Refine your search
Categories
Language
Auteursrechten status
Refine your search
- Results per page : 10
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- sociologie, hoogleraren, liefde, relaties, gezinnen, echtscheidingen, emancipatie, Nederland, oral history
- Description
- VH04 werd geboren op 14 maar 1943 te Amstelveen. Het interview begint met een bespreking van VH04's jeugd. Ze is de tweede in een gezin van vier kinderen. Haar moeder was huisvrouw en haar vader werkte bij Shell. Omdat VH04 al voor het begin van de lagere school kon schrijven, ging zij meteen naar de tweede klas. Ze behaalde de beste punten van de klas. Dit was niet, zo zegt ze, omdat ze zelf zo gemotiveerd was, maar omdat haar moeder de ambitie voor haar had om een goede opleiding te volgen. Na de lagere school kan ze daarom doorstromen naar de zesjarige HBS. Hier blijkt zij met name talent te hebben voor bètavakken, zoals wiskunde en natuurkunde. VH04 vertelt verder dat ze als klein kind al versjes voordroeg aan mensen en hierdoor, zo denkt ze, heeft ze nooit angst gehad bij het spreken voor grote groepen. Na de middelbare school wil VH04 naar de toneelschool. Onder druk van haar ouders gaat ze echter studeren in Wageningen. VH04 vertelt dat haar moeder, meer dan haar vader, een hele sterke rol speelde in de belangrijke educatieve en carrièrekeuzes die ze gemaakt heeft: haar moeder heeft altijd verdriet gehad dat ze zelf niet heeft kunnen studeren. Het gesprek gaat verder over de studie in Wageningen: VH04 gaat meteen op kamers en, zo zegt ze, dat was in die tijd nog niet vanzelfsprekend en al zeker niet voor een vrouw. Als vrouw studeren was ook niet vanzelfsprekend: ze was één van de 33 vrouwen die dat jaar begon aan de Universiteit van Wageningen [toentertijd Landbouwhogeschool Wageningen]. Na het algemene propedeusejaar kiest VH04 voor de richting Agrarische Sociologie en niet, zo vertelt ze, omdat ze het per se interessant vond, maar omdat ze verliefd was geworden op haar, later, eerste echtgenoot en niet naar een andere universiteit wilde. Studeren, in haar eigen woorden, vond ze vrij saai, maar ze ging alleen studeren om verliefd te worden. Haar interesse lag vooral bij sociologie en niet bij de agrarische kant van het verhaal. Na haar studie trouwde ze en ging ze ervan uit dat haar man zou werken en zij eventueel, zoals ze zelf zegt, een bijbaantje zou nemen. Maar ze ontdekt bij haarzelf ‘een enorme drive’ om te werken. Om die reden is ze zich via verschillende commissies in gaan zetten voor emancipatie. VH04 vertelt uitgebreid over haar loopbaan en promotieonderzoek. Een rode draad in haar carrière is het thema gezin en echtscheiding. Naar eigen zeggen is ze een relatief late feminist en zette ze zich in voor de vrouwenbeweging via de commissies waar ze inzat. Het interview gaat verder over spiritueel feminisme en de rol die astrologie speelt in haar werk en leven. Daarna vertelt ze over haar kinderen. Ze meent dat, als haar kinderen niet zo makkelijk waren geweest, ze nooit zoveel had kunnen doen in haar leven. Daarnaast hielp het ook dat er acht mensen in haar huis woonden die hielpen met de opvoeding. Verder bespreekt ze de gang van zaken omtrent haar echtscheiding, hoe dit voor haar was, en voor de kinderen. Ook vertelt ze kort over haar huidige relatie, die ze nu al vijfenvijftig jaar heeft. Vervolgens gaat het gesprek verder over haar werk op verschillende universiteiten en haar schrijfwerk. Ze schreef onder meer columns voor de Libelle. Het interview sluit af met het bekijken van foto’s uit de persoonlijke collectie van VH04.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- lesbische vrouwen, fotografen, Nederland, oral history
- Description
