Refine your search
Language
Magazine Year
Magazine Title
Auteursrechten status
Refine your search
- Iconographic browsing
- Results per page : 50
-
Misbruik meisjes in de RKK
- Creator
- Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik > Producer
Misbruik meisjes in de RKK
Een Oral history project over het verborgen verleden van seksueel misbruik en mishandeling van meisjes binnen de instituties van de rooms-katholieke kerk in Nederland vanaf 1940.- Creator
- Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik > Producer
-
Misbruik meisjes in de RKK, oral history interview met MMRKK01
- Creator
- Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik > Producer
Misbruik meisjes in de RKK, oral history interview met MMRKK01
Geïnterviewde (1953) werd geboren in een mijnwerkersgezin in Zuid-Limburg. Met drie maanden werd ze uit huis geplaatst als jongste van vijf kinderen, nadat haar moeder het gezin verliet. Met anderhalf jaar oud werd ze in kindertehuis Baexem geplaatst, op haar derde verhuisde ze naar Jeugddorp Bethanië in Horn. Dit tehuis, onder leiding van de zusters Dominicanessen van Bethanië, bestond uit zestien bungalows waarin de zusters met een groep van achttien kinderen (0-18 jaar oud) leefden. geïnterviewde heeft tot haar zeventiende in het tehuis gezeten (1955-1970) waar ze onder leiding stond van zuster Paula in huisje de Bremhof. Geïnterviewde heeft haar jeugd als liefdeloos en vol straf ervaren, zowel psychisch als lichamelijk. Op haar vierde kreeg ze zonder verdoving een katheter ingebracht, en een pak slaag – op haar blote billen – van de kleuterleidster omdat ze zong terwijl ze ziek in bed lag. Geïnterviewde had op haar zestiende onschuldig briefcontact met haar vriendje. Een groepsgenootje verraadde haar bij de zuster, waarna ze wegliep. Toen ze weer terug was gebracht door de Kinderbescherming werd ze een week lang opgesloten. Geïnterviewde vertelt over het slechte onderwijs op laag niveau voor tehuiskinderen en hoe ze hiertegen in opstand kwam. Op haar zeventiende ging ze als coupeuse werken om niet opnieuw in een tehuis geplaatst te worden. Geïnterviewde heeft zich erg in de steek gelaten gevoeld door haar ouders. Tijdens een proef om bij haar vader te gaan wonen kon hij zijn handen niet thuishouden. Ook overige familie zag ze zelden. Het tehuis heeft ze nooit als vervangende familie ervaren. Geïnterviewde vertelt over de bestraffende omgang met menstruatie en opgesloten worden in een bezemkast waarin een emmer met gebruikte maandverbanden stond. Geïnterviewde was bang om bestraft en vernederd te worden. Het maakte haar eenzaam. Ze vertelt over het geloof en de veranderingen in de jaren zestig. Na het tehuis was er geen begeleiding om in de maatschappij haar draai te vinden. Geïnterviewde heeft verschillende opleidingen gevolgd en banen gehad. Deze liepen spaak wanneer ze in opstand kwam tegen onrecht. Geïnterviewde heeft verschillende relaties gehad en kreeg een dochter. Hiermee heeft ze een moeizame relatie wat haar veel verdriet doet. Ze heeft diverse therapieën doorlopen. Na een ongeluk kreeg ze herbelevingen en raakte in de ziektewet. Na een uitzending over misbruik van jongens vroeg ze een gesprek aan bij de RKK en kwam in contact met het VPKK. Haar zaak is gemeld bij de Commissie HEG en Commissie Deetman. Geïnterviewde wacht op het moment van het interview op een gesprek met de congregatie en hoopt daarmee erkenning te krijgen. Ze wil de slaag op blote billen en opsluiting bij gebruikte maandverbanden opvoeren als seksueel misbruik, ook al weet zij dat dat volgens de geldende definitie lastig is. Geïnterviewde hoopt de relatie met haar dochter te kunnen herstellen. Geïnterviewde toont foto’s, een poesiealbum, gedichten die ze schreef in het tehuis en documentatie van klachtenprocedure. Ze vertelt over een reünie die in 2014 plaatsvond en waar ze met haar zus heen ging.- Creator
- Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik > Producer
-
Vrouwenhulpverlening, oral history interview met VHV04
- Creator
- Aletta - Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwenhulpverlening, oral history interview met VHV04
VHV04 is gynaecoloog. Zij is betrokken bij diverse vrouwenhulpverleningsprojecten, zoals de DES-aktiegroep, Stichting Tegen Haar Wil, Werkgroep Vrouwen Zonder Baarmoeder, Stichting Admira en Aletta Centrum voor Vrouwengezondheidszorg. Het voorkomen van onnodige medicalisering, goede voorlichting, aandacht voor geweld tegen vrouwen en de positie van vrouwelijke artsen vormen rode draden in haar werkzaamheden. Zij schrijft voorlichtingfolders voor vrouwen over uiteenlopende verloskundige en gynaecologische onderwerpen. VHV04 is als gynaecoloog betrokken bij Women on Waves, de abortusboot die strijdt voor legalisering van abortus, en ook in Nederland is zij expert op het gebied van abortushulpverlening. Momenteel werkt zij als opleider in het Flevoziekenhuis Almere, waar zij haar visie over goede vrouwengezondheidszorg aan jonge artsen probeert door te geven.- Creator
- Aletta - Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwenhulpverlening
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwenhulpverlening
Oral history interviews met feministen die een pioniersrol hebben gespeeld in de geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg voor vrouwen.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Sekse en de stad [themanummer]
- Creator
- Vega, Judith
- Hengel, Louis van den
- Spierings, Frans
- [et al.]
Sekse en de stad [themanummer]
Thema over de relevantie van het denken over stedelijkheid en sekse. Vega bespreekt de geschiedenis van de sociale filosofie van de stad in samenhang met haar feministische receptie en kritiek. Ze traceert optimisme en pessimisme ten aanzien van de stad tot in de Verlichting en verschillende twintigste-eeuwse sociaal-filosofische tradities van denken over de stad. Van den Hengel analyseert hoe inrichting en 'beeldprogramma' van het Forum Augustum genderpolitiek belichaamden. Hij bespreekt de tekortkomingen van de Lacaniaanse interpretatie van het Forum door Barbara Kellum. Spierings en Stavenuiter beschrijven het stedelijk vernieuwingsbeleid in Nederland en 'good practices' die laten zien hoe een gender- en leeftijdsbewust vernieuwingsbeleid eruit zou kunnen zien. Pieterse deed onderzoek naar het verdwijnen van feministische idealen in de interactie tussen de Amsterdamse kraakbeweging en het gemeentelijk broedplaatsbeleid.- Creator
- Vega, Judith
- Hengel, Louis van den
- Spierings, Frans
- [et al.]
