Personeelsuitje van Zami. Van links naar rechts: Cisca Pattipilohy, Massoud Memar Nezhad, Paula Kattenberg, Noushin Taviakolli, Miriam Zarbashi, Leny Kooyman, Twie Tjoa, Moni Weiss, Gerda Dors, Ebisse Wakjira, Yodith Aberra
Bestuur van het Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging (IIAV): Elske ter Veld, voorzitter, Ellen Bien, penningmeester, Anneke van Veen, Hellen Felter, Trude Maas, Berteke Waaldijk, secretaris, Inge Ruys, ad-interim directeur, en Lioe Tan.
De Emancipatiecommissie van de Vrije Universiteit te Amsterdam start in maart 1995 een actie om te bevorderen dat het College van Bestuur een vrouwelijke bestuurder kiest voor de vacature die daar is.
Oral history interview met LV03, geboren 25 november 1942 te Amersfoort. LV03 groeit op in Markelo, waar haar vader directeur van de Volkshogeschool is. Ze heeft één drie jaar oudere broer. In het interview vertelt LV03 over haar jeugd in Markelo, waar ze zich vaak eenzaam en een buitenstaander voelde. Ze legt uit hoe haar jeugd en opvoeding tekenend zijn geweest in haar verdere leven. LV03 gaat in Almelo naar het lyceum. Daarna gaat ze sociale psychologie en pedagogie (later andragologie genoemd) studeren, aan de Universiteit van Amsterdam. Tegen het einde van haar studie ontwikkelt LV03 een project voor de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH). Via de NVSH raakt ze meer betrokken bij de vrouwenbeweging. Ze wordt actief bij het Vrouwenhuis en de Feministische Oefengroepen Radikale Therapie (FORT). LV03 geeft van 1972 tot 1975 les op de Sociale Academie in Amsterdam. Hierna werkt ze als opbouwwerker in een nieuwbouwwijk in Alkmaar en als coördinator van een buurthuis in Amsterdam. Terwijl ze nog lesgeeft op de Sociale Academie, wordt LV03 lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). In 1982 wordt ze namens de CPN lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In het interview vertelt LV03 over haar lidmaatschap van de CPN en haar ervaringen als parlementslid. LV03 beschrijft enkele belangrijke politieke momenten, zoals de parlementaire enquête naar de werf van Rijn-Schelde Verolme (RSV) en haar rol als het eerste openlijk lesbische kamerlid. In 1986 krijgt de CPN niet genoeg stemmen voor een zetel in de Tweede Kamer en wordt de partij opgeheven. Hierna wordt LV03 stadsecretaris van De Pijp in Amsterdam en is ze actief in het bestuur van het Lesbian and Gay Filmfestival, de Schorerstichting en Opzij. Aan het einde van het interview reflecteert LV03 op huidige thema’s in haar leven zoals gezondheid, de huidige vrouwen- en homobeweging in Nederland, en reizen, met name naar Oost-Europa.