- Oral history interview met LV01, geboren in 1939 te Apeldoorn. LV01 is het oudste kind in een gezin van twee meisjes. Haar vader werkt voor het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (PTT) en haar moeder is huisvrouw. LV01 groeit op in Epe, en heeft goede herinneringen aan haar jeugd. Haar familie verhuist rond haar twaalfde jaar naar Leeuwarden, waar ze moeilijk aansluiting kan vinden: ook het huwelijk van haar ouders verslechtert. Na de basisschool gaat LV01 naar de mulo en vanaf haar zestiende werkt ze bij het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf in Leeuwarden. Als ze ongeveer 19 jaar oud is verhuist LV01 naar Den Haag voor een baan als telefoniste bij de Nederlandse Christelijke Bond voor Overheidspersoneel (NCBO). In Den Haag trouwt ze en krijgt ze twee zoons, in 1965 en 1967. LV01 komt begin jaren zestig in Den Haag in aanraking met het feminisme via Man Vrouw Maatschappij (MVM). Ze begint op het kantoor van MVM in Den Haag te werken. Ze scheidt van haar man en raakt meer betrokken bij de vrouwenbeweging, met name in het Vrouwenhuis in Amsterdam. LV01 verhuist naar Amsterdam en komt terecht in de feministische woongroep Brood en Rozen. In het interview vertelt LV01 over haar kennismaking met het feminisme en haar eerste relaties met vrouwen. In 1979 begint LV01 met fotograferen. LV01 vertelt hoe ze voor het eerst met fotografie in aanraking komt en over haar eerste foto’s voor de Vrouwenkrant en de AVRO. Ze beschrijft hoe ze haarzelf heeft leren fotograferen, waarom ze graag mensen fotografeert en vertelt over haar roeping als documentaire fotograaf. LV01s doorbraak als fotograaf komt met het boek ‘Poseusus: Portraits of Women’, met tekst van Pamela Pattynama. LV01 wordt vaak gezien als fotograaf van de vrouwenbeweging: in het interview vertelt ze tot op welke hoogte zij zichzelf als zodanig beschouwd. LV01 vertelt over verschillende opdrachten, onder andere over het boek ‘Aan hartstocht geen gebrek: Handicap en lichaamsbeleving’, met tekst van Karin Spaink en haar meest recente boek ‘The Life of Women’ met tekst van Anja Meulenbelt. Aan de hand van haar eigen foto’s, en die van anderen, reflecteert ze op thema’s uit haar werk en haar eigen leven: identiteit, liefde, gezondheid en moederschap.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, religieuze praktijken, kindermishandeling, kinderarbeid, dwangarbeid, moeder dochterrelatie, ouders kindrelatie, Nederland, 20e eeuw, 1950-1999, interview (vorm), oral history
- Description
- “Ik wil niet dat je zo slecht wordt als je moeder” DWRK02 is geboren te Den Haag op 4 maart 1943. Ze groeit op als middelste kind – ze heeft nog een oudere broer en een jonger zusje – in een katholiek gezin. Echt gelovig zijn ze niet. Moeder is huisvrouw, vader werkt in de horeca. DWRK02 voelt zich een ongewenst kind. Ze krijgt geen liefde, wordt nooit aangehaald, en krijgt altijd straf. Vanaf haar derde worden er lelijke dingen tegen haar gezegd, ze wordt uitgemaakt voor een vies, lui en langzaam kind. Ze vind het niet fijn thuis, ze is bang voor haar moeder. In haar herinnering worden haar broertje en zusje op een andere manier behandeld. Straf krijgt ze bijvoorbeeld omdat ze haar broertje niet goed naar school begeleidt, maar ook als ze ziek is, is het haar schuld. De ergste mishandeling die ze zich van moeder herinnert, is dat ze door haar tot bloedens toe geboend wordt, in het zicht van haar broer. Erover praten met anderen kan ze niet, moeder wil niet dat ze de vuile was buiten hangt. Ze gaat naar de kleuterschool. Ze mag geen vriendjes en vriendinnetjes mee naar huis nemen, en evenmin bij hen spelen. Financieel is het een ‘normaal’ gezin. Moeder is een knappe vrouw die zich veel bezighoudt met muziek en graag uitgaat. Vanaf haar twaalfde koopt moeder geen kleren meer