Refine your search
Categories
Language
Contributor
Copyright Status
Refine your search
- Results per page : 10
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- huisartsen, vrouwen in mannenberoepen, VVAO, sociale klasse, zorgarbeid, betaalde arbeid, diversiteit, hoogleraren, vrouwenbewegingen, Nederland, oral history
- Description
- VH05 werd geboren in juni 1948 in Elsloo. Het interview begint met bespreking van haar ouders en haar jeugd. Haar moeder was onderwijzeres en haar vader was docent op een muziekschool. Omdat er niemand in het gezin studeerde of gestudeerd had, was dit ook niet iets wat haar ouders en zijzelf voor ogen hadden toen VH05 naar het gymnasium in Maastricht ging. Het hoofd van haar voormalige lagere school moedigde haar aan om dit wel te gaan doen. Ze vertelt vervolgens uitgebreid over zowel haar lagere als middelbare schooltijd. Beide heeft ze als zeer plezierig ervaren. Een thema dat steeds terugkomt in haar verhaal is haar ervaring als kind uit een, in haar eigen woorden, laag milieu tussen kinderen uit een hoog milieu. Hierna gaat het interview verder over haar studententijd in Nijmegen, waar ze geneeskunde gaat studeren. VH05 herinnert zich dat ze “echt uit het gezin vertrok” en vol voor het leven in een nieuwe stad ging. Ze vertelt uitgebreid over haar studie en studententijd. Ze werd lid van een meisjes-dispuut van een studievereniging en hier kwamen veel fijne vriendschappen uit voort. Toen ze tijdens haar tweede studiejaar zwanger werd van haar eerste kind, heeft ze, zo zegt ze, veel steun gehad aan haar dispuutvriendinnen. Ook zegt ze dat het haar en Bert - haar ‘eerste echte liefde’ met wie ze ook meteen trouwde - vanaf het begin duidelijk was dat ze het kind zouden houden. Ze vertelt verder dat het weinig invloed had op haar studieverloop, in haar eigen woorden kon ze studie met moederschap goed combineren: drie maanden na de bevalling behaalde ze haar kandidaatsexamen. Door elkaar af te wisselen tijdens het lopen van coschappen, lukt het haar en Bert om op dezelfde dag samen af te studeren. Het gesprek gaat verder over hoe dit de tijd was waarin de vrouwenbeweging actief was en ze hierbij betrokken raakte. Samen met een groep ouders richtten ze een alternatieve crèche op, die opereerde vanuit een antiautoritaire filosofie. Ook vertelt ze dat ze zich in een interessante positie bevond als nieuwe generatie vrouwelijke arts, ten opzichte van de veel grotere groep mannelijke artsen. Het gesprek gaat vervolgens verder over de kinderen en haar broer en zussen. Hierna vertelt ze dat ze na haar studie de ambitie had om samen met Bert een huisartsenpraktijk op te richten. In eerste instantie solliciteerde ze bij andere praktijken maar ze werd afgewezen omdat, zo zeiden de huisartsen, hun patiënten geen vrouwelijke arts wilden. Ze was op dat moment de tweede vrouwelijke huisarts in Nijmegen. De praktijk waar ze uiteindelijk terecht komt, zal ze een paar jaar later ook overnemen. Die eerste jaren omschrijft ze als zwaar, omdat ze veel vrouwelijke patiënten aantrok die, zo meent ze, vaak onrealistisch hoge verwachtingen van haar hadden. Het gesprek gaat verder over de VVAO, een vereniging voor vrouwelijke artsen waarvan VH05 een van de oprichters is. De vereniging hield o.a. werkgroepen voor het leren omgaan met de moeilijke positie van vrouwelijke artsen in de gezondheidszorg. Ze zegt veel steun van de groep te hebben gehad. Naast haar huisartsen-werk gaat ze ook nascholingen aan artsen geven en promoveren in Nijmegen. Hierna volgt de aanstelling als hoogleraar Sekse specifieke Geneeskunde. Ook vertelt ze uitgebreid over haar specialiteit in sekse en diversiteit: dit waren zaken waarvoor nog weinig aandacht was in de geneeskunde. Ze omschrijft hierbij hoe druk het was om al haar werkzaamheden als arts, docent en hoogleraar te combineren, en welke veranderingen ze in haar vakgebied heeft waargenomen en waarvoor ze zichzelf actief heeft ingezet. Zo vertelt ze hoe ze protocollen opgesteld heeft en opvangvoorzieningen heeft geregeld voor vrouwelijke slachtoffers van seksueel misbruik. Een centraal thema in haar werk, zo geeft ze aan, is ‘vrouwen’. Zo besteed ze als wetenschapper veel aandacht aan vrouw-gerelateerde zaken, en was ze betrokken bij een meervoud aan projecten over vrouwspecifieke zaken. De vrouwenbeweging en haar positie als vrouwelijke arts hebben hier veel invloed opgehad.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Description
