaren dertig. Het boek is voorzien van een historische inleiding en wordt afgesloten met een artikel over de Graalbeweging in deze tijd.
Franciscanessen van Bergen op Zoom 1838-2013
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Verhoeven, Dolly
- Creator
- Heijst, Annelies van
- Publish Year
- 2013
- Shelfmark
- NED 8 2013 - B
- Thesaurus
- religieuzen, religieuze gemeenschappen, ziekenverzorgers, wijkverpleging, bejaardenverzorgers, zorgarbeid, tweede wereldoorlog, Nederland, 19e eeuw, 20e eeuw, biografische gegevens
- Description
- De Franciscanessen van Bergen op Zoom, oftewel de Zusters van ’t Ketrientje, kennen een lange traditie van zorg verlenen. In 1838 begonnen ze in het Algemeen Burgerlijk Gasthuis, waar ze zieken en gebrekkigen van verschillende gezindten verzorgden. Vanaf 1857 namen ze daarnaast weeskinderen onder hun hoede en in 1882 gingen ze bovendien zorgen voor bejaarden. Dat deden ze in het St. Catharinagesticht, waar ook het moederhuis van hun congregatie was gevestigd. Ook buiten Bergen op Zoom waren de zusters actief. Zo begonnen ze, ver buiten de Nederlandse grenzen, in 1933 een missie in Soekaboemie op Java. Gedurende de oorlogsjaren zaten daar twaalf van de missiezusters in een Jappenkamp. Na het zelfstandig worden van Indonesië kwam de buitenlandse tak van de congregatie steeds meer op eigen benen te staan, en in 1996 werd deze ook formeel zelfstandig. In de afgelopen 175 jaar verbonden zich bijna vierhonderd vrouwen voor het leven aan deze zustercongregatie. In de 21e eeuw is de congregatie aan het vergrijzen, net als andere religieuze congregaties in het Westen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, religieuze praktijken, kindermishandeling, kinderarbeid, dwangarbeid, moeder dochterrelatie, ouders kindrelatie, Nederland, 20e eeuw, 1950-1999, interview (vorm), oral history
- Description
- “Ik wil niet dat je zo slecht wordt als je moeder” DWRK02 is geboren te Den Haag op 4 maart 1943. Ze groeit op als middelste kind – ze heeft nog een oudere broer en een jonger zusje – in een katholiek gezin. Echt gelovig zijn ze niet. Moeder is huisvrouw, vader werkt in de horeca. DWRK02 voelt zich een ongewenst kind. Ze krijgt geen liefde, wordt nooit aangehaald, en krijgt altijd straf. Vanaf haar derde worden er lelijke dingen tegen haar gezegd, ze wordt uitgemaakt voor een vies, lui en langzaam kind. Ze vind het niet fijn thuis, ze is bang voor haar moeder. In haar herinnering worden haar broertje en zusje op een andere manier behandeld. Straf krijgt ze bijvoorbeeld omdat ze haar broertje niet goed naar school begeleidt, maar ook als ze ziek is, is het haar schuld. De ergste mishandeling die ze zich van moeder herinnert, is dat ze door haar tot bloedens toe geboend wordt, in het zicht van haar broer. Erover praten met anderen kan ze niet, moeder wil niet dat ze de vuile was buiten hangt. Ze gaat naar de kleuterschool. Ze mag geen vriendjes en vriendinnetjes mee naar huis nemen, en evenmin bij hen spelen. Financieel is het een ‘normaal’ gezin. Moeder is een knappe vrouw die zich veel bezighoudt met muziek en graag uitgaat. Vanaf haar twaalfde koopt moeder geen kleren meer voor haar, wast en verstelt ze evenmin. DWRK02 leest graag boeken, maar moeder verscheurt ze. Waarom? Terugkijkend noemt ze haar moeder een narcist. Hysterisch en sadistisch is ze. De buren hebben in de gaten dat er van alles mis is in het gezin, maar het lukt niet om in te grijpen. Ook vader geeft haar soms een pak slaag, waar moeder dan lachend bij staat te kijken. Als moeder in verwachting is van haar zusje, wordt DWRK02 op kostschool gedaan. Daar heeft ze het fijn, maar omdat moeder de school niet betaalt, moet ze er na anderhalf jaar weer vanaf. Ze gaat vervolgens naar een katholieke, particuliere meisjes mulo. Ook dat is van korte duur, omdat ze geld heeft gestolen. Moeder wordt uit de ouderlijke macht ontzet, vader doet zelfstandig afstand van de ouderlijke macht. DWRK02,- ze is dan veertien - komt onder voogdij te staan en wordt overgeplaatst naar de Goede Herder in Bloemendaal. Daar zal ze drie maanden ter observatie verblijven. Aan Bloemendaal heeft DWRK02 niet veel slechte herinneringen, de mensen zijn aardig en ze is er relatief vrij. Dan wordt ze geplaatst in de Goede Herder te Leiderdorp. De deuren gaan op slot. Ze krijgt een chambrette, een kastje en een teil om je in te wassen. Vanaf nu is ze een nummer. Ze gaat nog een jaar naar school, in