-
Vrouwenopvang
- Creator
- Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwenopvang
In dit Oral History project worden vijf vrouwen geïnterviewd die hun stempel hebben gedrukt op de veertigjarige geschiedenis van de vrouwenopvang in Nederland. De rol van de Blijf-van-m’n-Lijf-huizen en de vrouwen die het eerste opvanghuis hebben opgericht en die op beslissende momenten directeur van de groeiende organisatie zijn geweest, of die anderszins grote invloed hebben gehad op de ontwikkeling van de vrouwenopvang. Hun persoonlijke en professionele verhaal vult de bronnen in de literatuur en het archief over de vrouwenopvang aan (i.h.b. Blijf-van-m’n-Lijf). In de interviews wordt ook aandacht worden besteed aan de betekenis van het zelfhulp-principe zoals aanvankelijk ontwikkeld in Blijf-van-mijn-Lijf.- Creator
- Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis > Producer
-
Misbruik meisjes in de RKK, oral history interview met MMRKK05
- Creator
- Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik > Producer
Misbruik meisjes in de RKK, oral history interview met MMRKK05
MMRKK05 (1926) verbleef van haar 5e tot haar 17e in het Roomsch Armen-Weeshuis in ’s-Hertogenbosch, dat onder bestuur stond van de Zusters van Liefde, Congregatie Dochters van Maria en Joseph - in de volksmond Zusters van de Choorstraat genoemd. Geïnterviewde spreekt afwisselend Nederlands en Engels, omdat ze reeds sinds de jaren vijftig in Engeland woonachtig is. MMRKK05 werd geboren in een groot katholiek arbeidersgezin in Brabant, als zevende van acht kinderen. Haar moeder overleed op haar 39e. Vader kon de zorg voor de kinderen niet aan. De oudste drie mochten thuis blijven bij hun vader, de vijf jongste moesten naar tehuizen. Omdat MMRKK05 vier was bij het overlijden van haar moeder, moest ze eerst een jaar naar een klooster. Toen ze vijf werd, bracht haar vader haar achterop de fiets naar het weeshuis. Haar eerste herinneringen stammen vrijwel allemaal uit het weeshuis. Ze vertelt over het strenge en liefdeloze regime: er mocht niet gepraat worden, niet gelezen, geen aanraking, er was geen enkele privacy en bestraffing vond willekeurig plaats. MMRKK05 ervoer het als een gevangenis. Ze herinnert zich de mishandeling van een meisje goed, en haar eigen machteloosheid hier iets aan te doen. Ze omschrijft een van de nonnen als duivel. Eens in de week kregen de meisjes schoon ondergoed. MMRKK05 vertelt dat ze zich twee keer een bad kan herinneren, daarbuiten mochten ze alleen hun bovenlijf wassen. Naar hun lichaam kijken was verboden. Wanneer de meisjes ongesteld waren, kregen ze twee keer per dag ‘een lap’. MMRKK05 vertelt hoe het bloed langs haar benen liep. MMRKK05 vertelt over de eenzaamheid. Haar twee zussen die ook in het tehuis zaten zag ze nooit. De eerste zeven jaar mocht ze niet naar huis. Eens in de maand kreeg ze bezoek van haar vader. Hierbij was altijd een non aanwezig, waardoor ze niet vrij kon spreken. Toen een modernere non het roer overnam, mocht ze eens in de maand naar huis. Tijdens zo’n bezoek gaf ze aan het vreselijk te vinden in het tehuis, maar haar vader kon het niet geloven. MMRKK05 mocht naar de MULO maar kon door de vroege bedtijd niet genoeg studeren. Na contact met haar docent mocht ze langer opblijven, en hoefde ze bovendien geen huishoudelijk werk in het tehuis te doen. De school stond onder leiding van een andere orde, en ze ervoer het onderwijs als goed, hoewel er ook daar geen ruimte was voor contact met andere meisjes. MMRKK05 vertelt over bestraffing en over de jaarlijkse visitatie. MMRKK05 vertelt over haar eerste bezoek aan thuis, haar vriendinnen in het tehuis en hoe ze eigenlijk niets wist over haar eigen gezin of over de situatie van haar vriendinnen: er werd je niets verteld. MMRKK05 springt regelmatig van heden naar verleden. Een nichtje van MMRKK05 stuurde haar een aantal jaar voor het interview het boek 'Stil in mij' toe, waar ze veel in herkende. Ook haar broers zaten in een tehuis. Eén van hen zegt zelf niet misbruikt te zijn maar hier wel getuige van te zijn geweest. MMRKK05 heeft jaren later een bezoek gebracht aan het tehuis, wat ze erg naar vond. Ze beschrijft hoe het tehuis er vroeger uit zag. Vlak voor Kerstmis 1943 mocht MMRKK05 plotseling naar huis, een paar weken voor haar achttiende verjaardag. Ze vertelt over de laatste weken van de oorlog en over de bevrijding in 1944, waarbij ze verliefd werd op een Engelse militair. MMRKK05 had een baan, maar in 1948 besluit ze naar Engeland te gaan om te werken en geld te verdienen zodat ze kunnen trouwen. Ze ging in betrekking, waar ze zich enorm eenzaam voelde. Samen met interviewer bekijkt ze een oud fotoalbum. MMRKK05 vertelt aan de hand van foto’s over zelf moeder worden, haar werk, haar familie. MMRKK05 had erge heimwee maar ze gingen slechts om het jaar naar Nederland. MMRKK05 heeft haar man Vic nooit uitgebreid verteld over het weeshuis, en vertelt opnieuw over hoe ze niet met haar vader kon praten. MMRKK05 zal de nonnen nooit vergeven. Aan de hand van foto’s die de interviewer mee heeft genomen herinnert MMRKK05 zich meer over het weeshuis en vertelt hoe dit eruit zag en wat er gebeurde. MMRKK05 toont familiefoto’s. Ze vertelt over hoe de opvoeding van haar kinderen werd gekleurd door haar eigen ervaring. Ze vertelt over de omgang met het lichaam in het tehuis, de vernedering en verwaarlozing. Ze denkt dat de nonnen geen non wilden zijn en uit rancune handelden. MMRKK05 vertelt over haar leven in Engeland en haar huwelijk, en toont nog meer foto’s.- Creator
- Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik > Producer
-
Zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen, oral history interview met DIV06
- Creator
- Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis > Producer
Zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen, oral history interview met DIV06
Oral history interview met DIV06, geboren op 14 december 1953 in Paramaribo, Suriname. Ze groeit op als dochter van de latere eerste president van Suriname, Johan Ferrier, en zijn vrouw Edmé Vas. Beide ouders kwamen uit het onderwijs en droegen het belang daarvan hun hele leven lang actief uit. Op vierjarige leeftijd woont DIV06 een paar jaar op verschillende plaatsen in Nederland en gaat ze naar de kleuterschool, waar ze voor het eerst discriminatie op basis van huidskleur ervaart. Na weer een aantal jaren in Suriname vervolgt ze haar middelbare school in Hilversum. Daarna studeert ze vanaf 1973 in Utrecht pedagogiek, waarvoor ze stage loopt in opvanghuizen in Suriname en Nederland. Ze vertelt over de hoogte- en dieptepunten van haar vaders presidentschap en hoe zij die heeft beleefd. Na haar afstuderen in 1980 gaat DIV06 werken bij opvanghuis Paloeloe en het overkoepelende Sociaal Agogisch Centrum, waar ze tehuizen opzet voor Marokkaanse kinderen met de methodiek die ze voor Paloeloe ontwikkeld heeft. Daarnaast wordt ze veel gevraagd als docent en adviseur over diversiteit. Ze is ook actief in internationale netwerken en bezoekt de VN Vrouwenconferentie in Nairobi in 1985. In 1998 wordt ze directeur van E-Quality, het nieuwe kennisinstituut voor gender en etniciteit, waar ze aanblijft tot het in 2012 fuseert met Aletta. Ze adviseert daarnaast de regering vanuit de commissies AVEM en PAVEM over de arbeidsparticipatie van vrouwen uit etnische minderheidsgroepen. Na het verlaten van E-Quality is ze lid van de adviescommissie voor het slavernijmonument in Amsterdam en voorzitter van de Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013 en ze vertelt hoe deze projecten tot stand zijn gekomen. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.- Creator
- Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwenhulpverlening, oral history interview met VHV03
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwenhulpverlening, oral history interview met VHV03
VHV03, psychotherapeut, reflecteert in het interview op haar jeugd als domineesdochter. Zij heeft een tweelingbroer en vertelt over de invloed dat dat heeft op haar socialisatie en ontwikkeling. VHV03 beschrijft de manier waarop zij een hetero bestaan probeert op te bouwen en hoe zij uiteindelijk toch kiest voor een lesbisch leven. VHV03 vertelt over de oprichting van Stichting De Maan: het pionierswerk dat door de Maan wordt verricht op het gebied van onder andere incesthulpverlening en hoe De Maan zich verhoudt tot de vrouwenbeweging. VHV03 beschrijft hoe in de periode dat zij voor De Maan werkt haar privé- en werkleven steeds meer vervlecht. VHV03 gaat in het interview uitgebreid in op haar werk in voormalig Joegoslavië en hoe haar dat aangrijpt. Ze beschrijft haar jarenlange relatie met Riek Stienstra, directeur van de Schorerstichting. Voor VHV03 is de grote winst van De Maan en de vrouwenhulpverlening de aandacht voor seksueel geweld, de aandacht voor verkrachting in oorlogsgebieden en de positievere uitstraling die het lesbisch zijn heeft gekregen.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouw en Kerk, oral history interview met VK01
- Creator
- Aletta - Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouw en Kerk, oral history interview met VK01
Oral history interview met VK01 over haar rol in de kerk. VK01 wordt geboren in een groot rooms-katholiek gezin in Elden. Haar vader was hoofd van de plaatselijke openbare school. Ze vertelt over haar jeugd, de vanzelfsprekende plaats van de kerk daarin, de normen en waarden die ze van huis uit meekreeg, haar geloofsbeleving, Godsbeeld en hoe dit veranderde in de loop van de jaren. Na de lagere school gaat ze naar de HBS in Arnhem. In de Tweede Wereldoorlog moet het gezin VK01 Elden verlaten. Via Huusse komen ze bij een gereformeerd gezin in Ede terecht, waar ze kennismaakt met het protestantisme. Op de middelbare school krijgt ze oog voor rolpatronen in kerk en maatschappij. Haar scheikundelerares Marga Klompé heeft veel voor haar betekend, ook voor haar werk in de kerk. Ze gaat medicijnen studeren in Utrecht. Door haar huwelijk moet ze haar studie afbreken. Ze doet een verkorte opleiding tot medisch analist. De eerste jaren van haar huwelijk werken mevrouw VK01 en haar man in Indonesië, waar hun eerste kind wordt geboren. Terug in Nederland krijgen ze nog twee kinderen. Al snel begint het patroon dat haar echtgenoot werkt en zij voor de kinderen zorgt, te wringen. Ze start een afdeling van het Katholiek Vrouwengilde. Ook raakt ze betrokken bij de Raad van Kerken en een katholieke organisatie voor jeugdwerk. Het valt haar soms zwaar als één van de weinige vrouwen binnen besturen van (kerkelijke) organisaties. Ze maakt zich zorgen over haar imago als moeder en huisvrouw. Haar man moet wennen aan alle activiteiten buitenshuis. Ze vertelt over veranderingen in de kerk en in de samenleving, en hoe ze daarin participeert, bijvoorbeeld in het project seksuele opvoeding van het Katholiek Bureau Geestelijk Gezondheidszorg. Ze wordt coördinator van het Katholiek Bureau voor Seksualiteit en Relaties. Ondertussen volgt ze cursussen op het gebied van seksuologie, relaties en vormingwerk. Ze zet zich in voor gelovigen die in de knel komen tussen de kerkelijke leer en het dagelijks leven, dat in de jaren zestig en zeventig sterk verandert onder invloed van de seksuele revolutie. Ze pleit voor vernieuwingen binnen de kerk, maar loopt tegen conservatieve bisschoppen aan. Ze vertelt over haar verhouding tot het feminisme en de betekenis van feministisch theologe Tine Halkes, en hoe Dorothee Sölle en Simone Weil haar geïnspireerd hebben: over het ontstaan en activiteiten van de Acht Mei Beweging (in 1985), waarvan ze zeven jaar voorzitter is geweest: hoe haar houding tot de kerk als instituut veranderd is en over haar groeiende verbinding met de oecumene. Ze blikt terug op hoe ze zorg voor kinderen en huishouden, en haar werk gecombineerd heeft en wat haar (schoon)ouders daarvan vonden: geeft haar mening over hedendaagse vernieuwingen binnen de katholieke kerk in Nederland en haar visie op de toekomst van de kerk.- Creator
- Aletta - Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Oral History Collectie Zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen - eerder genoemd Diversiteit
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Oral History Collectie Zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen - eerder genoemd Diversiteit
Het project was eerder bekend onder de naam ‘Diversiteit’ . Oral History project om levensverhalen van vrouwen met een migrantenachtergrond, die een belangrijke bijdrage leveren aan de zwarte. migranten- en vluchtelingenvrouwen(bewegingen), in beeld vast te leggen. Transcripten op papier beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN05
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN05
Interview met een vrouw, geboren in 1914 en afkomstig uit een christelijk middenstandsgezin. In 1944 wordt ze actief bij de Communistische Partij Nederland (CPN), naast de zorg voor haar negen kinderen. Ze brengt De Waarheid rond en werkt mee aan de verspreiding van distributiestamkaarten. Ze doet mee aan de schoonmakersstaking (vrouwenstaking) van 11 januari-7 maart 1949. Deze staking wordt gesteund door de Eenheid Vakcentrale (EVC). Door haar echtscheiding mag ze geen lid meer zijn van de partij. Ze is maar kort lid geweest, maar voelt nog steeds veel sympathie voor de CPN. Ze blijft communistische kranten verspreiden en bijeenkomsten bezoeken. Ze doet mee aan demonstraties, geldinzamelingsacties en bezoekt verschillende evenementen van de CPN. Ook van haar familie heeft ze negatieve reacties gekregen op haar scheiding. Geinterviewde heeft veel verschillende banen gehad. Enthousiast is ze over het begeleiden van reizen naar Oost-Europa en de Sovjet-Unie voor de Vereniging Culturele Uitwisseling (VCU). Later sluit ze zich aan bij de Socialistische Partij (SP).- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouw en Kerk, oral history interview met VK02
- Creator
