Agenda's 1988-2015, dagboekaantekeningen KNSM-periode, correspondentie 1925-2015, poëziealbum 1938: rapporten en getuigschriften 1931-1956, stukken van haar vader 1901-1959, foto's. Schrijfster is geboren op 10 juni 1925 te Amsterdam als Anna Jannetje de Waard en overleden op 27 augustus 2015 te Amsterdam, vader Nicolaas de Waard (1887-1959) en Martha Roest (1889-1979), had een zuster, Gerritje de Waard (1919-1979), werkte als stenotypiste bij de KNSM.
Oral history interview met LV01, geboren in 1939 te Apeldoorn. LV01 is het oudste kind in een gezin van twee meisjes. Haar vader werkt voor het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (PTT) en haar moeder is huisvrouw. LV01 groeit op in Epe, en heeft goede herinneringen aan haar jeugd. Haar familie verhuist rond haar twaalfde jaar naar Leeuwarden, waar ze moeilijk aansluiting kan vinden: ook het huwelijk van haar ouders verslechtert. Na de basisschool gaat LV01 naar de mulo en vanaf haar zestiende werkt ze bij het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf in Leeuwarden. Als ze ongeveer 19 jaar oud is verhuist LV01 naar Den Haag voor een baan als telefoniste bij de Nederlandse Christelijke Bond voor Overheidspersoneel (NCBO). In Den Haag trouwt ze en krijgt ze twee zoons, in 1965 en 1967. LV01 komt begin jaren zestig in Den Haag in aanraking met het feminisme via Man Vrouw Maatschappij (MVM). Ze begint op het kantoor van MVM in Den Haag te werken. Ze scheidt van haar man en raakt meer betrokken bij de vrouwenbeweging, met name in het Vrouwenhuis in Amsterdam. LV01 verhuist naar Amsterdam en komt terecht in de feministische woongroep Brood en Rozen. In het interview vertelt LV01 over haar kennismaking met het feminisme en haar eerste relaties met vrouwen. In 1979 begint LV01 met fotograferen. LV01 vertelt hoe ze voor het eerst met fotografie in aanraking komt en over haar eerste foto’s voor de Vrouwenkrant en de AVRO. Ze beschrijft hoe ze haarzelf heeft leren fotograferen, waarom ze graag mensen fotografeert en vertelt over haar roeping als documentaire fotograaf. LV01s doorbraak als fotograaf komt met het boek ‘Poseusus: Portraits of Women’, met tekst van Pamela Pattynama. LV01 wordt vaak gezien als fotograaf van de vrouwenbeweging: in het interview vertelt ze tot op welke hoogte zij zichzelf als zodanig beschouwd. LV01 vertelt over verschillende opdrachten, onder andere over het boek ‘Aan hartstocht geen gebrek: Handicap en lichaamsbeleving’, met tekst van Karin Spaink en haar meest recente boek ‘The Life of Women’ met tekst van Anja Meulenbelt. Aan de hand van haar eigen foto’s, en die van anderen, reflecteert ze op thema’s uit haar werk en haar eigen leven: identiteit, liefde, gezondheid en moederschap.
Oral history interview met DIV09, geboren op 13 juli 1950 in Paramaribo, Suriname. Ze groeit op als vijfde kind in een gezin waarvan de vader inspecteur van de politie is. In 1951 verhuist het volledige gezin naar Nederland. In het begin van het interview vertelt DIV09 uitgebreid over de geschiedenis van haar familie, zowel van vaders als van moeders kant, waarin etniciteit, ras en klassenverschil een grote rol hebben gespeeld. DIV09s ouders stimuleren hun kinderen om te studeren en succesvol te zijn. Vooral tijdens haar jeugd is haar vader haar rolmodel. Zij wil een carrière, niet als haar moeder huisvrouw zijn. Maar ook haar opa van moeders kant heeft invloed. Hij was erg voor een onafhankelijk Suriname en op de hand van de vrijheidsstrijders. Haar vader zette zich juist af tegen alles wat Surinaams was. Als DIV09 achttien is, in 1968, vertrekt zij na haar middelbare schooltijd voor een jaar via een uitwisselingsprogramma naar de Verenigde Staten. Zij woont daar bij een wit gezin en bezoekt de lokale highschool. Daar realiseert zij zich dat zij een vrouw is met een kleur en dat zij moet kiezen welke identiteit zij heeft. Zijzelf noemt dat intersectionaliteit: het is niet voldoende om alleen naar gender te kijken, of alleen naar seksualiteit, of alleen naar ras, maar dat het om intersectie van die drie belangrijke assen gaat en wat daarin normaal geacht wordt. Na haar verblijf in de Verenigde Staten begint DIV09 met een rechtenstudie in Nijmegen. Ze sluit zich aan bij de Surinaamse en Antilliaanse studenten in de internationale studentenvereniging die bezig zijn met de dekolonisatie van Suriname en de zwarte bevrijdingsbeweging in de Verenigde Staten. Na een jaar stapt ze over naar culturele antropologie in Amsterdam. Tijdens haar studie gaat zij zich inzetten voor de Vrouwenbeweging. In eerste instantie realiseert zij zich dat ook hier weer alles wit is en ras en etniciteit geen enkele rol spelen, terwijl dat voor haar wel zo is. Pas later, als rond de onafhankelijkheid van Suriname steeds meer zwarte vrouwen naar Nederland komen, vindt zij daarbij aansluiting en gaat ze deel uitmaken van de opbloeiende zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwenbeweging (zmv). Vlak voor haar afstuderen in 1981 