De onderzoeksvraag in deze scriptie luidt: Is de wederzijdse toerekeningsmethode strijdig met de norm van gelijke behandeling als vastgesteld in art.1 Grondwet, de 'nieuwe' Wet Gelijke Behandeling, art.119 EEG-Verdrag, de EEG-Richtlijnen over gelijke behandeling, art.26 BuPo-verdrag en andere internationaalrechterlijke normen? Er wordt ingegaan op de systematiek van de aanvullende pensioenen en de AOW. Vervolgens een korte schets van het Nederlandse pensioensysteem, waarna een uitleg volgt van het begrip wederzijdse toerekening. Daarna wordt bekeken of een beroep op het EEG-recht mogelijk en ook eventueel succesvol is, wanneer het onderzochte discriminatoire aspect uit de aanvullende pensioenregelingen juridisch aangevochten wordt. Eveneens met betrekking tot het BuPo-verdrag en het Vrouwenverdrag
Gelijke behandeling in aanvullende pensioenregelingen is gebaseerd op het gebod van art. 119 van het EG-verdrag. Overzicht van verdragen en wetten, waarin het gebod tot gelijke behandeling is opgenomen. Verklaard wordt bij welke rechters en/of commissies een beroep op het gelijke behandelingsgebod kan worden gedaan.