voor haar, wast en verstelt ze evenmin. DWRK02 leest graag boeken, maar moeder verscheurt ze. Waarom? Terugkijkend noemt ze haar moeder een narcist. Hysterisch en sadistisch is ze. De buren hebben in de gaten dat er van alles mis is in het gezin, maar het lukt niet om in te grijpen. Ook vader geeft haar soms een pak slaag, waar moeder dan lachend bij staat te kijken. Als moeder in verwachting is van haar zusje, wordt DWRK02 op kostschool gedaan. Daar heeft ze het fijn, maar omdat moeder de school niet betaalt, moet ze er na anderhalf jaar weer vanaf. Ze gaat vervolgens naar een katholieke, particuliere meisjes mulo. Ook dat is van korte duur, omdat ze geld heeft gestolen. Moeder wordt uit de ouderlijke macht ontzet, vader doet zelfstandig afstand van de ouderlijke macht. DWRK02,- ze is dan veertien - komt onder voogdij te staan en wordt overgeplaatst naar de Goede Herder in Bloemendaal. Daar zal ze drie maanden ter observatie verblijven. Aan Bloemendaal heeft DWRK02 niet veel slechte herinneringen, de mensen zijn aardig en ze is er relatief vrij. Dan wordt ze geplaatst in de Goede Herder te Leiderdorp. De deuren gaan op slot. Ze krijgt een chambrette, een kastje en een teil om je in te wassen. Vanaf nu is ze een nummer. Ze gaat nog een jaar naar school, in Leiden. Een dag in de Goede Herder bestaat uit wassen, aankleden, op je knieën voor je chambrette het ochtendgebed, naar de kerk voor de heilige mis, je bed opmaken, ontbijten. Daarna aan het werk in de strijkkamer, naar de kerk voor het Lof, avondeten. ’s Avonds met de andere meisjes in de huiskamer, waar je geacht wordt ook nog iets nuttigs te doen, bijvoorbeeld naaien. Praten over privézaken is niet toegestaan. Om 21uur naar bed. Hoewel het regime streng is en ze veel straf krijgt, zijn er ook mensen waar ze goed bij terecht kan, zoals moeder Lioba. DWRK02 volgt een aantal cursussen, zoals steno en typen. Ze mag pianospelen, op ballet en toneel. Het werk dat ze doet – van maandag tot en met zaterdag – wordt niet betaald. Dit doet ze van haar vijftiende tot haar twintigste. Op haar twintigste verhuist ze naar een tehuis voor werkende meisjes in Scheveningen, ‘Claere Fonteine’, en ze gaat werken als typiste. Ze blijft daar tot december. Dan gaat ze de vrije wereld in. Ze geniet van het vrije leven en probeert alles in te halen. Ze trouwt en krijgt een dochter. Eenmaal zelf moeder begrijpt ze helemaal niet hoe haar moeder zo heeft kunnen zijn. Op de vraag waarom ze in deze instelling zo slecht behandeld werd, geeft moeder-overste als antwoord: “Ik wil niet dat je zo slecht wordt als je moeder”. Gevolgen heeft het zeker gehad, A. heeft altijd een schuldgevoel en is voortdurend bang om iets verkeerd te doen. Toch denkt ze dat ze het beter heeft gehad dan de anderen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- vrouwenhulpverlening, oral history
- Description
- Oral history interviews met feministen die een pioniersrol hebben gespeeld in de geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg voor vrouwen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pronk, Irene > Interviewer
- Thesaurus
- acties, arbeid, zorgarbeid, beleid, besturen, emancipatie, feminisme, moederschap, oral history, De Born, deeltijdarbeid, politiek, recht, Rooie Vrouwen, Partij van de Arbeid, verstedelijking, tweede feministische golf, universiteiten, vormingswerk, vrouwenbewegingen
- Description
