Refine your search
Categories
Language
Auteursrechten status
Refine your search
- Results per page : 10
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, religieuze praktijken, kindermishandeling, kinderarbeid, dwangarbeid, moeder dochterrelatie, ouders kindrelatie, Nederland, 20e eeuw, 1950-1999, interview (vorm), oral history
- Description
- “Ik wil niet dat je zo slecht wordt als je moeder” DWRK02 is geboren te Den Haag op 4 maart 1943. Ze groeit op als middelste kind – ze heeft nog een oudere broer en een jonger zusje – in een katholiek gezin. Echt gelovig zijn ze niet. Moeder is huisvrouw, vader werkt in de horeca. DWRK02 voelt zich een ongewenst kind. Ze krijgt geen liefde, wordt nooit aangehaald, en krijgt altijd straf. Vanaf haar derde worden er lelijke dingen tegen haar gezegd, ze wordt uitgemaakt voor een vies, lui en langzaam kind. Ze vind het niet fijn thuis, ze is bang voor haar moeder. In haar herinnering worden haar broertje en zusje op een andere manier behandeld. Straf krijgt ze bijvoorbeeld omdat ze haar broertje niet goed naar school begeleidt, maar ook als ze ziek is, is het haar schuld. De ergste mishandeling die ze zich van moeder herinnert, is dat ze door haar tot bloedens toe geboend wordt, in het zicht van haar broer. Erover praten met anderen kan ze niet, moeder wil niet dat ze de vuile was buiten hangt. Ze gaat naar de kleuterschool. Ze mag geen vriendjes en vriendinnetjes mee naar huis nemen, en evenmin bij hen spelen. Financieel is het een ‘normaal’ gezin. Moeder is een knappe vrouw die zich veel bezighoudt met muziek en graag uitgaat. Vanaf haar twaalfde koopt moeder geen kleren meer voor haar, wast en verstelt ze evenmin. DWRK02 leest graag boeken, maar moeder verscheurt ze. Waarom? Terugkijkend noemt ze haar moeder een narcist. Hysterisch en sadistisch is ze. De buren hebben in de gaten dat er van alles mis is in het gezin, maar het lukt niet om in te grijpen. Ook vader geeft haar soms een pak slaag, waar moeder dan lachend bij staat te kijken. Als moeder in verwachting is van haar zusje, wordt DWRK02 op kostschool gedaan. Daar heeft ze het fijn, maar omdat moeder de school niet betaalt, moet ze er na anderhalf jaar weer vanaf. Ze gaat vervolgens naar een katholieke, particuliere meisjes mulo. Ook dat is van korte duur, omdat ze geld heeft gestolen. Moeder wordt uit de ouderlijke macht ontzet, vader doet zelfstandig afstand van de ouderlijke macht. DWRK02,- ze is dan veertien - komt onder voogdij te staan en wordt overgeplaatst naar de Goede Herder in Bloemendaal. Daar zal ze drie maanden ter observatie verblijven. Aan Bloemendaal heeft DWRK02 niet veel slechte herinneringen, de mensen zijn aardig en ze is er relatief vrij. Dan wordt ze geplaatst in de Goede Herder te Leiderdorp. De deuren gaan op slot. Ze krijgt een chambrette, een kastje en een teil om je in te wassen. Vanaf nu is ze een nummer. Ze gaat nog een jaar naar school, in Leiden. Een dag in de Goede Herder bestaat uit wassen, aankleden, op je knieën voor je chambrette het ochtendgebed, naar de kerk voor de heilige mis, je bed opmaken, ontbijten. Daarna aan het werk in de strijkkamer, naar de kerk voor het Lof, avondeten. ’s Avonds met de andere meisjes in de huiskamer, waar je geacht wordt ook nog iets nuttigs te doen, bijvoorbeeld naaien. Praten over privézaken is niet toegestaan. Om 21uur naar bed. Hoewel het regime streng is en ze veel straf krijgt, zijn er ook mensen waar ze goed bij terecht kan, zoals moeder Lioba. DWRK02 volgt een aantal cursussen, zoals steno en typen. Ze mag pianospelen, op ballet en toneel. Het werk dat ze doet – van maandag tot en met zaterdag – wordt niet betaald. Dit doet ze van haar vijftiende tot haar twintigste. Op haar twintigste verhuist ze naar een tehuis voor werkende meisjes in Scheveningen, ‘Claere Fonteine’, en ze gaat werken als typiste. Ze blijft daar tot december. Dan gaat ze de