Leiden. Een dag in de Goede Herder bestaat uit wassen, aankleden, op je knieën voor je chambrette het ochtendgebed, naar de kerk voor de heilige mis, je bed opmaken, ontbijten. Daarna aan het werk in de strijkkamer, naar de kerk voor het Lof, avondeten. ’s Avonds met de andere meisjes in de huiskamer, waar je geacht wordt ook nog iets nuttigs te doen, bijvoorbeeld naaien. Praten over privézaken is niet toegestaan. Om 21uur naar bed. Hoewel het regime streng is en ze veel straf krijgt, zijn er ook mensen waar ze goed bij terecht kan, zoals moeder Lioba. DWRK02 volgt een aantal cursussen, zoals steno en typen. Ze mag pianospelen, op ballet en toneel. Het werk dat ze doet – van maandag tot en met zaterdag – wordt niet betaald. Dit doet ze van haar vijftiende tot haar twintigste. Op haar twintigste verhuist ze naar een tehuis voor werkende meisjes in Scheveningen, ‘Claere Fonteine’, en ze gaat werken als typiste. Ze blijft daar tot december. Dan gaat ze de vrije wereld in. Ze geniet van het vrije leven en probeert alles in te halen. Ze trouwt en krijgt een dochter. Eenmaal zelf moeder begrijpt ze helemaal niet hoe haar moeder zo heeft kunnen zijn. Op de vraag waarom ze in deze instelling zo slecht behandeld werd, geeft moeder-overste als antwoord: “Ik wil niet dat je zo slecht wordt als je moeder”. Gevolgen heeft het zeker gehad, A. heeft altijd een schuldgevoel en is voortdurend bang om iets verkeerd te doen. Toch denkt ze dat ze het beter heeft gehad dan de anderen.
confidential enquiries into maternal deaths in the Netherlands 1993-2005
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Schutte, Joke
- Publish Year
- 2010
- Shelfmark
- Digitaal
religieuzen en de Tweede Wereldoorlog
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Dolfs, Chris > (red.)
- Creator
- Gennip, Joep van > (red.)
- Creator
- Savenije, Lennert > (red.)
- Publish Year
- 2016
- Shelfmark
- WER 8 2016 - B
- Thesaurus
- religieuzen, tweede wereldoorlog, verzetsbeweging, religieuze gemeenschappen, nationaal socialisme, daders, België, Nederlands-Indië, 1930-1939, 1940-1949, 20e eeuw, bundel
- Description
- Bundel artikelen over de geschiedenis van Nederlandse mannelijke en vrouwelijke religieuzen vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Inhoud: Chris Dols / Joep van Gennip / Lennert Savenije: Inleiding. Religieuzen en de Tweede Wereldoorlog: Marjet Derks: Oorlog in habijt. Hulp en verzet door vrouwelijke religieuzen tijdens de Tweede Wereldoorlog – een terreinverkenning: Jan Brauer : Grenskloosters en de naderende ‘Klostersturm’ : Religieuzen en de eerste confrontatie met de nazistaat langs de Nederlandse grens tussen 1930 en 1940: Paul Begheyn sj : De Nederlandse jezuïeten tijdens de Tweede Wereldoorlog: Johan Moris : ‘Onze L. Heer is goed met ons geweest’ : De salvatorianen in België tijdens de Tweede Wereldoorlog: Jan Jacobs : ‘Een gewelddadige adempauze in ons ministeriewerk' : De Nederlandse kapucijnen in de Tweede Wereldoorlog: Maaike Derksen : Onder Japanse bezetting. Nederlandse religieuzen op Java, 1942-1945: Marie-Antoinette Willemsen : Eén geloof – twee vijandige naties. Duitse en Nederlandse svd-missionarissen in Nederlands-Indië vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog: Joep van Gennip : Paters, pastoraat en politieke delinquenten. De rol van de Nederlandse jezuïeten bij de resocialisatie van politieke delinquenten na de Tweede Wereldoorlog
geschiedenis van de franciscanessen van Mariadal
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Willemsen, Marie-Antoinette
- Publish Year
- 2020
- Shelfmark
- NED 8 2020 - B
- Thesaurus
- religieuze gemeenschappen, religieuzen, rooms-katholicisme, historisch, Nederland, Engeland, Suriname, Curaçao, Chili, 19e eeuw, 20e eeuw, 21e eeuw
- Description
- Mère Joseph was een sterke, eigenzinnige vrouw die in 1800 op negentienjarige leeftijd intrad bij de Franciscanessen van Dongen. Twintig jaar later stichtte ze in Etten een nieuwe communiteit. In 1832 trok ze naar Roosendaal waar ze de basis legde voor de Congregatie Franciscanessen van Mariadal. De auteur volgt de ontwikkeling van deze congregatie vanaf het prille begin. De zusters werkten in verschillende vormen van onderwijs, maar waren in de twintigste eeuw ook actief in het Wit Gele Kruiswerk, het pastoraat en de bejaardenzorg. In het voetspoor van de stichteres leefden en werkten generaties krachtige vrouwen vanuit eenzelfde religieuze bevlogenheid.
