De centrale vraag is óf en in welke mate er sporen van vrouwenteksten in de Hebreeuwse bijbel te vinden zijn. Daartoe is nagegaan hoe het begrip 'vrouwenteksten' te definiëren, gezien de complexiteit van de overleveringsgeschiedenis van de Hebreeuwse Bijbel en de anonimiteit van zijn schrijvers, tot welke literaire genres de als 'vrouwenteksten' te benoemen teksten behoren: wat de specifieke kenmerken van deze teksten zijn: in hoeverre de als 'vrouwenteksten' te benoemen teksten zich van vergelijkbare 'mannenteksten' onderscheiden.