vrije wereld in. Ze geniet van het vrije leven en probeert alles in te halen. Ze trouwt en krijgt een dochter. Eenmaal zelf moeder begrijpt ze helemaal niet hoe haar moeder zo heeft kunnen zijn. Op de vraag waarom ze in deze instelling zo slecht behandeld werd, geeft moeder-overste als antwoord: “Ik wil niet dat je zo slecht wordt als je moeder”. Gevolgen heeft het zeker gehad, A. heeft altijd een schuldgevoel en is voortdurend bang om iets verkeerd te doen. Toch denkt ze dat ze het beter heeft gehad dan de anderen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Özmen, Kivilcim > Interviewer
- Thesaurus
- actiegroepen, emancipatie, etniciteit, gender, dekolonisatie, migratie, onderwijs, racisme, vrouwenstudies, antropologie, seksualiteit, lesbisch, zwart feminisme, zwarte vrouwenbewegingen, wetenschappelijke beroepen, wetenschappelijk medewerkers, 20e eeuw, interview (vorm), Suriname, Verenigde Staten, Nederland
- Description
- Oral history interview met DIV09, geboren op 13 juli 1950 in Paramaribo, Suriname. Ze groeit op als vijfde kind in een gezin waarvan de vader inspecteur van de politie is. In 1951 verhuist het volledige gezin naar Nederland. In het begin van het interview vertelt DIV09 uitgebreid over de geschiedenis van haar familie, zowel van vaders als van moeders kant, waarin etniciteit, ras en klassenverschil een grote rol hebben gespeeld. DIV09s ouders stimuleren hun kinderen om te studeren en succesvol te zijn. Vooral tijdens haar jeugd is haar vader haar rolmodel. Zij wil een carrière, niet als haar moeder huisvrouw zijn. Maar ook haar opa van moeders kant heeft invloed. Hij was erg voor een onafhankelijk Suriname en op de hand van de vrijheidsstrijders. Haar vader zette zich juist af tegen alles wat Surinaams was. Als DIV09 achttien is, in 1968, vertrekt zij na haar middelbare schooltijd voor een jaar via een uitwisselingsprogramma naar de Verenigde Staten. Zij woont daar bij een wit gezin en bezoekt de lokale highschool. Daar realiseert zij zich dat zij een vrouw is met een kleur en dat zij moet kiezen welke identiteit zij heeft. Zijzelf noemt dat intersectionaliteit: het is niet voldoende om alleen naar gender te kijken, of alleen naar seksualiteit, of alleen naar ras, maar dat het om intersectie van die drie belangrijke assen gaat en wat daarin normaal geacht wordt. Na haar verblijf in de Verenigde Staten begint DIV09 met een rechtenstudie in Nijmegen. Ze sluit zich aan bij de Surinaamse en Antilliaanse studenten in de internationale studentenvereniging die bezig zijn met de dekolonisatie van Suriname en de zwarte bevrijdingsbeweging in de Verenigde Staten. Na een jaar stapt ze over naar culturele antropologie in Amsterdam. Tijdens haar studie gaat zij zich inzetten voor de Vrouwenbeweging. In eerste instantie realiseert zij zich dat ook hier weer alles wit is en ras en etniciteit geen enkele rol spelen, terwijl dat voor haar wel zo is. Pas later, als rond de onafhankelijkheid van Suriname steeds meer zwarte vrouwen naar Nederland komen, vindt zij daarbij aansluiting en gaat ze deel uitmaken van de opbloeiende zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwenbeweging (zmv). Vlak voor haar afstuderen in 1981 begint ze als ambtenaar in de buitendienst van het Bureau Landelijk Contact bij het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. In deze functie geeft zij voorlichting aan gemeenten en sociaal-culturele instellingen over het verkrijgen van subsidies voor minderhedenbeleid in Zuid-Holland. Vanaf 1984 werkt ze bij de Gemeente Amsterdam als coördinator minderhedenbeleid. In het begin van de jaren tachtig ontdekt zij ook haar lesbisch zijn en gaat zich in die wereld verdiepen. In 1987 vertrekt zij naar de Verenigde Staten om aan de University of California in Los Angeles (UCLA) te promoveren. Tijdens haar onderzoek naar seksuele relaties binnen de Surinaamse vrouwencultuur - “mati-werk” genoemd - woont zij negentien maanden in Suriname. [einde interview 1] [interview 2] Ze vertelt uitgebreid over “mati”, over haar promotieonderzoek en hoe dat ontvangen wordt. Ze krijgt daarna een aanstelling aan Oberlin College in Ohio om vrouwenstudies te doceren, maar na een jaar gaat ze liever terug naar Nederland, waar ook haar partner woont. In maart 1994 vervolgt ze haar wetenschappelijke carrière aan de Universiteit Utrecht. In 2001 wordt ze daar aangesteld als hoogleraar zmv, een leerstoel van het IIAV, tegelijkertijd met het aanvaarden van een functie als directeur van de organisatie Gender Etniciteit en Multiculturaliteit in het hoger onderwijs. Ze vertelt over de soms heftige reacties op haar hoogleraarschap. Terugblikkend op haar carrière denkt ze dat ze altijd voor de muziek uit heeft gelopen en kwesties aan de orde heeft gesteld die voor veel mensen ongemakkelijk waren. Nu ze met emeritaat is, doet ze nog steeds onderzoek en publiceert ze wetenschappelijk, maar hoopt ze ook een roman te schrijven en weer meer tijd te hebben voor haar poëzie. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- gynaecologie, vrouwen in mannenberoepen, vrouwenhulpverlening, patiënten, voorlichting, abortusstrijd, tweede feministische golf, Nederland, 20e eeuw, 21e eeuw
- Description
- VHV04 is gynaecoloog. Zij is betrokken bij diverse vrouwenhulpverleningsprojecten, zoals de DES-aktiegroep, Stichting Tegen Haar Wil, Werkgroep Vrouwen Zonder Baarmoeder, Stichting Admira en Aletta Centrum voor Vrouwengezondheidszorg. Het voorkomen van onnodige medicalisering, goede voorlichting, aandacht voor geweld tegen vrouwen en de positie van vrouwelijke artsen vormen rode draden in haar werkzaamheden. Zij schrijft voorlichtingfolders voor vrouwen over uiteenlopende verloskundige en gynaecologische onderwerpen. VHV04 is als gynaecoloog betrokken bij Women on Waves, de abortusboot die strijdt voor legalisering van abortus, en ook in Nederland is zij expert op het gebied van abortushulpverlening. Momenteel werkt zij als opleider in het Flevoziekenhuis Almere, waar zij haar visie over goede vrouwengezondheidszorg aan jonge artsen probeert door te geven.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Özmen, Kivilcim > Interviewer
- Thesaurus
- actiegroepen, diversiteit, emancipatie, etniciteit, gender, sociale klasse, migratie, onderwijs, racisme, vrouwenstudies, zwart feminisme, zwarte vrouwenbewegingen, wetenschappelijke beroepen, wetenschappelijk medewerkers, 20e eeuw, interview (form), Nederland
- Description
- Oral history interview met DIV01, geboren op 28 december 1944 in Kralendijk, Bonaire. Ze groeit op op Curaçao in een fijn gezin met een jonger broertje en zusje. Haar vader, een Curaçaoenaar, is ambtenaar en politicus, haar moeder is Dominicaanse en opgeleid tot apothekeres. Op haar tiende verhuist DIV01 met haar broer naar Nederland om naar het gymnasium te gaan: een paar jaar later zal de rest van het gezin volgen. Ze zit eerst op een katholieke kostschool en gaat op haar zestiende scheikunde studeren aan de Gemeente Universiteit Amsterdam, maar kiest later voor Spaans. Tijdens die studie wordt ze lid van de commissie buitenland van de studentenvereniging ASVA, waarmee ze actie voert rond politieke kwesties en oorlogen die in die tijd spelen in Suriname, Vietnam, Chili etc. Ook is ze actief lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). Na haar afstuderen gaat ze doceren aan de Rijksuniversiteit Leiden en raakt ze betrokken bij de zwarte feministische beweging. Met o.a. Ciska Pattipilohy richt ze documentatiecentrum Flamboyant in Amsterdam op. Ze werkt een aantal jaren bij het IAV (Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging) waar haar opdracht is diversiteit in de collectie te brengen, en schrijft columns voor het tijdschrift Opzij. Later werkt ze bij E-Quality, waar ze zich echter niet kan inzetten voor de vrouwenzaak zoals ze had verwacht. Na haar ontslag besluit ze terug te keren naar Curaçao, waar ze op het moment van het interview nog altijd doceert aan de universiteit. DIV01 heeft een dochter en vertelt dat het moederschap voor haar ook heel belangrijk is. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, moeder dochterrelatie, vader kindrelatie, opvoeding, mishandeling, kinderarbeid, dwangarbeid, alleenstaande moeders, abortussen, Blijf van m'n Lijf, Nederland, 20e eeuw, 1960-1969, oral history, interview (vorm)