- Aletta - Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouw en Kerk, oral history interview met VK02
Oral history interview met VK02 over haar rol in de kerk. VK02 wordt in 1937 geboren in Wormer. Haar vader is onderwijzer op de lagere school, haar moeder huisvrouw en ze heeft een broer die een jaar ouder is. Officieel zijn haar ouders Nederlands Hervormd, maar het geloof speelt geen rol in hun leven. In 1941 verhuist het gezin naar Beilen in Drenthe waar vader onderwijzer wordt op de Mulo. VK02 heeft veel herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Het gezin De Groot heeft Joodse onderduikers en vader is betrokken bij het verzet. In de twee jaar dat VK02 op een christelijke school zit, raakt ze geboeid door Bijbelverhalen en gaat ze de zondagsschool bezoeken. Haar vader, een gesloten man, heeft erg geleden onder de Tweede Wereldoorlog. In 1946 verhuizen ze naar Deventer. Op het openbare gymnasium geniet ze van de catechisaties van dominee Kannegieter en uiteindelijk doet ze belijdenis van het geloof. Haar ouders hebben soms moeite met haar geloof, waardoor VK02 zich eenzaam kan voelen. Sinds ze ca. acht jaar is, schrijft VK02 gedichten. Ze twijfelt of ze Theologie of Letteren zal gaan studeren. Het wordt uiteindelijk Letteren in Amsterdam. Daar zoekt ze contact met professor Donkersloot die haar aanmoedigt door te gaan met gedichten schrijven. Een jaar voor haar doctoraal Nederlands start ze met Theologie. In 1961 wint ze de eerste prijs van de UvA-poëziewedstrijd. In 1966 worden twee dichtbundels gepubliceerd. Achtereenvolgens komt aan de orde: -hoe haar Godsbeeld en geloof veranderen door de studie theologie: van vrijzinnig naar meer orthodox: -de betekenis van de figuur van Maria Magdalena voor haar persoonlijk: -haar fascinatie voor de dichteres Hadewijch vanwege diens poëzie en manier van leven: -waarom ze zich in eerste instantie niet aansloot bij de vrouwenbeweging: ze fond feministen vaak niet-religieus of zelfs anti-religie -de radio-uitzendingen die ze verzorgt voor de VPRO -haar werk als vicaris in de Haagse Kloosterkerk en de problemen waar ze mee te maken krijgt, waaronder seksisme en tegenstanders van vrouwelijke predikanten. In 1974 start ze met andere pastors de oecumenische gemeenschap Ekklesia Den Haag. In deze periode groeit haar feministische bewustwording. Zo is ze betrokken bij het themanummer over het Jaar van de vrouw van het tijdschrift Wending. Ook gaat ze zich meer verdiepen in de mystiek. In 1981 verhuist ze naar het Friese Woudsend, waar ze een leerhuis start. Ze vertelt over de betekenis van de groep Driebergen (de eerste feministische theologes, waaronder Tine Halkes, Gonnie Scholten en Trudy Klijn): haar voorliefde voor exegese van Bijbelteksten: hoe ze poëzie en poëzietheorie gaat doceren aan de lerarenopleiding in Leeuwarden: hoe ze uiteindelijk een promotieplaats krijgt, wat haar onderzoek inhoudt, hoe het proefschrift in eerste instantie wordt afgewezen binnen de theologische faculteit en later geaccepteerd binnen de letteren faculteit: over haar betrokkenheid bij een groep in Friesland die zich bezighoudt met gnostische evangeliën, gnostische literatuur en die teksten op muziek probeert te zetten: over de invloed van de gnosis op het Godsbeeld.- Creator
- Aletta - Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN07
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN07
Interview met een vrouw, geboren in 1919 en afkomstig uit een politiek bewust en vrijzinnig gezin. Haar ouders zijn geen lid van een politieke partij, maar al vóór de Tweede Wereldoorlog wordt door hen geld ingezameld voor Duitse vluchtelingen. Tijdens de oorlog gaat ze, samen met haar vader, voor de illegale Waarheid werken. Haar man zit ondergedoken wegens dienstweigering. Hij werkt voor de illegale Trouw. In 1945 wordt ze lid van de CPN en ze blijft dat tot 1984. Ook wordt ze actief bij het Rotterdams Vrouwencomité en later bij de Nederlandse Vrouwen Beweging (NVB), waar ze ook voorzitter van wordt. Namens de CPN zit ze jarenlang in de gemeenteraad. Hoewel ze zich niet altijd positief uitlaat over feministen zet ze zich wel in voor 'de vrouwenzaak'. In de jaren zeventig schrijven de vrouwelijke gemeenteraadsleden met de hulp van vrouwenorganisaties twee vrouwennota’s. Deze worden door de hele gemeenteraad aangenomen. In 1982 is ze medeoprichter van anti-discriminatiebureau Radar, in 1990 is ze medeoprichter van Verdraagzaam Vreewijk en later raakt ze betrokken bij het 4 mei Comité Vreewijk.Ze wordt veelvuldig genoemd in het proefschrift van Jolande Withuis: 'Van opoffering tot heroïek'.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwenhulpverlening, oral history interview met VHV07
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwenhulpverlening, oral history interview met VHV07
VHV07 Rotterdam,- ook bekend als VHV07) beschrijft haar jeugd, de impact van de vroege dood van haar moeder en de rol van haar oudste zus Nelleke Nicolai in haar leven. Ze vertelt hoe zij als kind geconfronteerd wordt met onrecht. Bijvoorbeeld hoe vrouwen en mannen anders benaderd en behandeld worden, maar ook hoe er tegen 'bruine' mensen aan wordt gekeken en hoe die worden gediscrimineerd. In het interview vertelt VHV07 hoe zij gevormd wordt door haar maatschappij-kritische studie psychologie. Met haar mede-studenten analyseert zij hoe sekse en klasse voortdurend een rol spelen in de samenleving. Zij bediscussiëren hoe er binnen de gezondheidszorg wordt gekeken naar vrouwen: vrouwen en hun klachten zijn atypisch, een voetnoot in de medische vakliteratuur. VHV07 vertelt dat voor haar de vrijheidsdrang het belangrijkste is. De drang om te doen wat je belangrijk vindt en dat dit niet wordt tegengewerkt omdat je bijvoorbeeld toevallig een meisje bent. In haar carrière staat het ontregelen, dat wat vastzit losser maken of dat wat als vanzelfsprekend wordt aangenomen van een andere kant belichten, centraal. Ze noemt de vrouwengezondheidszorg de Gouden Eeuw in haar leven. VHV07 beschrijft het proces hoe Stichting Vrouwengezondheidscentrum samen met de stichting Aletta (de huisartsenpraktijk) uitgroeit van een groep van voornamelijk vrijwilligers naar een professionele organisatie. Qua kennis op het gebied van vrouwengezondheidszorg heeft Aletta een voortrekkersrol en zij ontwikkelen goede methoden om de kennis te integreren in de reguliere gezondheidszorg en in de samenleving. Leonore geeft voorbeelden hoe van de manier waarop Aletta medewerkers te werk gingen en welke methodes ze gebruikten. VHV07 betreurt dat Aletta uiteindelijk werd opgeheven en ze vertelt hoe zij de ervaring en kennis die ze bij Aletta opdoet gebruikt in haar verdere carrière. In het interview reflecteert Leonore ook over de verhouding privé en werk in haar leven en hoe zij zorg voor haar gezin combineert met haar werk.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN11
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN11