over de rol van vrouwen in het Nederlandse landschap
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Backer, Anne Mieke
- Publish Year
- 2016
- Shelfmark
- NED 54 2016
- Thesaurus
- tuin- en landschapsarchitecten, hoveniers, godinnen, illustratoren, boerinnen, adel, vorstenhuizen, prostituees, ondernemers, pioniers, tuinieren, tuin- en landschapsarchitectuur, tuinbouw, kunstbeoefening, agrarisch onderwijs, kunstonderwijs, betaalde arbeid, vrouwbeelden, vrouwelijkheid, witte vrouwen, allochtonen, heilige teksten, platteland, religieuze gemeenschappen, literatuur, vruchtbaarheid, historisch, Nederland, Verenigd Koninkrijk, Duitsland, prehistorie, 14e eeuw, 15e eeuw, 16e eeuw, 17e eeuw, 18e eeuw, 19e eeuw, 20e eeuw, 21e eeuw, overzichtspublicatie, onderzoek, biografische gegevens
- Description
- Deze overzichtspublicatie is een verhalende wandeling door de Nederlandse tuingeschiedenis, waarbij de vrouw als gids is gekozen. En omgekeerd is het boek een geschiedschrijving van de Nederlande vrouw vanuit het perspectief van de tuin. Het gaat over de vrouw en de tuin als bijbelse metaforen, de eerste landbouwculturen rond 5000 v.Chr., naamloze boerinnen die plantenkennis doorgaven aan hun dochters, illustreren van getijdenboeken, tuinkunst van prinsessen en rijke grootgrondbezitsters, pioniersters in botanie met tulpenbollen, de tuin als literaire inspiratiebron, burgerdames, hoeren in parken, de tuin als metafoor voor de vrouw, de vrouwelijke vruchtbaarheid, de tuin als broodwinning, scholing, vrouwelijke tuin- en landschapsarchitecten, vroegst bekende ontwerp, internationaal bekende groenontwerpsterds en van het nieuwe stadstuinieren met allochtone vrouwen. Met noten, literatuur en register. Bevat beschrijvingen van: oergodin Isidis, Eva, Maria,Margaretha van Oostenrijk (1480-1530), Maria van Hongarije (1505-1558), Marie de Brimeu prinses van Chimay (ca. 1550-1605), Amalia van Solms (1602-1675), Louise Henriëtte van Oranje (1627-1667), Albertine Agnes van Oranje (1634-1696), Henriëtte Catharina van Oranje (1637-1708), Maria van Oranje (1642-1688), Sophie van de Palts (1630-1714), Margaretha Turnor (1613-1700), Flora, Agneta Block (1629-1704), Magdalena Poulle (1632-1699), Maria Sibylla Merian (1647-1717), Alida Withoos (1661?-1730), Mary Stuart II (1662-1694?), Henriëtta Amalia van Anhalt-Dessau (1666-1726), Maria Louise van Hessen-Kassel (1688-1765), Betje Wolff (1738-1804), Elisabeth Maria Post (1755-1812), Henriette Lavidis, Jane Loudon, Geertruida Carelsen (1843-1938), Louise van Loon-Borski (1832-1893), Johanna J. van der Vliet-Borski (1828-1912), Olga Burdet-van der Vliet (1858-1941), Marie van Reenen-Völter (1854-1925), Edwina van Heek-Ewing (1872-1945), Frederike van Uildriks (1854-1919), Jeannette van Zijdveld (1875-1958), Iep Faber (1899-1983), Renske Boon (1900-1985), Jakoba Mulder (1900-1988), Mien Ruys (1904-1999), Catharina 'Toos' Polak Daniels (1904-1989), Ellen Brandes-de Lestrieux Hendrichs (1928-2008), Elisabeth de Lestrieux Hendrichs (1933-2009), Jacqueline van der Kloet (1950), Bureau Bakker & Bleeker, Ank Bleeker, Petra Blaisse (1955), Caroline Zeevat.
het Poésie-album van Marie Porreij
- Categories
- Article/Artikel
- Magazine Title
- Historica
- Magazine Year
- 2015
- Magazine Number
- 2
- Creator
- Dieteren, Fia
vier congregaties in Nederland en de toekomst van hun missionair verleden
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Poels, Vefie
- Publish Year
- 2008
- Shelfmark
- WER 7 2008
- Thesaurus
- missie, religieuze functionarissen, religieuze gemeenschappen, rooms-katholicisme, spiritualiteit, historisch, Nederland, 20e eeuw
- Description
- Dit boek gaat over vier missiecongregaties: de Missiezusters van Onze Lieve Vrouw van Afrika, de Missiezusters Dienaressen van de H. Geest, de Medische Missiezusters en de Missiezusters Passionistinnen van de H. Gemma. Beschrijving van hun ontstaansgeschiedenis, hun missionaire spiritualiteit, hun vroegere en huidige activiteiten en hoe de zusters de toekomst zien.