- Description
- “Als je niet opvalt, gaan ze ook niet over je vallen.” DWRK04 is geboren in Rotterdam (1953): haar moeder is dan alleenstaand. Als DWRK04 twee is, krijgt ze een stiefvader, die haar tot haar zevende probeert op zijn naam te zetten. Daar slaagt hij niet in. Vanaf dat moment is ‘vader’ niet meer aardig tegen haar. Ze moet het huis uit, naar een kolonie bij de nonnen. Daar zit ze een week of negen. Daarna woont ze weer twee jaar thuis, tot stiefvader haar probeert te wurgen. Vanaf haar negende gaat DWRK04 eerst naar oma, daarna naar ‘Intermezzo’* en naar het rooms-katholieke ‘Lucia’**, in Rotterdam. Ze wordt steeds plotseling uit huis gestuurd en zit korte periodes op veel plaatsen, ook in Schiedam, Oosterwijk en Oosterhout. Op een bepaald moment lijkt DWRK04 een patroon te zien: als haar stiefvader thuis komt – hij zit bij de Marine – wordt zij weer weggestuurd. Ze denkt dat moeder haar zo wil beschermen tegen haar stiefvader. Wanneer DWRK04 veertien is, mag ze naar haar tante in Breda, daar heeft ze het fijn. Maar ook hier wordt ze weggehaald en in 1967 naar ‘Larenstein’*** in Velp gebracht, onder het mom dat ze van huis is weggelopen. Ze krijgt een voogdes. In Velp heeft ze het niet prettig. Haar eigen kleren worden afgenomen, het is er somber, ze ervaart het als een gevangenis. Werken moet ze in de strijkkamer, van acht tot vijf. Betaald wordt ze er niet voor. Ze voelt zich heel alleen, echte vriendschappen zijn er niet, je bent altijd aan het werk. Wel haalt ze een huishoudcertificaat, na het intern volgen van de huishoudschool. Een dag op Larenstein betekent om 6 uur opstaan, wassen met koud water, aankleden, in de rij naar beneden. Alles in stilte. Praten mag je pas aan het ontbijt. Dan naar de strijkkamer. Het werk is zwaar en steeds staand, zelfs tijdens de koffie. Om 12 uur warm eten. Na de avondboterham is er vrije tijd om iets voor jezelf te doen. Een TV is er nog niet, wel een radio, hoewel de nonnen bepalen waar je naar luistert. Slapen doen ze in een chambrette, waar een bed in staat, een wasbak, een kledingkast en een stoel. Geen enkele privacy. Na 21 uur moet het stil zijn. Op zaterdag hebben ze een halve dag vrij. Ze moeten één keer in de week naar de kerk, en één keer per week biechten. Er wordt veel straf uitgedeeld (gedwongen voeden, kots opeten, minder sigaretten verdienen), maar DWRK04 probeert dat zo goed mogelijk te voorkomen: “Als je niet opvalt, gaan ze ook niet over je vallen.” Ze heeft heimwee en mist haar familie. Na twee en een half jaar in Larenstein, haalt vader haar in november 1969 op om naar huis te gaan. Ze is dan bijna zeventien. Ze kan meteen weer aan het werk, van de ene gevangenis naar de andere. Nu verdient ze wel geld, maar ze mag het niet houden. DWRK04 voelt zich monddood gemaakt, gewend om naar de pijpen van een ander te dansen. Altijd bang voor de gevolgen. Op latere leeftijd krijgt ze last van depressies. Haar leven komt uiteindelijk weer op de rails door contacten binnen de Evangelische gemeenschap, daar heeft ze de ware liefde van God leren kennen en wordt ze geaccepteerd zoals ze is. Haar ouders vergeeft ze, “dan kan je ook weer verder met je leven”. * Intermezzo is een opvanghuis [red.] **Het St. Lucia-gesticht, opgericht door de Paters Minderbroeders in 1866 [red.] ***Huize Larenstein is een van de huizen van de Goede Herder [red.]