- VH03 werd geboren op 18 februari 1941, in Utrecht. Ze is het middelste kind in een gezin met drie dochters. Het interview begint met een bespreking van VH03’ ouders, grootouders en haar jeugd. Naar eigen zeggen groeide ze op in een ‘vrij liberaal’ milieu en met een ’geëmancipeerde blik’. Ze meent daar in haar latere carrière van geprofiteerd te hebben. Ze vertelt dat haar opvoeding haar een kritische blik op autoriteit heeft gegeven. Haar moeder en grootmoeder, waren haar grote voorbeelden hiervoor. Vervolgens vertelt VH03 over haar middelbare schooltijd op het gymnasium, waar haar favoriete vakken Latijn en Grieks zijn. Na lang twijfelen besluit ze sociologie te gaan studeren. VH03 vertelt uitgebreid over haar studie: zo meent ze dat de discussies over samenlevings- en politieke vraagstukken, en emancipatiekwesties ervoor zorgden dat ze haar studie volhield. Het gesprek gaat verder over hoe ze haar studententijd heeft ervaren en de verschillende activiteiten die ze naast haar studie ondernam. Ze was o.a. lid van studentenvereniging UVSV (Utrechtsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging) en Utrechts studentenkoor en -orkest, USKO. Kort komt ook Man Vrouw Maatschappij (MVM) aan bod. Haar kandidaatsscriptie schrijft ze over vrouwemancipatie. Ook vertelt ze over hoe een stage bij Kerk en Wereld haar heeft gevormd. Verschillende, in haar woorden ‘onconventionele’, vrouwen van deze organisatie hebben een belangrijke rol in haar leven gespeeld. VH03 bespreekt hoe zij na haar studie, tijdens haar huwelijk met partner Jaap, en na het krijgen van twee kinderen kon blijven werken doordat ze een vaste oppas had, en (schoon)ouders die regelmatig hielpen. Ze vertelt over de moeilijkheden van het vinden van een baan vanwege de verwachting van potentiële werkgevers dat ze, in geval van het krijgen van kinderen, zou stoppen met werken. Uiteindelijk kan ze gaan werken bij de Vakgroep Sociologie bij de Universiteit Utrecht. Werken bij een universiteit is een rode draad in haar carrière. Het gesprek gaat verder over welke aanpassingen zij en Jaap moesten doen om te kunnen blijven werken met kinderen. Naast haar werk aan de universiteit heeft VH03 in een veelvoud van besturen plaats genomen, zoals het Protestants Sociaal Centrum: hier vertelt zij meer over. Ook deelt ze uitgebreid haar ervaringen als hoogleraar in verschillende leerstoelen: o.a. in Wageningen, Utrecht en Amsterdam. Eén van de moeilijkheden die ze tijdens haar werk ondervond, was dat men in haar vakgebied moeite had met haar idee dat ongelijke man-vrouwverhoudingen vielen onder sociale ongelijkheid. Ook vertelt ze over hoe ze naast het hoogleraarschap, bestuurswerk en (overheids)commissiewerk, o.a. TECENA, een onderzoeks- en adviesbureau ‘VanDoorneHuikses en Partners’ oprichtte, en al het geregel en de drukte die hierbij kwam kijken. Hiernaast heeft VH03 een tal van publicaties geschreven. VH03 gaat inhoudelijk in op haar laatste co-publicatie over emancipatiebeleid in Nederland. Ze reflecteert op de keuzes die ze heeft gemaakt in haar carrière: naast wetenschappelijk werk heeft ze altijd behoefte gehad om ook functies te bekleden die directe veranderingen op het gebied van beleid teweeg brachten. Vandaar, zo meent ze, dat ze nooit tot de wetenschappelijke top is doorgedrongen. Het interview gaat kort verder over haar kinderen en de opvoeding. Ook vrienden, de dood en het leven in het algemeen worden besproken. Ze geeft aan geleerd te hebben zich niet teveel druk meer te maken om de kleine dingen. Het interview sluit af met het bekijken van enkele foto’s uit VH03’ jeugd.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, religieuze praktijken, moeder dochterrelatie, ouders kindrelatie, opvoeding, kindermishandeling, kinderarbeid, dwangarbeid, moederschap, Nederland, 20e eeuw, oral history, interview (vorm)
