Artikel op grond van het onderzoeksproject 'Jongeren en Arbeid' van de Rijksuniversiteit Leiden. Het blijkt dat jonge vrouwen en mannen slechts een diffuse oriëntatie op de arbeidsmarkt en op het verrichten van arbeid in het algemeen ontwikkelen. De beeldvorming over arbeid en arbeidsmarkt wordt vooral bepaald door de attitudes t.a.v. arbeid van de ouders en door de status (kenmerken) die bij de maatschappelijke positie van de ouders horen. Bij het denken en spreken over het zelf verrichten van arbeid nemen jongens hun vader en meisjes haar moeder als voorbeeld. Eén van de conclusies uit het bovenstaande is dat, wil men interveniëren in het sekse specifieke patroon waarbinnen arbeidsmarktcarrières gerealiseerd worden, de diverse (overheids-)campagnes zich uitdrukkelijk moeten richten op ouders.