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, mishandeling, seksuele intimidatie, onbetaalde arbeid, dwangarbeid, moeder dochterrelatie, vader kindrelatie, Nederland, 20e eeuw, 1950-1999, oral history, interview (vorm)
- Description
- DWRK03 is in Schiedam geboren (1947), als oudste van vier meisjes. Haar vader is schilder en lijstenmaker, moeder is huisvrouw. Ouders scheiden na de komst van het laatste zusje. Het gezin woont in Maastricht, waar DWRK03 ook naar de rooms-katholieke lagere school gaat. De katholieke inbreng is van vaders kant, moeder is niet religieus. DWRK03 zegt het goed te hebben bij haar moeder. Toch moet ze – als ze zeven of acht is – naar een kindertehuis voor meisjes én jongens, ‘De Kommel’, om de hoek bij haar lagere school. Waarom is haar nooit verteld, misschien door haar vader? Haar moeder zal haar – zonder succes – proberen terug naar huis te halen. Vader lijkt minder van haar te houden, maar echt slecht behandelt hij haar niet. DWRK03 moet nu naar Mook, waar het minder fijn is. Ze wordt meteen aan het werk gezet – ze is dan ongeveer 11 jaar – en wordt gestraft voor onhandigheid. Hierna moet DWRK03 naar een meisjesinternaat in Maastricht, geleid door nonnen en een priester. Daar is ook een schooltje, waar ze leert schrijven. Haar werk is voornamelijk van huishoudelijke en dienende aard. Ook hier wordt ze weer gestraft, veelal voor iets wat iemand anders heeft gedaan. Straf bestaat onder andere uit extra schoonmaakwerk en het intrekken van het weekendverlof. Na Mook moet DWRK03 naar de Goede Herder in Tilburg. De deuren gaan achter haar op slot, de ramen hebben spijlen. Het lijkt wel een gevangenis. Het grasveld is hoog ommuurd. Je hoort wel mensen en auto’s, maar zien kan je ze niet. Ze komt niet meer buiten. Ze is dan ca 15 jaar. In Tilburg slaapt DWRK03 in een chambrette. Na het opstaan en wassen moet ze naar de mis. Na het ontbijt meteen door naar de strijkkamer, waar ze ook moet stijven. Zwaar werk en heel vermoeiend, ze moet de hele dag staan. Bij thuiskomst meteen weer naar de mis en eten. ’s Avonds mag ze iets voor zichzelf doen, hoewel er ook huishoudelijke taken liggen. Op de enige vrije dag, zondag, mazen de meisjes truien, waar ze een sigaret mee verdienen. Alles gaat op slot, behalve de wc, die moet juist open blijven. En douchen moeten ze gezamenlijk. Intussen stichten de zusters van de Goede Herder in Someren een nieuw klooster, ‘Huize Witven’. Als dat in 1963 afgebouwd is, verhuist DWRK03 daarheen, met alle andere bewoners van de vorige instelling in Tilburg. Ze krijgt een eigen kamer. En ze kan meer naar buiten kijken, naar de bossen. Er is een TV. Verder is de dagindeling onveranderd. Vroeg op, naar de mis, hard werken in de wasserij, achter de mangel. Er wordt gewerkt voor hotels en restaurants. Betaald is ze nooit voor het werk, ze kreeg wel eens een fiets. Ook in Someren krijgt DWRK03 straf, omdat ze probeert weg te lopen naar haar moeder. Ze wordt een week opgesloten in een klein celletje. Als DWRK03 achttien is, mag ze buiten de instelling gaan werken. Als ze bijna twintig is, wordt ze zwanger en gaat bij haar moeder wonen. Ze staat dan nog onder voogdij. Terugkijkend realiseert DWRK03 zich dat ze nooit een echte ‘kinderjeugd’ heeft gehad, noch een puberteit. Ze noemt het een echte hel. En niet normaal dat je niet betaald krijgt voor dat vele werk. Maar ze is ook dankbaar dat ze er veel geleerd heeft, op huishoudelijk gebied. *Mook is een observatiehuis [red.]