- Categories
- Object/Object > Spoon/Lepel
- Creator
- Zilverstad Schoonhoven
- Thesaurus
- religieuze gemeenschappen, spiritualiteit, Nederland, 20e eeuw
- Description
- Zilveren lepel met het VHVF-logo en inscriptie 1939-1999.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, moeder dochterrelatie, vader kindrelatie, opvoeding, onderwijs, kinderarbeid, dwangarbeid, seksuele intimidatie, opvangcentra, hulpverlening, moederschap, Nederland, 20e eeuw, interview (vorm), oral history
- Description
- “Je kan beter strijden, dan slachtoffer zijn.” DWRK05 is geboren in 1961, te Utrecht. Vader werkt in de horeca, hij is van jongs af aan echt haar maatje. Hij verwent haar en geeft aandacht. Moeder houdt zich bezig met de opvoeding en corrigeert: daarnaast werkt ze in de huishouding bij andere gezinnen. Later blijkt dat moeder ook een aantal jaren bij de nonnen in Almelo heeft gezeten. Vanaf de peuterspeelzaal bezoekt DWRK05 katholieke onderwijsinstellingen. Haar ouders hebben een slecht huwelijk en scheiden als DWRK05 in de vierde klas zit. Ze wordt daar op school mee gepest en is daarom vaak boos en verdrietig, ze voelt zich niet meer veilig op school. Tegen haar zin moet ze bij haar moeder blijven wonen, waar ze veel ruzie mee heeft. Met het katholieke geloof heeft ze weinig meer, ze stelt te veel vragen en krijgt daarom straf. In de zesde klas mag ze naar een openbare school. Moeder krijgt een verhouding met een veel oudere man, waar J. zich erg tegen verzet. Vader ziet ze elk weekend. DWRK05 ontvlucht het huis en hangt veel op straat. Ze gaat, inmiddels 12 jaar, zelf naar de Raad voor de Kinderbescherming om hulp te vragen, maar ze mag nog steeds niet bij haar vader wonen. Wel vindt men het een goed idee als ze een jaar naar een tehuis zou gaan, voor werkende en studerende meiden (‘Het Baken’ in Utrecht). Ze blijft daar tot ca 1975. Inmiddels is moeder voogdes, en vader toeziend voogd. DWRK05 spijbelt veel van school, Via de Kinderbescherming wordt DWRK05 naar Huize Alexandra gestuurd, een instelling van de Goede Herder in Almelo. Huize Alexandra zit in een statig pand. Nadat vader haar aflevert, gaat de deur op slot. Zij krijgt een nummer en moet dit meteen in al haar kleding naaien. Daarna komt ze ‘op de groep’. Haar slaapplaats is een chambrette, op een grote slaapzaal. Een bed, een kast en een wasbak, met een gordijntje ervoor. De nonnen kiezen welke kleding in haar kast mag. Aan de eettafel heeft iedereen een vaste plek. Er wordt gebeden en je krijgt een boterham. Sommigen moeten afwassen. Dan in de rij naar boven, naar de naaizaal. Het werk bestaat uit etiketjes innaaien en handdoekjes omzomen. In een andere zaal wordt kleding genaaid. Een kleine pauze met koffie. De meisjes moeten hard en netjes werken. Tussen de middag is er warm eten. En een kleine versnapering (sigaretten of snoep), als je je goed hebt gedragen. Praten mag alleen in de groep, nooit met zijn tweeën. ’s Middags terug naar de naaizaal. Na de avondboterham zitten de meisjes in de huiskamer, waar je als groep gezamenlijk een TV-programma mag kiezen. Zaterdag en zondag naar de kerk. DWRK05 ervaart het als een gevangenis. Ze is vaak in verzet en wordt dan gestraft met eenzame opsluiting of intrekking van haar weekendverlof. De scholing, waar DWRK05 op gehoopt had, komt slechts langzaam en mondjesmaat op gang. Ze mag uiteindelijk een aantal vakken volgen. En daar examen in doen. Als ze alle vakken gedaan heeft, mag ze naar de mavo in Almelo. Als ze een weekend op verlof is in Utrecht, besluit ze om niet meer terug te gaan. Dat mislukt. Ze leert mee te bewegen met wat er van haar verwacht wordt, ondanks het onrecht dat haar wordt aangedaan. Uiteindelijk lukt het haar om met behulp van het JAC* in Almelo en de Belangenvereniging Minderjarigen** uit Alexandra te raken. DWRK05 is dan bijna zestien. Ze begint haar vrije leven in een studentenhuis in Enschede en krijgt een baan. *Jongeren Advies Centrum, opgericht in 1971 [red.] **Belangenvereniging Minderjarigen (BM), opgericht in 1971 [red.]