begint ze als ambtenaar in de buitendienst van het Bureau Landelijk Contact bij het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. In deze functie geeft zij voorlichting aan gemeenten en sociaal-culturele instellingen over het verkrijgen van subsidies voor minderhedenbeleid in Zuid-Holland. Vanaf 1984 werkt ze bij de Gemeente Amsterdam als coördinator minderhedenbeleid. In het begin van de jaren tachtig ontdekt zij ook haar lesbisch zijn en gaat zich in die wereld verdiepen. In 1987 vertrekt zij naar de Verenigde Staten om aan de University of California in Los Angeles (UCLA) te promoveren. Tijdens haar onderzoek naar seksuele relaties binnen de Surinaamse vrouwencultuur - “mati-werk” genoemd - woont zij negentien maanden in Suriname. [einde interview 1] [interview 2] Ze vertelt uitgebreid over “mati”, over haar promotieonderzoek en hoe dat ontvangen wordt. Ze krijgt daarna een aanstelling aan Oberlin College in Ohio om vrouwenstudies te doceren, maar na een jaar gaat ze liever terug naar Nederland, waar ook haar partner woont. In maart 1994 vervolgt ze haar wetenschappelijke carrière aan de Universiteit Utrecht. In 2001 wordt ze daar aangesteld als hoogleraar zmv, een leerstoel van het IIAV, tegelijkertijd met het aanvaarden van een functie als directeur van de organisatie Gender Etniciteit en Multiculturaliteit in het hoger onderwijs. Ze vertelt over de soms heftige reacties op haar hoogleraarschap. Terugblikkend op haar carrière denkt ze dat ze altijd voor de muziek uit heeft gelopen en kwesties aan de orde heeft gesteld die voor veel mensen ongemakkelijk waren. Nu ze met emeritaat is, doet ze nog steeds onderzoek en publiceert ze wetenschappelijk, maar hoopt ze ook een roman te schrijven en weer meer tijd te hebben voor haar poëzie. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.
VHV04 is gynaecoloog. Zij is betrokken bij diverse vrouwenhulpverleningsprojecten, zoals de DES-aktiegroep, Stichting Tegen Haar Wil, Werkgroep Vrouwen Zonder Baarmoeder, Stichting Admira en Aletta Centrum voor Vrouwengezondheidszorg. Het voorkomen van onnodige medicalisering, goede voorlichting, aandacht voor geweld tegen vrouwen en de positie van vrouwelijke artsen vormen rode draden in haar werkzaamheden. Zij schrijft voorlichtingfolders voor vrouwen over uiteenlopende verloskundige en gynaecologische onderwerpen. VHV04 is als gynaecoloog betrokken bij Women on Waves, de abortusboot die strijdt voor legalisering van abortus, en ook in Nederland is zij expert op het gebied van abortushulpverlening. Momenteel werkt zij als opleider in het Flevoziekenhuis Almere, waar zij haar visie over goede vrouwengezondheidszorg aan jonge artsen probeert door te geven.
Dagboek geschreven tussen 16 augustus 1899 tot 15 maart 1979 betreffende haar leven in Nederland en in het voormalige Nederlands-Indië. Auteur is geboren op 6 februari 1885, verliet school in Amsterdam in juli 1900 en ging werken in huishoudens te Driebergen en Amsterdam, vertrok in december 1900 naar het toenmalige Nederlands-Indië, werkte ook daar in het huishouden en op kantoor, maar ging ook weer naar school, bleef ongehuwd, keerde ca. 1910 terug naar Nederland, werd pensionhoudster jaren dertig, werkte vanaf 1936 tot aan haar pensioen in 1950 op kantoor bij drukkerij Spaarnestad en uitgeverij Elsevier, woonde sinds 1935 tot aan haar dood op1 juli 1982 in Heemstede, schreef niet tussen 1953- juli 1977, vermaakte haar dagboeken aan haar buurvrouw die ze in 2011 aan Aletta, instituut voor vrouwengeschiedenis schonk.
Dagboeken met tekeningen, knipsels en foto's betreffende haar dagelijks leven, concerten, haar gezin, kinderen en kleinkinderen, haar tekenwerk, exposities en vakanties 1961-2002, dictaat methodiek, zelfgemaakte kaarten, overgeschreven gedichten 1938-1940, fotoboekjes 1978-1987', foto's van aquarellen, schetsen, fotoboekje van de viering van de vijfenzeventigste verjaardag van haar schoonmoeder Henriette W. Jacobs-Lukkeveer in 1965. Mari Buis volgde de Kunstnijverheidsschool te Groningen, huwde in 1945 met Camille Jacobs (1912-1994), vioolleraar aan het Amsterdams Conservatorium, zij kregen twee zonen en een dochter.
Kopie van herinneringen geschreven te Amsterdam, 72 jaar, betreffende haar verlovingstijd, de Eerste Wereldoorlog, haar werk als hoedenmaakster en haar kinderen, 1964 (14 p.), 11 columns geschreven onder pseudoniem 'Een eenvoudige (Amsterdamsche) huismoeder' in De Amsterdammer, 1924 (11 p.).
Tjoen-Moi vertelt aan haar dochter Cindy haar relatie met haar gescheiden ouders. Waarom ze uiteindelijk naar Nederland is gekomen. Zwarte magie in Suriname, verschil met Nederland en relatie tussen kinderen en ouders.
Chandra vertelt over haar leven in Suriname en over uithuwelijking van haar moeder aan haar dochter Rajshri. Ze vertelt ook over de migratiegeschiedenis van Indie naar Suriname, de omstandigheden. Verschil in migratiegeschiedenis naar Nederland. Ze vertelt ook de relatie tussen religie en ingredienten in gerechten.