Interview met een vrouw geboren in 1918 en afkomstig uit een Amsterdams arbeidersgezin. Op 12-jarige leeftijd wordt CPN11 lid van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC). Ze gaat uit logeren naar koloniehuizen. Ze wordt al jong hulp in de huishouding. Naast haar werk overdag gaat ze 's avonds tekenles volgen aan de kunstnijverheidsschool. In de jaren dertig wordt ze actief lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). Ze zet zich bijvoorbeeld in voor de Internationale Rode Hulp (IRH), zamelt geld in voor de Spaanse Burgeroorlog, maakt tekeningen voor communistische krantjes en distribueert materiaal. Ook is ze actief bij de Vereniging voor Cultuur, Ontwikkeling en Ontspanning (VCOO). Ze wordt actief in het verzet, haar man ook. Hij wordt gearresteerd en uiteindelijk gefusilleerd. Haar tweede man, die een aantal concentratiekampen overleefd heeft, leert ze na de oorlog kennen op een afdelingsvergadering van de CPN. Hij heeft een kind uit zijn eerste huwelijk en samen krijgen ze ook nog een kind. Hij heeft moeite om een baan te vinden vanwege zijn overtuigingen. Ook worden ze enige tijd in de gaten gehouden. In 1952 hebben ze hun CPN-lidmaatschap opgezegd, uit onvrede met een aantal ontwikkelingen binnen de partij. Vanaf 1969 is haar man langdurig ziek. Hij heeft onder andere last van het kampsyndroom. Een groot deel van het interview gaat over haar schilderkunst.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Misbruik meisjes in de RKK, oral history interview met MMRKK06
- Creator
- Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik > Producer
Misbruik meisjes in de RKK, oral history interview met MMRKK06
MMRKK06 (1955) is afkomstig uit een streng katholiek middenklasse gezin uit Den Haag. Ze werd van haar 7e tot haar 12e misbruikt door een inwonende priester. Ze vertelt over haar jeugd als derde van vier kinderen in een katholiek middenklasse gezin in Den Haag. Moeder was gefrustreerd omdat ze volgens de geldende norm moest stoppen met werken toen de kinderen kwamen. Vader was thuis gewelddadig. Gehoorzaamheid was het allerbelangrijkste en de opvoeding was hard en liefdeloos. Geïnterviewde voelde zich onveilig en alleen thuis. Ze vertelt over de groei van de parochie Pius X in Den Haag. Eén van de nieuwe priesters die werd aangetrokken kwam bij hen inwonen. Tegelijk werd haar moeder actiever in de kerk en was steeds meer van huis. Ze beschrijft hun woning. Ze beschrijft het kerkgebouw en vertelt over de parochie. Ze beschrijft de priester die bij hen kwam wonen, zijn positie in het gezin. Hij schonk haar aandacht en geïnterviewde wilde vreselijk graag lief en braaf gevonden worden. Het seksueel misbruik ontwikkelde zich langzaam, van op schoot zitten en met zijn hand onder haar rokje gaan, tot haar meenemen naar zijn kamer waar ze misbruikt werd. Daarna vertelde hij haar hoe slecht ze was. Ze zag geen mogelijkheid te benoemen wat er gebeurde, en geloofde bovendien wat de dader zei. Ze denkt niet dat het de andere gezinsleden op is gevallen. Bij thuiskomst heeft geïnterviewde een keer haar moeder betrapt met de priester. Haar broer had eenzelfde ervaring. Ze vertelt hoe haar ouders de priester in de zomer van 1966 wegbrachten naar Uithuizen, waar hij ging samenwonen met een vrouw die zwanger was van hem. Hiermee stopte het misbruik. Ze vertelt over de frequentie en omstandigheden waaronder het misbruik plaatsvond, en hoe ze jarenlang geen woorden had om te vertellen wat er gebeurd was. Op de MULO raakte ze goed bevriend met Loes, bij wie ze veel thuis kwam. Dit was een warm bad: het leerde haar hoe een gezin ook kon zijn. Ze had grote moeite haar weg te vinden in de wereld, en was erg verward door man-vrouw relaties. Toen haar eigen dochter negen werd kreeg MMRKK06 haar eerste flashback. Ze viel in een zwart gat. Na een jaar besloot ze hulp te zoeken. Daarmee begon een traject langs een haptonome, psychologen en de Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling. Ze vertelt hoe ze, toen er met de Eerste Commissie Deetman aandacht kwam voor de mannen, besloot naar voren te treden. Haar broer deed namens haar een melding, waarna ze zich zelf ook heeft gemeld. Geïnterviewde vertelt over de relatie met haar broers en zussen. Ze vertelt over haar huwelijk, het gebrek aan veiligheid, haar moeite met grenzen aangeven, relatietherapie. Ze volgt opnieuw een opleiding. Ze beschrijft hoe ze zichzelf langzaam heeft geëmancipeerd en hoe ze leerde zien dat alles niet aan haar lag. Ze uit haar verdriet over haar onvermogen haar kinderen een veiliger thuis te geven. Ze vertelt hoe ze zich door beeldhouwen en zang heeft leren te uitten, en hoe het haar een ‘zijn’ en een stem gegeven. Ze vertelt hoe emotioneel deze processen voor haar zijn. Voor de lotgenotendagen van het Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik schrijft ze gedichten over haar eigen proces. Ze leest hieruit voor en vertelt over het belang van deze dagen. Samen met de interviewer neemt ze haar archief over haar melding bij het Meldpunt Misbruik RKK door. Ze vertelt over het schrijven van een klaagschrift en de informatie die ze van de orde over de priester heeft gekregen. Hieruit bleek dat bekend was dat hij herhaaldelijk was overgeplaatst en gecorrigeerd. Ze vertelt over voor de commissie verschijnen en erkenning krijgen. Geïnterviewde toont een fotoalbum en vertelt aan de hand daarvan over haar jeugd, het doen van de Eerste Heilige Communie, haar dader pater van Scharenburg, en wat het haar doet de foto’s te bekijken. Ze spreekt over de praktijk van overplaatsen in plaats van verantwoordelijk stellen en over de houding van de kerk toen en nu, waarin machtsbehoud volgens haar centraal staat. Ze vertelt ook over naar de kerk gaan en te biecht moeten, waarbij ze bovendien haar dader altijd tegen kon komen.- Creator
- Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik > Producer
-
Misbruik meisjes in de RKK, oral history interview met MMRKK04
- Creator
- Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik > Producer
Misbruik meisjes in de RKK, oral history interview met MMRKK04