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, moeder dochterrelatie, vader kindrelatie, opvoeding, mishandeling, kinderarbeid, dwangarbeid, alleenstaande moeders, abortussen, Blijf van m'n Lijf, Nederland, 20e eeuw, 1960-1969, oral history, interview (vorm)
- Description
- “Als je niet opvalt, gaan ze ook niet over je vallen.” DWRK04 is geboren in Rotterdam (1953): haar moeder is dan alleenstaand. Als DWRK04 twee is, krijgt ze een stiefvader, die haar tot haar zevende probeert op zijn naam te zetten. Daar slaagt hij niet in. Vanaf dat moment is ‘vader’ niet meer aardig tegen haar. Ze moet het huis uit, naar een kolonie bij de nonnen. Daar zit ze een week of negen. Daarna woont ze weer twee jaar thuis, tot stiefvader haar probeert te wurgen. Vanaf haar negende gaat DWRK04 eerst naar oma, daarna naar ‘Intermezzo’* en naar het rooms-katholieke ‘Lucia’**, in Rotterdam. Ze wordt steeds plotseling uit huis gestuurd en zit korte periodes op veel plaatsen, ook in Schiedam, Oosterwijk en Oosterhout. Op een bepaald moment lijkt DWRK04 een patroon te zien: als haar stiefvader thuis komt – hij zit bij de Marine – wordt zij weer weggestuurd. Ze denkt dat moeder haar zo wil beschermen tegen haar stiefvader. Wanneer DWRK04 veertien is, mag ze naar haar tante in Breda, daar heeft ze het fijn. Maar ook hier wordt ze weggehaald en in 1967 naar ‘Larenstein’*** in Velp gebracht, onder het mom dat ze van huis is weggelopen. Ze krijgt een voogdes. In Velp heeft ze het niet prettig. Haar eigen kleren worden afgenomen, het is er somber, ze ervaart het als een gevangenis. Werken moet ze in de strijkkamer, van acht tot vijf. Betaald wordt ze er niet voor. Ze voelt zich heel alleen, echte vriendschappen zijn er niet, je bent altijd aan het werk. Wel haalt ze een huishoudcertificaat, na het intern volgen van de huishoudschool. Een dag op Larenstein betekent om 6 uur opstaan, wassen met koud water, aankleden, in de rij naar beneden. Alles in stilte. Praten mag je pas aan het ontbijt. Dan naar de strijkkamer. Het werk is zwaar en steeds staand, zelfs tijdens de koffie. Om 12 uur warm eten. Na de avondboterham is er vrije tijd om iets voor jezelf te doen. Een TV is er nog niet, wel een radio, hoewel de nonnen bepalen waar je naar luistert. Slapen doen ze in een chambrette, waar een bed in staat, een wasbak, een kledingkast en een stoel. Geen enkele privacy. Na 21 uur moet het stil zijn. Op zaterdag hebben ze een halve dag vrij. Ze moeten één keer in de week naar de kerk, en één keer per week biechten. Er wordt veel straf uitgedeeld (gedwongen voeden, kots opeten, minder sigaretten verdienen), maar DWRK04 probeert dat zo goed mogelijk te voorkomen: “Als je niet opvalt, gaan ze ook niet over je vallen.” Ze heeft heimwee en mist haar familie. Na twee en een half jaar in Larenstein, haalt vader haar in november 1969 op om naar huis te gaan. Ze is dan bijna zeventien. Ze kan meteen weer aan het werk, van de ene gevangenis naar de andere. Nu verdient ze wel geld, maar ze mag het niet houden. DWRK04 voelt zich monddood gemaakt, gewend om naar de pijpen van een ander te dansen. Altijd bang voor de gevolgen. Op latere leeftijd krijgt ze last van depressies. Haar leven komt uiteindelijk weer op de rails door contacten binnen de Evangelische gemeenschap, daar heeft ze de ware liefde van God leren kennen en wordt ze geaccepteerd zoals ze is. Haar ouders vergeeft ze, “dan kan je ook weer verder met je leven”. * Intermezzo is een opvanghuis [red.] **Het St. Lucia-gesticht, opgericht door de Paters Minderbroeders in 1866 [red.] ***Huize Larenstein is een van de huizen van de Goede Herder [red.]
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, mishandeling, seksuele intimidatie, onbetaalde arbeid, dwangarbeid, moeder dochterrelatie, vader kindrelatie, Nederland, 20e eeuw, 1950-1999, oral history, interview (vorm)
- Description
- DWRK03 is in Schiedam geboren (1947), als oudste van vier meisjes. Haar vader is schilder en lijstenmaker, moeder is huisvrouw. Ouders scheiden na de komst van het laatste zusje. Het gezin woont in Maastricht, waar DWRK03 ook naar de rooms-katholieke lagere school gaat. De katholieke inbreng is van vaders kant, moeder is niet religieus. DWRK03 zegt het goed te hebben bij haar moeder. Toch moet ze – als ze zeven of acht is – naar een kindertehuis voor meisjes én jongens, ‘De Kommel’, om de hoek bij haar lagere school. Waarom is haar nooit verteld, misschien door haar vader? Haar moeder zal haar – zonder succes – proberen terug naar huis te halen. Vader lijkt minder van haar te houden, maar echt slecht behandelt hij haar niet. DWRK03 moet nu naar Mook, waar het minder fijn is. Ze wordt meteen aan het werk gezet – ze is dan ongeveer 11 jaar – en wordt gestraft voor onhandigheid. Hierna moet DWRK03 naar een meisjesinternaat in Maastricht, geleid door nonnen en een priester. Daar is ook een schooltje, waar ze leert schrijven. Haar werk is voornamelijk van huishoudelijke en dienende aard. Ook hier wordt ze weer gestraft, veelal voor iets wat iemand anders heeft gedaan. Straf bestaat onder andere uit extra schoonmaakwerk en het intrekken van het weekendverlof. Na Mook moet DWRK03 naar de Goede Herder in Tilburg. De deuren gaan achter haar op slot, de ramen hebben spijlen. Het lijkt wel een gevangenis. Het grasveld is hoog ommuurd. Je hoort wel