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- Blijf van m'n Lijf, huiselijk geweld, maatschappelijk werk, rolgedrag, seksueel geweld, vreemdelingenrecht, mishandeling, vrouwenhulpverlening, vrouwenhuizen, Nederland, 20e eeuw
- Description
- In dit Oral History project worden vijf vrouwen geïnterviewd die hun stempel hebben gedrukt op de veertigjarige geschiedenis van de vrouwenopvang in Nederland. De rol van de Blijf-van-m’n-Lijf-huizen en de vrouwen die het eerste opvanghuis hebben opgericht en die op beslissende momenten directeur van de groeiende organisatie zijn geweest, of die anderszins grote invloed hebben gehad op de ontwikkeling van de vrouwenopvang. Hun persoonlijke en professionele verhaal vult de bronnen in de literatuur en het archief over de vrouwenopvang aan (i.h.b. Blijf-van-m’n-Lijf). In de interviews wordt ook aandacht worden besteed aan de betekenis van het zelfhulp-principe zoals aanvankelijk ontwikkeld in Blijf-van-mijn-Lijf.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Özmen, Kivilcim > Interviewer
- Thesaurus
- actiegroepen, diversiteit, emancipatie, etniciteit, gender, migratie, dekolonisatie, vluchtelingen, onderwijs, racisme, lesbisch, biseksualiteit, vrouwenstudies, zwart feminisme, zwarte vrouwenbewegingen, kraakbewegingen, managers, 20e eeuw, interview (form), Indonesië, Nieuw-Guinea (eiland), Nederland
- Description
- Oral history interview met DIV08, geboren op 7 april 1967 in Delft. Ze groeit op als de dochter van een Papoea-vader (de bekende onafhankelijkheidsactivist Nicolaas Jouwe) en een Indische moeder. Voor DIV08 geboren werd vluchtte het gezin met DIV08’s oudere broers naar Nederland toen Nieuw-Guinea deel werd van Indonesië. Ook in Nederland blijven haar ouders zich inzetten voor de rechten van de Papoea’s. Hoewel zijzelf in Nederland is geboren, heeft haar familiegeschiedenis veel impact op haar gehad. Op haar zestiende raakt zij betrokken bij de kraakscene en gaat in Delft in een kraakpand wonen. Daar ontluikt haar feministisch en activistisch bewustzijn. Ze realiseert zich dat het wel een erg ‘witte’ plek is, maar van het bestaan van zwart feminisme heeft ze nog geen idee. Na haar kraaktijd gaat ze in Utrecht cultuurgeschiedenis en vrouwenstudies doen, en volgt colleges bij onder andere Rosi Braidotti, Bell Hooks, Angela Davis, Judith Butler en Maaike Meijer. Aan het einde van haar studie wordt zij student-assistent bij Gloria Wekker, die als zwarte intellectuele vrouw een belangrijk rolmodel voor haar wordt. Samen met medestudent Marlies Mensink doet ze een oral history interviewproject onder Papoeavrouwen in Nederland. DIV08 vertelt uitgebreid over de zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwenbeweging (ZMV) in Nederland. Na haar afstuderen wordt DIV08 projectmanager Cultuurfonds en later adjunct-directeur bij Mama Cash, een organisatie die investeert in activiteiten van vrouwen. Ze reist veel internationaal en gaat daardoor deel uitmaken van wat zij noemt het global feminism. Ze vertelt uitgebreid over haar Mama Cash-tijd. DIV08 vertelt dat zij rond haar achttiende belangstelling krijgt voor het lesbisch zijn. In haar Mama Cash-tijd begint zij met het lesbisch zijn te experimenteren. Ten tijde van het interview heeft zij een mannelijke partner. Zij beschouwt haar lesbisch zijn meer als politiek. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- diversiteit, emancipatie, etniciteit, gender, migratie, onderwijs, pedagogie, racisme, zwart feminisme, zwarte vrouwenbewegingen, wetenschappelijk medewerkers, wetenschappelijke beroepen, managers, directeuren, kinderleidsters, 20e eeuw, interview (form), Suriname, Nederland
- Description
