Na een kort overzicht van de recente geschiedenis van de feministische theorievorming gaat de schrijfster in op twee dilemma's, nl. die van 'het verschil en de gelijkheid' en de keuze voor het sekseverschil als uitgangspunt voor vrouwenstudies dan wel het onderzoeken van de 'vele verschillen in vrouwelijkheden'. Zijn dit ook werkelijk dilemma's?