Beschrijving van de literatuurkritische ontvangst, wetenschappelijke inbedding en het groteske in het werk van de auteur F. Harmsen van Beek, pseudoniem van Frederike Martine (Fritzi) ten Harmsen van der Beek (1927). Van den Oever bespreekt de theorie van het groteske als genre en onwikkelt een interpretatiekader waarmee het werk van F. Harmsen van Beek benaderd kan worden.