- Oral history interview met RV04 over haar betrokkenheid bij Rooie Vrouwen. RV04 wordt geboren op zes augustus 1945. Ze groeit op in een rood, Christelijk milieu in Hilversum. Haar vader is leraar en rector van het Christelijk Gymnasium in Utrecht. Haar moeder is apotheekassistente. Beide ouders zijn politiek actief en brengen politiek bewustzijn over op hun zes kinderen. RV04s vader overlijdt als ze zestien jaar oud is. In 1964 studeert ze rechten aan de universiteit van Utrecht en specialiseert zich in volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. In 1971 is ze gedurende twee jaar juriste bij de gemeente Amsterdam op de dienst stadsontwikkeling. Van 1973 tot 1989 werkt ze bij de gemeente Utrecht, eerst als jurist op de dienst Ruimtelijke Ordening en daarna als beleidsontwikkelaar van stadsvernieuwing. VRV04 is gemeenteraadslid van Maarssen van 1974 tot 1977. Na haar werk bij de gemeente Utrecht wordt van der Burg lid van de Tweede Kamer tot 1998. In 1992 is ze de laatste voorzitter van Rooie Vrouwen, tot de opheffing van de organisatie in 1995. Van 1998 tot 2003 is ze directeur van de Stichting Geschillenbehandeling Zuivel. In 2003 begint RV04 aan haar laatste baan. Ze is ondervoorzitter van de Commissie Gelijke Behandeling tot 2009. Hiernaast is RV04 actief in tal van bestuursfuncties en commissies, onder anderen bij Triade, Travers en het COC. Tot op heden is ze voorzitter van de Vereniging Vrouw en Recht.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pronk, Irene > Interviewer
- Thesaurus
- abortusstrijd, acties, beleid, besturen, De Born, emancipatie, oral history, politiek, Partij van de Arbeid, Rooie Vrouwen, seksisme, feminisme, tweede feministische golf, mensenrechten
- Description
- Oral history interview met RV03 over haar betrokkenheid bij Rooie Vrouwen. RV03 is geboren op tweeëntwintig februari 1932 in Abcoude. Ze groeit op in een groot gezin in een socialistisch milieu. Ze verhuizen al snel naar Amsterdam en vlak voor de oorlog vertrekt het gezin naar Groningen. Haar moeder is onderwijzers en na haar huwelijk huisvrouw. Haar vader is bestuurder van de NVV, het Nederlands Verbond van Vakverenigingen. Tijdens de oorlog moet haar vader regelmatig onderduiken en gedurende een jaar duikt ook het hele gezin onder. Wanneer RV03 tiener is verhuist het gezin naar Den Haag. Ze trouwt in 1956 en woont met haar man in Amsterdam. Kort na de geboorte van hun dochter in 1958 verhuizen ze eerst naar Terneuzen en vervolgens naar Leek. In 1967 wordt RV03 discussieleidster bij de Vrouwenbond, dit is de start van haar politieke loopbaan. Van 1971 tot 1991 zetelt ze in de Tweede Kamer voor de Partij van de Arbeid. In 1991 tot 1998 is RV03 lid van de Commissie van Volksgezondheid. Hierna zit ze een paar maand in het College van Zorgverzekeringen en een aantal andere commissies. Op haar vijfenzestigste gaat ze met pensioen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pronk, Irene > Interviewer
- Thesaurus
- abortusstrijd, acties, beleid, besturen, bibliotheken, De Born, emancipatie, feminisme, gelijke behandeling, oral history, Rooie Vrouwen, Partij van de Arbeid, politiek, sociale bewegingen, tweede feministische golf, vrouwenbewegingen
- Description
- Oral history interview met RV06 over haar betrokkenheid bij Rooie Vrouwen. RV06 wordt geboren op 2 augustus 1943 in Noordwolde, Friesland. Haar vader is rietvlechter en haar moeder is schoonmaakster. Ze heeft een twaalf jaar oudere broer. Oma (aan moederskant) woont in bij het gezin en leert van Nieuwenhoven al op jonge leeftijd lezen. Ze gaat naar de MULO en volgt daarna een opleiding tot bibliothecaris. Ze werkt in de bibliotheek van Wolvega en daarna bij de Centrale Bibliotheekdienst van Friesland. In 1966 krijgt van RV06 een baan bij het Kunsthistorisch Instituut van de Universiteit Utrecht. In 1974 werkt ze voor de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk instituut van de Partij van de Arbeid, en wordt vanaf dan actief bij Rooie Vrouwen. In 1979 wordt ze beleidsmedewerker bij de PvdA en in 1981 wordt ze Tweede Kamerlid. Van 1998 tot 2002 is Nederlands eerste vrouwelijke voorzitter van de Tweede Kamer. Vanaf 2010 zetelt van RV06 in de gemeenteraad van Den Haag als fractievoorzitter van de PvdA.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, moeder dochterrelatie, vader kindrelatie, opvoeding, mishandeling, kinderarbeid, dwangarbeid, alleenstaande moeders, abortussen, Blijf van m'n Lijf, Nederland, 20e eeuw, 1960-1969, oral history, interview (vorm)