mensen en auto’s, maar zien kan je ze niet. Ze komt niet meer buiten. Ze is dan ca 15 jaar. In Tilburg slaapt DWRK03 in een chambrette. Na het opstaan en wassen moet ze naar de mis. Na het ontbijt meteen door naar de strijkkamer, waar ze ook moet stijven. Zwaar werk en heel vermoeiend, ze moet de hele dag staan. Bij thuiskomst meteen weer naar de mis en eten. ’s Avonds mag ze iets voor zichzelf doen, hoewel er ook huishoudelijke taken liggen. Op de enige vrije dag, zondag, mazen de meisjes truien, waar ze een sigaret mee verdienen. Alles gaat op slot, behalve de wc, die moet juist open blijven. En douchen moeten ze gezamenlijk. Intussen stichten de zusters van de Goede Herder in Someren een nieuw klooster, ‘Huize Witven’. Als dat in 1963 afgebouwd is, verhuist DWRK03 daarheen, met alle andere bewoners van de vorige instelling in Tilburg. Ze krijgt een eigen kamer. En ze kan meer naar buiten kijken, naar de bossen. Er is een TV. Verder is de dagindeling onveranderd. Vroeg op, naar de mis, hard werken in de wasserij, achter de mangel. Er wordt gewerkt voor hotels en restaurants. Betaald is ze nooit voor het werk, ze kreeg wel eens een fiets. Ook in Someren krijgt DWRK03 straf, omdat ze probeert weg te lopen naar haar moeder. Ze wordt een week opgesloten in een klein celletje. Als DWRK03 achttien is, mag ze buiten de instelling gaan werken. Als ze bijna twintig is, wordt ze zwanger en gaat bij haar moeder wonen. Ze staat dan nog onder voogdij. Terugkijkend realiseert DWRK03 zich dat ze nooit een echte ‘kinderjeugd’ heeft gehad, noch een puberteit. Ze noemt het een echte hel. En niet normaal dat je niet betaald krijgt voor dat vele werk. Maar ze is ook dankbaar dat ze er veel geleerd heeft, op huishoudelijk gebied. *Mook is een observatiehuis [red.]
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, religieuze praktijken, moeder dochterrelatie, ouders kindrelatie, opvoeding, kindermishandeling, kinderarbeid, dwangarbeid, moederschap, Nederland, 20e eeuw, oral history, interview (vorm)
- Description
- DWRK01 wordt in 1931 geboren in Den Haag. Daar woont ze ook nog ten tijde van dit interview in 2019: ze is dan 87. DWRK01 groeit op als tweede in een katholiek gezin met zeven kinderen: een oudere broer, onder haar nog een broer en vijf zusjes. Zelf blijkt ze aanvankelijk deel van een tweeling te zijn, iets wat ze pas op latere leeftijd ontdekt. Haar vader (1905-1957) is schilder van beroep. Geïnterviewde noemt hem een sul, die niet tegen haar moeder op kan. Moeder wordt in het interview ‘oliebol’ genoemd, dit omdat ze de naam ‘moeder’ niet verdient. Thuis worden de kinderen verwaarloosd en mishandeld, zes van de zeven kinderen zullen vroegtijdig uit huis gaan. De broertjes en zusjes worden gescheiden ondergebracht. DWRK01 belandt vanaf haar achtste jaar in het Haagse Groenestein, een grote Rooms-Katholieke instelling, die is bedoeld voor kinderen die niet goed opgevoed kunnen worden door hun ouders. Er heerst een streng regime, waar religieuze rituelen, (lagere) school en werk de belangrijkste plaats innemen. Ruimte voor vriendschappen en warmte is er niet of nauwelijks, het is niet makkelijk om iemand in vertrouwen te nemen. Er is geen enkele privacy – de meisjes sliepen in een chambrette met halfopen gordijn. Als mishandeling noemt DWRK01 onder andere het gedwongen eten van zout en dat ze van de trap wordt gegooid. Gestraft wordt je bijvoorbeeld voor het omkijken in de kerk, of voor het praten met andere meisjes. Na haar verblijf in Groenestein – ze is dan dertien – gaat DWRK01 terug naar het ouderlijk huis, waar haar moeder haar meteen weer uit werken stuurt. Als DWRK01 zeventien is, wordt ze opnieuw in een instelling geplaatst, nu in Larenstein – een van de locaties van de Goede Herder – te Velp. Dit is zo geregeld door haar moeder en een ‘voogd’. Was er in Groenestein nog enig ‘contact’ met de buitenwereld – ze zag soms in de verte mensen lopen – in Larenstein is dat volstrekt ondenkbaar, de instelling ligt diep verborgen in een groot bos. Ook hier weer een dagindeling die wordt gedomineerd door religieuze rituelen, te beginnen om 5 uur ’s ochtends met het ochtendgebed – plat op je buik bidden – en heel hard werken. Het meeste werk is vooral van huishoudelijke aard, zoals wassen, persen, verstellen, schoonmaken en koken. Onderwijs wordt in Larenstein niet gegeven. DWRK01 ervaart deze instelling als een gevangenis. Ze zal er tot haar 21e verblijven. Dan krijgt ze de mogelijkheid om zes weken de ‘wereld’ te verkennen, om te zien of ze het aankan. Mocht dat mislukken, dan kan zij terug naar Larenstein, om als ‘oblaat’ in het klooster te blijven dienen. DWRK01 heeft haar kans genomen, vast van plan om nooit meer terug te keren. Eenmaal in de buitenwereld, krijgt DWRK01 een aardige vriendin, die haar koppelt aan de man waarmee ze in 1956 zou trouwen en vijf kinderen krijgt. Haar man, aanvankelijk vrachtwagenchauffeur, krijgt later zijn eigen garage. Hij overlijdt in 1998. Anderhalf jaar later zou ook een van haar zoons overlijden. DWRK01 geniet intens van het moederschap en kan haar kinderen wél geven wat zij zelf zo node gemist had: genegenheid. Het huwelijk, de kinderen, een sterke wil, maar ook het schrijven van dagboeken – dit doet ze vanaf 1960 – hebben haar geholpen om alsnog een goed leven op te bouwen. Achterom kijken wil ze niet.
