een Indische kroniek 1935-1950
- Categories
- Book/Boek
- Creator
- Hobma-Glastra, T.Y.
- Creator
- Bouman, Jan > (red.)
- Contributor
- Heshusius, C.A. > (voorw.)
- Publish Year
- 1988
- Shelfmark
- ZO AZ 4 1988 - C
- Thesaurus
- dagelijks leven, vrouwenorganisaties, Indonesië, tweede wereldoorlog, Nederland
- Description
- Autobiografische beschrijving van de Friese Trijntje 'Truus' Hobma-Glastra (1910) van haar leven in Nederlands-Indië, later Indonesië van 1930-1950, waar zij woonde voor het werk van haar echtgenoot. In Batavia werd zij als akela lid van de padvinderij en leidster van de Nederlandsche Meisjes Club. Daarnaast werd zij lid van de Algemene Maatschappij Voor Jongeren (AMVJ), waar zij in 1939 huismoeder van het AMVJ-huis in Batavia werd.
In 1940 gaf zij zich ook op voor het Vrouwen Auto Corps (VAC). Het corps was eerder dat jaar door Maria Catharina 'Rie' Lulofs-Mehrengs opgericht om te dienen als hulpleger van vrouwelijke chauffeurs van vrachtwagens, mocht het komen tot een aanval op Nederlands-Indië. Het corps zou na de Japanse verovering veelvuldig worden ingezet. Hobma-Glasstra werd in 1943 geïnterneerd in het Japanase vrouwenconcentratiekamp Tjideng. Zowel Hobma-Glastra als haar echtgenoot overleefden de oorlog en werden in 1946 gerepatrieerd naar Nederland. Haar man keerde eind 1946 terug naar 'de Oost' en Hobma-Glastra werd in 1947 als eerste vrouw uitgezonden van een groep dames voor de Dienst Welfare, de militaire welzijnszorg van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, en gestationeerd in Makassar op het eiland Celebes. In 1949 nam zij ontslag bij de dienst en keerde terug bij de AMVJ, waar zij directeur werd van de afdeling Makassar. In maart 1950 zou het echtpaar Hobma-Glastra definitief terugkeren naar Nederland. - Deze publicatie kwam tot stand naar aanleiding van een NCRV-radioprogramma op 5 mei 1986, waarin Truus Hobma-Glastra vertelde over haar belevenissen, en is gebaseerd op persoonlijke herinneringen, (dagboek)notities, verslagen en documenten, aangevuld met mondeling of schriftelijk gedane mededelingen van anderen, in de meeste gevallen lotgenoten.