De Commune van Parijs werd uitgeroepen in een politiek erg woelige periode (1870-1871), toen Frankrijk met Pruisen in oorlog was. De term 'Commune' wordt zowel voor de revolutionaire stedelijke regering, als voor de hele revolutionaire periode gebruikt. Ingegaan wordt onder andere op de deelname van vrouwen en het ontstaan van de mythe van de 'pétroleuses', de brandstichtsters.
Verschillende bronnen om gendergelijkheid te analyseren en te meten, met de belangrijkste indexen en databanken, worden aangereikt en besproken. Verder de motieven, en bronnen die er zijn gebruikt en welke gegevens beschikbaar zijn. In het eerste deel worden een aantal genderindexen besproken. Daarna volgt een overzicht van internationale genderstatistieken die online raadpleegbaar zijn.
De strijd voor gendergelijkheid stond bij de oprichting van de Verenigde Naties (VN) in 1945 nog in de kinderschoenen. Van de 51 oorspronkelijke leden waren er 30 landen met stemrecht voor vrouwen. In de organisatie van een internationale vrouwenbeweging speelde de VN een cruciale rol. Binnen de VN werken drie organen exclusief aan gender en vrouwenrechten: DAW, INSTRAW en UNIFEM. Twee commissies waken over de problematiek: CSW en CEDAW. Tenslotte is er nog een speciale adviesraad rond gender, OSAGI, en een VN-gendernetwerk, IANWGE, die een gespecialiseerd informatiepunt rond gender oprichtten: Womenwatch.