- Oral history interview met DIV06, geboren op 14 december 1953 in Paramaribo, Suriname. Ze groeit op als dochter van de latere eerste president van Suriname, Johan Ferrier, en zijn vrouw Edmé Vas. Beide ouders kwamen uit het onderwijs en droegen het belang daarvan hun hele leven lang actief uit. Op vierjarige leeftijd woont DIV06 een paar jaar op verschillende plaatsen in Nederland en gaat ze naar de kleuterschool, waar ze voor het eerst discriminatie op basis van huidskleur ervaart. Na weer een aantal jaren in Suriname vervolgt ze haar middelbare school in Hilversum. Daarna studeert ze vanaf 1973 in Utrecht pedagogiek, waarvoor ze stage loopt in opvanghuizen in Suriname en Nederland. Ze vertelt over de hoogte- en dieptepunten van haar vaders presidentschap en hoe zij die heeft beleefd. Na haar afstuderen in 1980 gaat DIV06 werken bij opvanghuis Paloeloe en het overkoepelende Sociaal Agogisch Centrum, waar ze tehuizen opzet voor Marokkaanse kinderen met de methodiek die ze voor Paloeloe ontwikkeld heeft. Daarnaast wordt ze veel gevraagd als docent en adviseur over diversiteit. Ze is ook actief in internationale netwerken en bezoekt de VN Vrouwenconferentie in Nairobi in 1985. In 1998 wordt ze directeur van E-Quality, het nieuwe kennisinstituut voor gender en etniciteit, waar ze aanblijft tot het in 2012 fuseert met Aletta. Ze adviseert daarnaast de regering vanuit de commissies AVEM en PAVEM over de arbeidsparticipatie van vrouwen uit etnische minderheidsgroepen. Na het verlaten van E-Quality is ze lid van de adviescommissie voor het slavernijmonument in Amsterdam en voorzitter van de Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013 en ze vertelt hoe deze projecten tot stand zijn gekomen. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Orhan, Gulay > Interviewer
- Contributor
- Tekin, Emine > Interviewer
- Thesaurus
- emancipatie, vrouwenstudies, onderwijs, actiegroepen, migratie, diversiteit, racisme, huwelijken, opvoeding, familierelaties, allochtonen, zwarte vrouwenbewegingen, 20e eeuw, tweede wereldoorlog, interview (vorm), Nederlands-Indië, Indonesië, oral history
- Description
- Oral history interview met DIV02, geboren op 26 februari 1926 in Makassar op het eiland Celebes in Nederlands-Indië en afkomstig uit een welgesteld gezin. Haar vader is een eigen ondernemer van Molukse afkomst en haar moeder heeft een gemengde afkomst maar is inlands. Beide zijn Christen. Ze heeft drie broers. Ze heeft een Europese opvoeding gehad, gaat naar de HBS en op school is ze erg goed in Nederlands. Vooral haar vader heeft een grote rol gespeeld bij de ontwikkelingen in haar leven. De Tweede Wereldoorlog is de grootste ommekeer in haar jeugd. De Japanse bezetting ziet ze ondanks alles als een rijke ervaring. Na de bevrijding gaat ze terug naar de HBS en haalt ze haar diploma. Vervolgens studeert ze drie en een half jaar rechten in Nederland. In Nederland identificeert ze zich pas echt met Indonesië en uiteindelijk stopt ze met haar studie om op deze wijze te demonstreren tegen de militaire acties in 1948. In Nederland ontmoet ze tijdens haar studie haar man. Terug in Indonesië trouwen ze en brengen ze zeventien jaar samen door. DIV02 krijgt werk in de bibliotheek en hier leert ze het belang van informatie voor ontwikkeling. Deze ontdekking neemt ze de rest van haar leven mee. Informatie en taal blijken haar grootste interesses en deze interesses zet ze later in bij haar activiteiten voor de vrouwenbeweging. In 1968 vertrekt ze met haar vier kinderen definitief naar Nederland. Ze vindt werk bij de bibliotheek aan de Universiteit van Amsterdam, maar verlaat deze al snel voor het Tropeninstituut en aldaar het Documentatie Centrum Ontwikkelingslanden. In 1973 wordt ze door een Deense feministe geïnspireerd over de positie van vrouwen in ontwikkelingslanden. Dit is haar eerste aanraking met vrouwenemancipatie. Hierna groeit haar belangstelling voor dit onderwerp alleen maar. Ze werkt vanaf 1987 mee bij vrouwencentrum Flamboyant en is daar een grote en belangrijke waarde voor de documentatie van informatie over vrouwen. Ze is actief binnen de zwarte vrouwenbeweging en ze brengt het onderscheid tussen de witte en de zwarte vrouwenbeweging in kaart. Bij de witte vrouwenbeweging voelden de zwarte-, migranten-, en vluchtelingenvrouwen zich volgens haar niet betrokken genoeg. Bij de zwarte vrouwenbeweging draagt ze bij aan de opbouw, de organisatie (van documentatie) en is ze een algemeen referentiepunt. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.
Showing 1-10 of 27 records.