een geschiedenis van de Vrouwen van Bethanië
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Dorren, Gabrielle
- Publish Year
- 2021
- Shelfmark
- WER 8 2021
- Thesaurus
- religieuze gemeenschappen, rooms-katholicisme, missie, pastoraal werkers, historisch, Nederland, Oostenrijk, Italië, Verenigde Staten, Spanje, 20e eeuw, interview, naamlijst
- Description
- In 1919 werden de 'Vrouwen van Bethanië' opgericht door pater Jacques van Ginneken en Laurentius Wilenborg, met het idee dat religieus geïnspireerde vrouwen van hogere klasse het beste bekeringswerk konden doen in kringen van arme religieuzen. De Vrouwen van Bethanië vestigden zich in villa Kijkduin, het 'oefenhuis', in Bloemendaal, vanaf 1932 moederhuis genoemd toen de organisatie een religieuze congregatie werd. Ook vestigden ze zich in de grote steden in Nederland en in het buitenland: Oostenrijk, Rome, de Verenigde Staten en Spanje. Het eerste deel van het boek volgt de Vrouwen van Bethanië van hun oprichting tot het moment dat er in 2019 een einde kwam aan hun werkzaamheden als collectief. Het tweede deel bevat weergaven van gesprekken die met een twintigtal Vrouwen van Bethanië zijn gevoerd. Tevens zijn een lijst met de Bethaniëhuizen in Nederland en een ledenoverzicht opgenomen.
een herwaardering van de caritas bij de Arme Zusters van het Goddelijke Kind, sinds 1852
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Heijst, Annelies van
- Publish Year
- 2003
- Shelfmark
- B2922 - B
- Thesaurus
- religieuzen, religieuze gemeenschappen, rooms-katholicisme, liefdadigheid, dienstmeisjes, zorg, historisch, Nederland, 19e eeuw, 20e eeuw
- Description
- Via een exemplarisch onderzoek naar de religieuze zorgpraktijk van een in 1852 in Amsterdam gestichte zustercongregatie, wordt de betekenis van het liefdewerk gepeild.
geschiedenis van de Franciscanessen van Oirschot 1797-1997
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Monteiro, Marit
- Publish Year
- 2000
- Shelfmark
- B326 - B
- Thesaurus
- religieuze gemeenschappen, religieuzen, missie, huishoudelijke arbeid, onderwijs, zorgarbeid, historisch, Limburg, Nederland, Brazilië, 18e eeuw, 19e eeuw, 20e eeuw
- Description
- De auteur onderzoekt verschillen in beleving wat betreft het spanningsveld tussen actief apostolaat en contemplatie en de invloed hiervan op de kloostergemeenschap. Ze laat zien waar ontwikkelingen op spiritueel, institutioneel-bestuurlijk en organisatorisch niveau in elkaar grepen, elkaar versterkten of juist niet meer parallel liepen. Bevat bijlagen: Algemene oversten (1891-1997) en oversten van het district, later de provincie Brazilië (1943-1997): Novicemeesteressen in Nederland (1891-1967) en Brazilië (1943-1997): Lijst van communiteiten in Nederland en Brazilië (1797-1997).
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Rooijen, Martine van
- Contributor
- Schouwenburg, Hans
- Publish Year
- 2010
- Shelfmark
- NED 8 2010 - B
- Thesaurus
- religieuze gemeenschappen, kindertijd, jeugd, meisjes, rooms-katholicisme, 1900-1949, 20e eeuw, Nederland, biografische gegevens
- Description
- De auteur beschrijft de jeugd van haar moeder en tante, die opgroeien in een rooms-katholiek wees- en armenhuis, en geeft tegelijkertijd een beeld van het leven van jonge meisjes bij nonnen.
geschiedenis van een congregatie 1822-1962
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Driessen, A.M.A.J.