- Description
- “Als je niet opvalt, gaan ze ook niet over je vallen.” DWRK04 is geboren in Rotterdam (1953): haar moeder is dan alleenstaand. Als DWRK04 twee is, krijgt ze een stiefvader, die haar tot haar zevende probeert op zijn naam te zetten. Daar slaagt hij niet in. Vanaf dat moment is ‘vader’ niet meer aardig tegen haar. Ze moet het huis uit, naar een kolonie bij de nonnen. Daar zit ze een week of negen. Daarna woont ze weer twee jaar thuis, tot stiefvader haar probeert te wurgen. Vanaf haar negende gaat DWRK04 eerst naar oma, daarna naar ‘Intermezzo’* en naar het rooms-katholieke ‘Lucia’**, in Rotterdam. Ze wordt steeds plotseling uit huis gestuurd en zit korte periodes op veel plaatsen, ook in Schiedam, Oosterwijk en Oosterhout. Op een bepaald moment lijkt DWRK04 een patroon te zien: als haar stiefvader thuis komt – hij zit bij de Marine – wordt zij weer weggestuurd. Ze denkt dat moeder haar zo wil beschermen tegen haar stiefvader. Wanneer DWRK04 veertien is, mag ze naar haar tante in Breda, daar heeft ze het fijn. Maar ook hier wordt ze weggehaald en in 1967 naar ‘Larenstein’*** in Velp gebracht, onder het mom dat ze van huis is weggelopen. Ze krijgt een voogdes. In Velp heeft ze het niet prettig. Haar eigen kleren worden afgenomen, het is er somber, ze ervaart het als een gevangenis. Werken moet ze in de strijkkamer, van acht tot vijf. Betaald wordt ze er niet voor. Ze voelt zich heel alleen, echte vriendschappen zijn er niet, je bent altijd aan het werk. Wel haalt ze een huishoudcertificaat, na het intern volgen van de huishoudschool. Een dag op Larenstein betekent om 6 uur opstaan, wassen met koud water, aankleden, in de rij naar beneden. Alles in stilte. Praten mag je pas aan het ontbijt. Dan naar de strijkkamer. Het werk is zwaar en steeds staand, zelfs tijdens de koffie. Om 12 uur warm eten. Na de avondboterham is er vrije tijd om iets voor jezelf te doen. Een TV is er nog niet, wel een radio, hoewel de nonnen bepalen waar je naar luistert. Slapen doen ze in een chambrette, waar een bed in staat, een wasbak, een kledingkast en een stoel. Geen enkele privacy. Na 21 uur moet het stil zijn. Op zaterdag hebben ze een halve dag vrij. Ze moeten één keer in de week naar de kerk, en één keer per week biechten. Er wordt veel straf uitgedeeld (gedwongen voeden, kots opeten, minder sigaretten verdienen), maar DWRK04 probeert dat zo goed mogelijk te voorkomen: “Als je niet opvalt, gaan ze ook niet over je vallen.” Ze heeft heimwee en mist haar familie. Na twee en een half jaar in Larenstein, haalt vader haar in november 1969 op om naar huis te gaan. Ze is dan bijna zeventien. Ze kan meteen weer aan het werk, van de ene gevangenis naar de andere. Nu verdient ze wel geld, maar ze mag het niet houden. DWRK04 voelt zich monddood gemaakt, gewend om naar de pijpen van een ander te dansen. Altijd bang voor de gevolgen. Op latere leeftijd krijgt ze last van depressies. Haar leven komt uiteindelijk weer op de rails door contacten binnen de Evangelische gemeenschap, daar heeft ze de ware liefde van God leren kennen en wordt ze geaccepteerd zoals ze is. Haar ouders vergeeft ze, “dan kan je ook weer verder met je leven”. * Intermezzo is een opvanghuis [red.] **Het St. Lucia-gesticht, opgericht door de Paters Minderbroeders in 1866 [red.] ***Huize Larenstein is een van de huizen van de Goede Herder [red.]