00.00.00-00.46.00 MMRKK04 (1951) vertelt over haar afkomst en jeugd in Doetinchem. MMRKK04 werd van haar vierde tot haar achtste wekelijks seksueel misbruikt door pater Otten van de nabij gelegen St. Willibrordsabdij de Slangenburg in Gaanderen. Het misbruik vond plaats in de schoenmakerij van haar vader die verbonden was met haar ouderlijk huis, als de pater de schoenen van de abdij kwam brengen ter reparatie. Hij drukte haar iedere week op het hart dit niet aan haar ouders te vertellen omdat dat een doodzonde zou zijn. MMRKK04 vertelt over de psychische druk, haar doodsangst, schuldgevoel en eenzaamheid. Op haar twaalfde vertelde MMRKK04 haar ouders wat er gebeurd was. Deze kwamen hier nooit op terug. De pater bleef langskomen omdat haar vader het werk niet kon missen. Dit duurde tot haar vader overleed, MMRKK04 was toen twintig. Op haar achttiende overleed een broer waarvan MMRKK04 vermoedt dat hij ook slachtoffer was. Toen ze zestien was leerde MMRKK04 haar huidige man kennen. Tijdens hun verkering schreef ze een brief aan hem over het misbruik. 00.46.00-01.23.00 MMRKK04 vertelt hoe ze zich bezit voelde van de pater, zelfs nog toen ze verkering kreeg, hoe het misbruik haar religiebeleving beïnvloedde, en de macht van de kerk over de arbeidersklasse. Op haar twaalfde raakte ze voor het eerst in een depressie. Toen haar dochter vier was, de leeftijd die ze zelf had toen het misbruik begon, stortte MMRKK04 psychisch in. Tijdens een psychose brandde ze in de hel. MMRKK04 vertelt over opgenomen worden, haar zelfmoordpoging, de relatie met haar man, schuldgevoelens naar haar kinderen. Ze kreeg intensieve therapie maar liep een paar jaar later weer vast. Ze zocht naar alternatieven en vond steun in affirmaties, yoga, en een positieve levensbenadering. 01.23.00-02.17.00 In 1996 belde ze de dader op om hem te confronteren. Hetzelfde jaar meldde ze zich bij Hulp & Recht en begon een zaak. Haar eis was dat pater Otten geen positie meer mocht bekleden waarin hij contact zou hebben met kinderen. Ze vertelt uitgebreid over het traject om erkenning te krijgen bij de diverse instanties van de RKK, en om haar eis ingewilligd te zien worden. MMRKK04 benaderde het televisieprogramma Kruispunt en deed haar verhaal. Door het eerste Rapport Deetman realiseerde ze zich dat er veel meer slachtoffers zijn, en besloot ze de strijd voort te zetten ter bescherming van alle kinderen. Hiervoor zocht ze het steeds hoger op binnen de kerk, tot aan kardinaal Simonis. MMRKK04 meldde zich bij Deetman en ging een herstelbemiddelingstraject in, waarbij ze steun ontving van het Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik (VPKK). MMRKK04 vertelt over spiritualiteit, verwerking, de katholieke kerk, het geloof, vergeving van de dader, en over hoe de kerk zich open moet stellen en de misstanden durven te benoemen. 02.17.00-03.04.50 MMRKK04 leest een brief voor die pater Otten schreef aan zijn parochie naar aanleiding van de uitzending van Kruispunt. Aan de hand van haar dossier van meldingen, briefwisselingen, enzovoort, vertelt ze over het traject dat ze heeft doorlopen en haar strijd om erkenning. Meest recent ging ze in gesprek met pater Johan Verschueren, door wie ze zich gehoord voelt. MMRKK04 toont privéfoto’s en vertelt erbij over haar leven.- Creator
- Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik > Producer
-
Misbruik meisjes in de RKK, oral history interview met MMRKK02
- Creator
- Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik > Producer
Misbruik meisjes in de RKK, oral history interview met MMRKK02
Geïnterviewde kwam in 1980 als 14-jarige op internaat Catharinenberg in Oisterwijk, Limburg. Ze vertelt hoe ze daar werd aangerand, verkracht en mishandeld door zuster Petria. Het misbruik duurde tot haar zestiende toen ze van het internaat ging. Geïnterviewde (1966) vertelt over haar jeugd in Noord-Brabant, haar karakter en het gezin waar ze in opgroeide. Haar ouders vonden financiële onafhankelijkheid zeer belangrijk, maar geïnterviewde miste een warm thuis. Geïnterviewde kon niet goed omgaan met de omstandigheden in haar gezin en haar schoolprestaties leden er sterk onder. Ze wilde graag naar kostschool, waar ze een geromantiseerd beeld van had. Op haar veertiende ging ze naar Catharinenberg in Oisterwijk, Limburg. Geïnterviewde beschrijft het gebouw, haar aankomst op het internaat, haar kamertje, het dagritme en haar nieuwe middelbare school. Daar kreeg ze al snel haar eerste vriendje en eerste zoen. Geïnterviewde was jongensachtig, een buitenkind, speels en ondeugend. Ze haalde graag kattenkwaad uit, maar werd daar altijd voor gestraft, vaak in de vorm van buitensluiting. Dit kleine verzet gaf haar het gevoel nog iets eigens te hebben. Ze voelde zich erg eenzaam. Tijdens haar verblijf nam het aantal meisjes op het internaat sterk af. In de weekenden ging geïnterviewde naar huis waarbij ze het moeilijk vond in het stramien te lopen. Ze probeerde, vooral bij haar moeder, aan te geven dat er dingen op het internaat gebeurden die niet hoorden, maar vond geen gehoor. Daarna heeft geïnterviewde er dertig jaar over gezwegen. Geïnterviewde vertelt over haar katholieke opvoeding en haar gezin. Geïnterviewde werd vaak gestraft voor haar eigenzinnigheid, bijvoorbeeld met uitsluiting. Ze stond hierdoor onder grote spanning en ervoer veel psychische druk. Geïnterviewde vertelt over het zeer ernstige en zeer frequente seksueel misbruik door zuster Petria (mevrouw Meulendijks). Geïnterviewde heeft grote moeite te accepteren dat ze uit zichzelf mee ging en voelt zich hierdoor mede schuldig aan haar eigen misbruik. Toen hoopte ze hiermee anderen te beschermen. Ze vertelt gedetailleerd over hoe het misbruik plaatsvond, en probeert te verklaren waar het gedrag van de non vandaan kwam. Geïnterviewde vertelt hoe ze niet het enige slachtoffer van zuster Petria was. In de derde klas van de HAVO moest het internaat sluiten. Geïnterviewde ging in een kostgezin wonen. Geïnterviewde vertelt over hoe ze zichzelf afsloot, en de origine van haar dissociatieve identiteitsstoornis. Toen geïnterviewde negentien was kwam haar zus om bij een ongeval. Geïnterviewde vertelt over vriendschappen waar ze veel steun aan heeft gehad. Geïnterviewde kwam erachter dat niet iedereen stemmen hoort. Ze stippelde voor zichzelf een route uit die haar geluk zou brengen maar niet met het verleden zou confronteren. Geïnterviewde vertelt over haar relaties, opleiding en kinderen krijgen. Na heel gelukkige en goede jaren kreeg geïnterviewde hartklachten. Door het overlijden van haar oma, haar lichamelijke gezondheid en twee reünies van het internaat, waarbij ze zuster Petria confronteerde, ging ze onderuit. Geïnterviewde vertelt hoe ze in 2007 moest stoppen met werken en in het psychische hulpverleningstraject terecht kwam. Achteraf ziet ze hoe het verleden altijd heeft gesluimerd. Geïnterviewde was wel in staat seksualiteit en intimiteit te beleven. Tussen januari 2007 en medio 2014 volgden 113 gesloten opnames, waarna ze gestopt is met tellen. Geïnterviewde vertelt hoe de gesloten opnames en de behandeling die ze kreeg haar opnieuw traumatiseerde. Inmiddels heeft ze veel hulp aan huis zodat er opnamevoorkomend gehandeld kan worden. Geïnterviewde vertelt hoe haar kinderen omgaan met de situatie. Geïnterviewde vertelt over het traject dat ze sinds 2008 heeft doorlopen om euthanasie te mogen plegen op grond van geestelijk lijden. Ze vertelt over kiezen om te sterven, het moederschap en haar kinderen. Toen het misbruik van jongens naar buiten kwam, zag geïnterviewde op de website van KLOK een oproep voor getuigenissen over Catharinenberg. Haar verhaal bleek nagenoeg identiek aan dat van een andere vrouw. De houding van de advocaat van zuster Petria deed geïnterviewde besluiten zelf ook te melden bij de commissie Deetman en een procedure te starten. Geïnterviewde vertelt over het moeizame en zware proces, het ontmoeten van een ander slachtoffer en over het Vrouwen Platform tegen Kerkelijk Kindermisbruik. Geïnterviewde toont foto’s van vroeger.- Creator
- Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik > Producer
-
Vrouwenopvang, oral history interview met VO3
- Creator
- Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwenopvang, oral history interview met VO3
VO3 (Den Haag, 4 april 1929) is een van de oprichters van het eerste Blijf van m’n Lijfhuis in Amsterdam. Ze vertelt over haar jeugd: over de relatie met haar vader en moeder, over haar nierziekte en de psychische problemen van haar broertje, en over hoe ze als niet-joods kind met joodse familieleden de jodenvervolging en de hongerwinter beleeft. Op haar achttiende gaat ze naar de School voor Maatschappelijk Werk in R. Vanwege de dingen die ze als kind heeft meegemaakt, specialiseert ze zich in hulpverlening aan probleemkinderen. Ze gaat werken als bedrijfsmaatschappelijk werkster bij textieldrukkerij Vlisco in Helmond, waar ze zowel haar eerste liefde S. als haar latere echtgenoot leert kennen. Met hem krijgt VO3 vier kinderen. Na de geboorte van de vierde gaat ze weer werken. Het huwelijk loopt stuk door de problemen die de psychische problemen van haar man veroorzaken. Na de scheiding gaat VO3 samenwonen met S. in Asterdam. Met anderen beginnen ze de praatgroep Purperen Mien, later omgedoopt in Paarse September. Hierna richt VO3 samen met anderen in 1974 het eerste Blijf van m’n Lijfhuis op, met als uitgangspunt zelfhulp. Ze beschrijft de ontwikkeling van de organisatie: intakes en kinderwerk opzetten, maatregelen nemen tegen agressie tussen bewoonsters, vrijwilligers opleiden, het begin van de overheidssubsidie. Ze zetten het straatverbod als hulpmiddel op de kaart en krijgen de politie zover vrouwenmishandeling te gaan registreren. Noor blijf acht jaar intensief betrokken bij het huis, naast haar fulltime docentschap aan de Sociale Academie. Ze ontmoet T. , met wie ze sindsdien een lat-relatie heeft. Ze gaat supervisie geven aan stagiaires en later aan groepswerkers bij het Joods Maatschappelijk Werk. Ze verdiept zich in de joodse geschiedenis en cultuur en leidt praatgroepen op een conferentie over het ondergedoken kind. Terugkijkend op haar werk, concludeert ze dat kinderen en groepswerk daarin altijd centraal hebben gestaan.- Creator
- Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwenopvang, oral history interview met VO5
- Creator
- Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwenopvang, oral history interview met VO5
VO5 (Den Haag, 11 februari 1948) is oud-directeur van het Blijf van m’n Lijfhuis Alkmaar. Ze komt uit een socialistisch, ongelovig gezin, belast door de ervaringen van de ouders in de Tweede Wereldoorlog. Na de ULO volgt ze een jaar vormingsschool en daarna de opleiding kinderverzorging. Haar schooltijd ervaart ze als een groot feest. Op haar achttiende gaat ze werken bij de Martha Stichting in Alphen aan den Rijn. Ze verkeert in de marge van linkse politieke kringen. In haar volgende baan in het Zeehospitium in Katwijk ontmoet ze haar man. Ze wordt snel zwanger, krijgt twee kinderen en gaat weer verder met werken en studeren wanneer de jongste drie is. De botsingen met haar man over de rolverdeling thuis leiden later tot een tijdelijke scheiding. Ze komt in de vrouwenhulpverlening terecht wanneer ze wordt aangenomen als oproepkracht bij FIOM-huis Cortona in Leiden. Daarna gaat ze werken in de crisisopvang en in de psychiatrie, waar een heel andere cultuur en methodiek heersen. Ze keert terug naar de vrouwenhulpverlening wanneer ze leidinggevende wordt in het FIOM-huis Klein Henegouwen in Rotterdam, en daarna directeur van het Blijf van m’n Lijfhuis in Alkmaar. Ze vergelijkt de twee organisaties en beschrijft het opbouwen van relaties met gemeente en politie. In haar Alkmaarse tijd komt er langzaam meer financiële ruimte, en maakt de organisatie een cultuuromslag naar meer openheid en systeemgericht en krachtgericht werken. Ze vertelt hoe de moord op een ex-bewoonster haar inspireert tot het nieuwe opvanghuisconcept van het Oranje Huis. Nadat Alkmaar zich aansluit bij de Blijf-groep is er voor haar geen plaats meer in de organisatie en stopt ze met betaald werk.- Creator
- Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwenopvang, oral history interview met VO4
- Creator
- Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwenopvang, oral history interview met VO4
VO4 is geïnterviewd als zorgcoördinator van de Blijf Groep. Ze komt als volwassen vrouw naar Nederland en belandt in de Amsterdamse krakersbeweging. Daar wordt ze verliefd op een man, met wie ze trouwt. Ze studeert aan de CICSA, de Sociale Academie in Amsterdam, en zet daar met andere buitenlandse studenten onderwijs op met een multiculturele invalshoek. Na een paar jaar vertrekt ze met haar man naar Costa Rica, waar hij veldwerk doet voor zijn studie antropologie en zij stage loopt. Ze werkt daarna kort voor de Verenigde Naties in Belize voor ze terugkeren naar Nederland. Na haar afstuderen gaat ze – eerst als vrijwilliger, na een half jaar betaald – werken bij het Blijf van m’n lijf Huis in Zaanstad. Als enige allochtoon loopt ze tegen cultuurverschillen aan, maar vormt ze voor buitenlandse vrouwen juist het aanspreekpunt. Ze maakt de ontwikkeling van de Blijf van m’n Lijfhuizen mee: van zelfhulp tussen lotgenoten naar vrouwenwerk, vrouwen- en kinderwerk naar systeemgericht werken: van focussen op de vrouw als slachtoffer naar werken met vrouw én man. Vanaf 1999 is ze betrokken bij het opzetten van een aantal Steunpunten Huiselijk Geweld en van een vrouwenopvanghuis in Nicaragua, bij het Eliashuis in Amsterdam en bij het Komitee Zelfstandig Verblijfsrecht Migrantenvrouwen. Ze beschrijft de omslag naar het werken met mannen volgens de methodiek begeleide terugkeer. In 2008 wordt haar gevraagd het Meldpunt Eergerelateerd Geweld op te zetten, waar ze op het moment van het interview nog werkt.- Creator
- Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwenopvang, oral history interview met VO2
- Creator
- Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwenopvang, oral history interview met VO2
