Cornélie van Oosterzee werd op 16 augustus 1863 in Jakarta (Batavia) in Indonesie geboren. Ze volgde eerst een theoretische studie in Den Haag. Daarna studeerde ze compositie bij R. Radecke en instrumentatie met Heinrich Urban, beide in Berlijn. Van Oosterzee bleef er de rest van haar leven. Ze hield contact met Nederland als muziekcorrespondentvoor het Algemeen handelsblad en het dirigeren van Nederlandse orkesten. Ze was één van de eerste Nederlandse vrouwen die voor een orkest componeerde. In 1898 schreef ze een cantate voor een vrouwenkoor, solisten en orkesten voor de openingsceremonie voor de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in Den Haag. Van Oosterzee werd geridderd.