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Matthée, Zonneke > Interviewer
- Thesaurus
- nationaal socialisme, tweede wereldoorlog, administratieve beroepen, seksueel geweld, Duitsland, Nederland, oral history
- Description
- Oral history interview met een vrouw (geboren aan het begin van de jaren twintig van de twintigste eeuw in een middenklasse gezin), waarvan de ouders en broer lid waren van de NSB. Haar moeder was ook lid van de Nationaal Socialistische Vrouwen Organisatie (NVSO). Zelf was ze lid van de Jeugdstorm. Op Dolle Dinsdag vluchtte ze met haar ouders naar Duitsland. Na de bevrijding is ze anderhalf jaar geïnterneerd geweest. In het interneringskamp is ze slachtoffer geworden van seksuele mishandeling.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, mishandeling, seksuele intimidatie, onbetaalde arbeid, dwangarbeid, moeder dochterrelatie, vader kindrelatie, Nederland, 20e eeuw, 1950-1999, oral history, interview (vorm)
- Description
- DWRK03 is in Schiedam geboren (1947), als oudste van vier meisjes. Haar vader is schilder en lijstenmaker, moeder is huisvrouw. Ouders scheiden na de komst van het laatste zusje. Het gezin woont in Maastricht, waar DWRK03 ook naar de rooms-katholieke lagere school gaat. De katholieke inbreng is van vaders kant, moeder is niet religieus. DWRK03 zegt het goed te hebben bij haar moeder. Toch moet ze – als ze zeven of acht is – naar een kindertehuis voor meisjes én jongens, ‘De Kommel’, om de hoek bij haar lagere school. Waarom is haar nooit verteld, misschien door haar vader? Haar moeder zal haar – zonder succes – proberen terug naar huis te halen. Vader lijkt minder van haar te houden, maar echt slecht behandelt hij haar niet. DWRK03 moet nu naar Mook, waar het minder fijn is. Ze wordt meteen aan het werk gezet – ze is dan ongeveer 11 jaar – en wordt gestraft voor onhandigheid. Hierna moet DWRK03 naar een meisjesinternaat in Maastricht, geleid door nonnen en een priester. Daar is ook een schooltje, waar ze leert schrijven. Haar werk is voornamelijk van huishoudelijke en dienende aard. Ook hier wordt ze weer gestraft, veelal voor iets wat iemand anders heeft gedaan. Straf bestaat onder andere uit extra schoonmaakwerk en het intrekken van het weekendverlof. Na Mook moet DWRK03 naar de Goede Herder in Tilburg. De deuren gaan achter haar op slot, de ramen hebben spijlen. Het lijkt wel een gevangenis. Het grasveld is hoog ommuurd. Je hoort wel mensen en auto’s, maar zien kan je ze niet. Ze komt niet meer buiten. Ze is dan ca 15 jaar. In Tilburg slaapt DWRK03 in een chambrette. Na het opstaan en wassen moet ze naar de mis. Na het ontbijt meteen door naar de strijkkamer, waar ze ook moet stijven. Zwaar werk en heel vermoeiend, ze moet de hele dag staan. Bij thuiskomst meteen weer naar de mis en eten. ’s Avonds mag ze iets voor zichzelf doen, hoewel er ook huishoudelijke taken liggen. Op de enige vrije dag, zondag, mazen de meisjes truien, waar ze een sigaret mee verdienen. Alles gaat op slot, behalve de wc, die moet juist open blijven. En douchen moeten ze gezamenlijk. Intussen stichten de zusters van de Goede Herder in Someren een nieuw klooster, ‘Huize Witven’. Als dat in 1963 afgebouwd is, verhuist DWRK03 daarheen, met alle andere bewoners van de vorige instelling in Tilburg. Ze krijgt een eigen kamer. En ze kan meer naar buiten kijken, naar de bossen. Er is een TV. Verder is de dagindeling onveranderd. Vroeg op, naar de mis, hard werken in de wasserij, achter de mangel. Er wordt gewerkt voor hotels en restaurants. Betaald is ze nooit voor het werk, ze kreeg wel eens een fiets. Ook in Someren krijgt DWRK03 straf, omdat ze probeert weg te lopen naar haar moeder. Ze wordt een week opgesloten in een klein celletje. Als DWRK03 achttien is, mag ze buiten de instelling gaan werken. Als ze bijna twintig is, wordt ze zwanger en gaat bij haar moeder wonen. Ze staat dan nog onder voogdij. Terugkijkend realiseert DWRK03 zich dat ze nooit een echte ‘kinderjeugd’ heeft gehad, noch een puberteit. Ze noemt het een echte hel. En niet normaal dat je niet betaald krijgt voor dat vele werk. Maar ze is ook dankbaar dat ze er veel geleerd heeft, op huishoudelijk gebied. *Mook is een observatiehuis [red.]
Showing 1-10 of 52 records.