- Description
- DWRK01 wordt in 1931 geboren in Den Haag. Daar woont ze ook nog ten tijde van dit interview in 2019: ze is dan 87. DWRK01 groeit op als tweede in een katholiek gezin met zeven kinderen: een oudere broer, onder haar nog een broer en vijf zusjes. Zelf blijkt ze aanvankelijk deel van een tweeling te zijn, iets wat ze pas op latere leeftijd ontdekt. Haar vader (1905-1957) is schilder van beroep. Geïnterviewde noemt hem een sul, die niet tegen haar moeder op kan. Moeder wordt in het interview ‘oliebol’ genoemd, dit omdat ze de naam ‘moeder’ niet verdient. Thuis worden de kinderen verwaarloosd en mishandeld, zes van de zeven kinderen zullen vroegtijdig uit huis gaan. De broertjes en zusjes worden gescheiden ondergebracht. DWRK01 belandt vanaf haar achtste jaar in het Haagse Groenestein, een grote Rooms-Katholieke instelling, die is bedoeld voor kinderen die niet goed opgevoed kunnen worden door hun ouders. Er heerst een streng regime, waar religieuze rituelen, (lagere) school en werk de belangrijkste plaats innemen. Ruimte voor vriendschappen en warmte is er niet of nauwelijks, het is niet makkelijk om iemand in vertrouwen te nemen. Er is geen enkele privacy – de meisjes sliepen in een chambrette met halfopen gordijn. Als mishandeling noemt DWRK01 onder andere het gedwongen eten van zout en dat ze van de trap wordt gegooid. Gestraft wordt je bijvoorbeeld voor het omkijken in de kerk, of voor het praten met andere meisjes. Na haar verblijf in Groenestein – ze is dan dertien – gaat DWRK01 terug naar het ouderlijk huis, waar haar moeder haar meteen weer uit werken stuurt. Als DWRK01 zeventien is, wordt ze opnieuw in een instelling geplaatst, nu in Larenstein – een van de locaties van de Goede Herder – te Velp. Dit is zo geregeld door haar moeder en een ‘voogd’. Was er in Groenestein nog enig ‘contact’ met de buitenwereld – ze zag soms in de verte mensen lopen – in Larenstein is dat volstrekt ondenkbaar, de instelling ligt diep verborgen in een groot bos. Ook hier weer een dagindeling die wordt gedomineerd door religieuze rituelen, te beginnen om 5 uur ’s ochtends met het ochtendgebed – plat op je buik bidden – en heel hard werken. Het meeste werk is vooral van huishoudelijke aard, zoals wassen, persen, verstellen, schoonmaken en koken. Onderwijs wordt in Larenstein niet gegeven. DWRK01 ervaart deze instelling als een gevangenis. Ze zal er tot haar 21e verblijven. Dan krijgt ze de mogelijkheid om zes weken de ‘wereld’ te verkennen, om te zien of ze het aankan. Mocht dat mislukken, dan kan zij terug naar Larenstein, om als ‘oblaat’ in het klooster te blijven dienen. DWRK01 heeft haar kans genomen, vast van plan om nooit meer terug te keren. Eenmaal in de buitenwereld, krijgt DWRK01 een aardige vriendin, die haar koppelt aan de man waarmee ze in 1956 zou trouwen en vijf kinderen krijgt. Haar man, aanvankelijk vrachtwagenchauffeur, krijgt later zijn eigen garage. Hij overlijdt in 1998. Anderhalf jaar later zou ook een van haar zoons overlijden. DWRK01 geniet intens van het moederschap en kan haar kinderen wél geven wat zij zelf zo node gemist had: genegenheid. Het huwelijk, de kinderen, een sterke wil, maar ook het schrijven van dagboeken – dit doet ze vanaf 1960 – hebben haar geholpen om alsnog een goed leven op te bouwen. Achterom kijken wil ze niet.
Showing 1-3 of 3 records.