- Creator
- Ven, G.P. van de
- Publish Year
- 2015
- Shelfmark
- NED 8 2015 - C
- Thesaurus
- religieuze gemeenschappen, onderwijs, gezondheidszorg, oorlog en vrede, 19e eeuw, 20e eeuw, Nederland, Indonesië, India
- Description
- De congregatie van de Zusters van Jezus, Maria en Josef (JMJ) is voortgekomen uit een congregatie die in 1822 in Amersfoort werd gesticht door pater Mathias Wolff SJ. In 1840 kwam het tot een scheiding en vormden de zusters in het zuiden een zelfstandige congregatie. In 1857 werd het moederhuis gevestigd in Den Bosch. De zusters zijn vanaf het begin werkzaam geweest in het onderwijs. Ook toen zij vanaf 1850 de zorg voor ouderen en zieken op zich namen, bleef de nadruk liggen op het onderwijs. Rond 1900 werden de eerste zusters uitgezonden naar Indonesië om onderwijs te geven en vervolgens naar India, waar zij begonnen met gezondheidszorg.
geschiedenis van de Missiezusters van Asten vanaf 1913
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Poels, Vefie
- Publish Year
- 1997
- Shelfmark
- NED 7 1997 - B
- Thesaurus
- religieuze gemeenschappen, rooms-katholicisme, missie, Nederland, Indonesië, Brazilië, 20e eeuw, onderzoeksrapport
- Description
- Beschrijving van de geschiedenis van de congregatie en van de activiteiten van deze zusters die actief waren op bijna alle continenten. Naar verwachting zal de congregatie over enkele decennia in Nederland niet meer bestaan, maar in Indonesië en Brazilië zijn religieuze gemeenschappen ontstaan die voortborduren op de tradities van de missiezusters van Asten.
Ursulinen van Bergen 1898-1998
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Eijt, José
- Publish Year
- 1998
- Shelfmark
- NED 7 1998 - B
- Thesaurus
- religieuze gemeenschappen, religieuzen, rooms-katholicisme, zorg, onderwijs, missie, jubilea, Nederland, Noord-Holland, Oost-Afrika, 19e eeuw, 1890-1899, 20e eeuw
- Description
- Onderzoek t.g.v. het 100-jarig bestaan van de congregatie van de Ursulinen van Bergen, naar de activiteiten van de zusters op het gebied van interne en externe zorg. Aandacht voor het bewaar- en leerschoolonderwijs, het landbouwhuishoudonderwijs en de zwakzinnigenzorg. Ook komt het aandeel van de zusters in de Oost-Afrikaanse missie aan de orde.
twaalf vragen aan mannen
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Laudy, Cyriel
- Publish Year
- 1997
- Shelfmark
- NED 9 1997 - B
- Thesaurus
- geschiedenis, religieuze gemeenschappen, gescheiden onderwijs, historisch, Limburg, Nederland, 13e eeuw, 16e eeuw, 19e eeuw, 20e eeuw, biografie
- Description
- Jutta van Ravensberg (1230-1302), Rosa van Lima (1586-1617), Maria Teresa Tauscher (1855-1938), Céline Klinkenbergh (1890-1976), Willy Hillen (1896-1974) en over de Ursulinen in Sittard en het onderwijs (1843-1977).
klooster en meisjespensionaat in Vught 1903-1971
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Rogier, Nel van der Heijden
- Publish Year
- 2002
- Shelfmark
- B2830 - B
- Thesaurus
- religieuze gemeenschappen, internaten, wonen, religieuzen, Frans, meisjes, gescheiden onderwijs, taal, onderwijs, Noord-Brabant, Nederland, 20e eeuw
- Description
- Verdreven uit Frankrijk door de anti-religieuzenwetten vestigden zich rond 1903 de kanunnikessen van de H. Augustinus in Vught op het landgoed Eikenheuvel. Op het terrein verrees het gebouw 'Regina Coeli', dat bekendheid gekregen heeft als Frans meisjespensionaat. Tot 1935 werd daar opgeleid voor onderwijsaktes Frans, maar de meisjes kregen er ook een brede algemene culturele vormin. In 1935 werd de school als Middelbare Meisjesschool erkend. De zusters - inmiddels waren ook Nederlandse vrouwen ingetreden - verzorgden tevens kleuter- en lager onderwijs in de parochie. In 1963 is het Talenpracticum 'Regina Coeli' opgericht, dat landelijk bekend is geworden als 'Bij de nonnen van Vught' voor het bijspijkeren van vreemde talen.
- Categories
- Book/Boek
- Publish Year
- 1937
- Shelfmark
- NED 7 1937 - B
- Thesaurus
- religieuze gemeenschappen, religieuzen, missie, Nederland, 19e eeuw, 20e eeuw, fotoboek
de fascinatie voor een verborgen wereld
- Categories
- Article/Artikel
- Magazine Title
- Historica
- Magazine Year
- 1996
- Magazine Number
- 1
- Creator
- Eijt, José
- Thesaurus
- religieuze gemeenschappen, Nederland, 19e eeuw, 20e eeuw, lezing
- Description
- Betoog dat de auteur aan de verdediging van haar proefschrift 'Religieuze vrouwen: bruid, moeder, zuster. Geschiedenis van twee Nederlandse zustercongregaties 1820-1940' (1995) vooraf liet gaan.