VH01 werd geboren op 21 augustus 1933, in Buitenzorg, voormalig Nederlands-Indië. Ze zegt mooie herinneringen te hebben aan het opgroeien in, naar eigen zeggen, ‘de rimboe’. Het interview begint met een vluchtige en globale bespreking van haar jeugd. Van haar achtste tot haar twaalfde jaar zit ze samen met haar ouders, twee oudere broers en jonger zusje in een Japans interneringskamp. Haar vader overleeft het kamp niet. Mede dankzij de oorlog heeft VH01 nooit op de lagere school gezeten. Na de bevrijding gaat het gezin in Nederland wonen en bezoekt VH01 het gymnasium, dat ze succesvol afrondt. Hoewel familie vindt dat ze een taal moet gaan studeren, kiest ze voor de studie Rechten in Leiden: een taalstudie vindt ze te meisjesachtig én het is een korte studie. Ze zegt echter dat ze verder weinig affiniteit had met rechten. Ze haalde tijdens haar studententijd vooral plezier uit deelname aan het toneelgezelschap van haar studentenvereniging. Tijdens haar studie is ze ruim een jaar overspannen. Ze meent dat dit ten gevolge van de oorlog is. Het gesprek gaat verder over de tijd na haar afstuderen. Haar eerste baan is als trainee bij Unilever waar zij één van twee vrouwen is, tussen vijfentwintig mannen. Ze voelt zich hier niet thuis en wordt zelfs regelmatig buitengesloten van vergaderingen. Wanneer ze de kans krijgt, stapt ze daarom over naar de advocatuur. Dit is mogelijk doordat ze naast haar werk toneel is blijven spelen in een gezelschap met veel advocaten. VH01 vertelt uitgebreid over haar sollicitaties en banen bij advocatenkantoren. Hierna gaat het gesprek verder over haar echtgenoot Rob en hoe het was om voor het eerst moeder te worden. Door haar moederschap kon ze niet meer in de advocatuur werken, die baan kon alleen fulltime vervuld worden. Op advies van de burgermeester van Voorschoten gaat ze daarom werken als docent Inleiding Recht, aan de Universiteit van Leiden. Vervolgens gaat het interview kort verder over haar herinneringen aan het interneringskamp Tjideng, waarvan haar voornaamste herinnering is dat ze met heel veel mensen in kleine huizen, en later in een bamboe-hut, moest leven. Het gesprek gaat verder over haar lidmaatschap van D66 en haar rol tijdens de beginjaren van de partij. Een belangrijke reden voor haar politieke engagement was dat ze zich door haar studie realiseerde dat het recht een politiek instrument was. Dit is ook, zo vertelt ze verder, waarom ze later promoveerde in Amsterdam: om het strafrecht socialer te maken. Clara Wichmann was hierbij een groot voorbeeld voor haar, zowel op het gebied van denken over het strafrecht als in haar feministisch denken. Dit is ook terug te vinden in haar hoogleraarschap, waar ze uitgebreid over vertelt. Ook vertelt ze over hoe ze werd afgewezen voor een promotieplek in Leiden, naar eigen zeggen omdat ze vrouw was. Later in het interview bespreekt ze over andere momenten in haar carrière waarop dit zich herhaalde. Het gesprek gaat verder over VH01s tijd bij het Sociaal Cultureel Planbureau, dat ze omschrijft als een avontuur en een fijne tijd. Maar ze miste ze wel het werken met studenten. Hierna vertelt ze hoe ze benoemd werd tot hoogleraar Andragologie bij de UvA, haar ervaringen als hoogleraar en de commissies die ze ernaast deed. Voor haar werk als voorzitter van STEO werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Tijdens haar hoogleraarschap en haar emeritaat heeft ze regelmatig aangedrongen bij universiteiten om meer vrouwelijke hoogleraren aan te nemen. Het interview sluit af met een bespreking van haar carrière als cabaretier en de rol van feminisme en de vrouwen uit haar leven hierin.
Presidente van de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen, enige jaren lid van de emigratie-commissie van het NVC, het Nederlands Vrouwen Comité (?) en ook vice-presidente van het NVC.
Mevrouw Karaman, van 1974-1989 (bestuurs)lid van de HKTB, vanaf 1990 gemeenteraadslid in Amsterdam. Zie ook record 100025783, 100026122 en 100026123. Collectie Gon Buurman.
Eén van de eerste vergadering van Zami. Geheel links Lucille landveld (bestuurslid Zami), Fieneke Baetens (bestuurslid Zami), Amazone Nativel (fotograaf, in oranje trui), Ruth Itturiaga (Chileens dichteres, in witte trui). Aan de kop van de tafel, links Moni Weiss, rechts Veronica van Roon.
Theng Hwa Tjoa was onder andere bestuurslid geweest van het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV). Hier spreekt zij op eern themadag in de Meervaart over politiek beleid. Collectie Gon Buurman.