'De arbeidsparticipatie van 50- tot 65-jarigen is sinds de jaren negentig opgelopen. Dit komt in belangrijke mate door de instroom van jongere generaties vrouwen, die steeds vaker werken. Ook stromen in de jongere generaties steeds minder mannen tussen de 50 en 65 uit vanwege arbeidsongeschiktheid, en neemt het aandeel vrouwen dat voortijdig stopt met werken zonder daarna een uitkering te ontvangen af met de generaties.'
Dit artikel beschrijft de ontwikkeling van het persoonlijk inkomen van mannen en vrouwen. Zowel een eigen inkomen hebben als de wijze waarop iemand dat verwerft, is sterk afhankelijk van de levensfase waarin iemand zich bevindt. Hetzelfde geldt ook voor de hoogte van het inkomen.
Het aantal eerstejaars is in 1995 tot en met 2010 met meer dan de helft toegenomen tot 129 duizend. Het percentage vrouwen kwam in die periode voor het eerst boven de 50 procent en het aandeel allochtone en jongere starters steeg.