Monografie van de architect Liesbeth van der Pol, waarin met foto's, plattegronden, tekeningen en aquarelschetsen twaalf van haar projecten worden belicht. In twee essays gaan Eelco Beukers en Geert Bekaert op zoek naar constanten in haar werk, die niet zozeer besloten liggen in het uiterlijk van de gebouwen, als wel in haar manier van kijken, haar aanpak en haar idealen over de relatie tussen mens en gebouw. Bevat tevens een overzicht van haar werk in de periode 1989-2002, een biografie en bibliografie.