VO2 (Delft, 2 maart 1952) is directeur-bestuurder van de Blijf Groep. Ze beschrijft haar jeugd in een calvinistisch gezin en de relatie met haar vader en moeder. Ze studeert sociale pedagogiek in Amsterdam, en ontmoet in die tijd haar man, met wie ze snel trouwt maar pas na tien jaar kinderen krijgt. Vrijwilligerswerk brengt haar in haar studietijd in contact met het Amsterdamse Vrouwenhuis en de vrouwenbeweging. Ze houdt afstand van het dogmatische feminisme, maar wordt wel gevormd door de therapeutische groepen waar ze samen met haar man aan deelneemt. Ze wordt in 1979 stafmedewerker bij het Eliashuis in Amsterdam en een paar jaar later directeur. Ze bouwt een landelijk netwerk van contacten op met collega-opvanghuizen, waar uiteindelijk ook het Blijf van m’n Lijfhuis deel van gaat uitmaken. De onderlinge ideologische verschillen blijven lang een obstakel, maar ze vinden elkaar uiteindelijk in de gezamenlijke belangenbehartiging voor hun cliënten. Eind jaren tachtig werkt ze nauw samen met de gemeente Amsterdam. Ze beschrijft hoe organisaties steeds verder professionaliseren en hun cliënten centraal gaan stellen in plaats van hun eigen belangen. Wetenschappelijk onderzoek brengt de problematiek van huiselijk en seksueel geweld steeds beter in kaart en zorgt op de lange duur voor meer draagvlak en betere methodieken. Op aandringen van Aleid komen er de Steunpunten Huiselijk Geweld. In 2000 fuseren het Eliashuis en het Amsterdamse Blijf van m’n Lijfhuis tot Vrouwenopvang Amsterdam met Aleid als directeur. Ze beschrijft de ontwikkeling naar systeemgericht werken (niet alleen met het slachtoffer, maar ook met de dader), de komst van de problematiek van het zelfstandig verblijfsrecht, de strijd om subsidie, het nieuwe concept van het Oranje Huis. Ze evalueert het principe van zelfhulp in contrast met het hedendaagse uitgangspunt om het stoppen van het geweld centraal te zetten. Ze besluit met haar verwachtingen van huidige en toekomstige ontwikkelingen.- Creator
- Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwenopvang, oral history interview met VO1
- Creator
- Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwenopvang, oral history interview met VO1
V01 is oud-directeur van het Blijf van m’n Lijfhuis Amsterdam. Ze groeit beschermd op in Nijmegen en studeert daarna psychologie in Groningen. Ze wordt slachtoffer van seksueel geweld en komt zo in contact met Tegen Haar Wil, waar ze vrijwilliger en later coördinator wordt. Ze is daarnaast betrokken bij de anti-apartheidsbeweging. Met haar vriendin J. vertrekt ze naar Amsterdam, waar ze kort in de anti-apartheidsbeweging werkt en vervolgens in de vrouwenhulpverlening. Bij de Sigra heeft ze als taak de vrouwenhulpverlening overal in reguliere organisaties op de agenda te krijgen. Ze zit in het bestuur van Tegen Haar Wil Amsterdam en is daar betrokken bij de omslag van activisme naar reguliere hulpverlening. Na de Sigra wordt ze directeur van het Blijf van m’n Lijfhuis, dat dan net de omslag van zelfhulp naar professionele hulpverlening gemaakt heeft. Ze vertelt over hoe de organisatie dan werkt, met kinderwerk en vrouwenwerk en gastvrouwen voor de avond en nacht, over wat voor vrouwen er zitten, hulp en conflicten onderling, misbruik dat van de opvang gemaakt wordt, de problemen rond het geheime adres. Ze krijgt een relatie met E., die 25 jaar duurt tot E. in 2011 overlijdt. Ze vertelt uitvoerig over E's activisme en hun band. VO1 initieert nieuwe ontwikkelingen als een tussenhuis, waar vrouwen naartoe kunnen doorstromen vanuit de crisisopvang, en daderhulpverlening. Door wetenschappelijk onderzoek krijgt de problematiek van huiselijk geweld meer aandacht, maar meer geld komt er pas veel later. Er rijzen nieuwe thema’s, zoals de problematiek rond verblijfsvergunningen van getrouwde vrouwen, gedwongen prostitutie en eerwraak. Na vier jaar bij het Blijf van m’n Lijfhuis maakt ze verder carriere in de reguliere (geestelijke) gezondheidszorg. Naast haar werk is ze betrokken bij NIKIM, een club die de gezondheidszorg wil verbeteren.- Creator
- Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwen van de CPN, interview CPN01
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwen van de CPN, interview CPN01
Interview met een vrouw, geboren in 1927. Ze komt uit een a-politiek arm boerengezin en moet als 12-jarige gaan werken. Ze ontmoet haar echtgenoot, die uit een politiek bewust gezin komt, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij wordt lid van de Communistische Partij Nederland (CPN) en actief in het verzet. Na de oorlog gaat hij twee jaar naar Nederlands-Indië. In 1949 trouwen ze. Ze wordt ook lid van de CPN. Ze raakt betrokken bij het Algemeen Nederlands Jeugd Verbond (ANJV), later ook bij de Eenheids Vakcentrale (EVC) en de Nederlandse Vrouwen Beweging (NVB). Ze bezoekt CPN-avonden met sprekers, film of toneel en is zelf actief bij een theatergroep. Haar man is metaalarbeider en wordt vanwege zijn politieke overtuiging vaak voor zijn werk naar het buitenland gezonden. Zorg voor huishouden en gezin komen vooral op haar schouders terecht. Vanwege hun politieke activiteiten zijn ze meermalen bedreigd en in de gaten gehouden door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). De echtgenoot van geïnterviewde wordt door de partij bekritiseerd en beschuldigd van 'Beria-praktijken'. Voor het echtpaar blijft onduidelijk waarom. Tijdens de jaren tachtig zijn beide actief bij het Drachtster Anti-Fascisme Komitee (DAFK). De echtgenoot wordt bedreigd door de Vikingjeugd. Omdat de politie weinig met deze zaak doet, wordt door het DAFK het Dossier Drachten aangelegd.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwenhulpverlening, oral history interview met VHV01
- Creator
- Aletta - Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwenhulpverlening, oral history interview met VHV01
VHV01vertelt in het interview over de invloed die het vele verhuizen in haar leven met zich meebrengt. Hoe zij in contact komt met Dolle Mina. Hoe zij zich realiseert hoe seksistisch en racistisch de samenleving eigenlijk is. Zij vertelt hoe zij steeds zoekt naar een balans tussen het hebben van ruimte voor verschillen, ruimte voor eigenheid en het zoeken naar overeenkomsten. Voor haar staat de dialoog en het blijven luisteren naar elkaar centraal. Kijken naar de verbanden en niet oordelen. Deze uitgangspunten hanteert zij ook in haar werk als hulpverlener. Voor haar is het belangrijk dat de hulpverlening gedifferentieerd is, dat er oog is voor culturele verschillen. Jessurun beschrijft in het interview hoe ook in de vrouwenbeweging mensen met een andere culturele achtergrond tegen het dominante witte vertoog aanlopen. Zij vertelt in het interview over de spanning tussen het feminisme en gezinstherapeuten, over de relatie met andere vrouwenhulpverleningsinstanties zoals De Maan en op dit gebied actieve vrouwen in het Dercksen Centrum en de Psychotheek. Jessurun heeft altijd sterk de behoefte om haar kennis en inzichten te verspreiden, vandaar haar drang om te publiceren. Zij vertelt hoe zijzelf heeft geleerd om dingen minder persoonlijk te nemen, strategisch na te denken en de situatie vanuit het dynamische te benaderen. In het interview reflecteert zij ook op de relatie met haar moeder en vader en hoe zijzelf een ambitieuze moeder is waar haar kinderen last van hebben. Zij vertelt dat zij in haar leven vaak het gevoel heeft dat zij niet gezien en gehoord wordt. Zij is de jongste van het gezin, het prinsesje, maar ze voelt zich tegelijkertijd verantwoordelijk voor alles en iedereen. VHV01 is betrokken (geweest) bij Dolle Mina, Werkgroep 'Feminisme en Systeembenadering', Collectief Transculturele Therapeuten, Stichting De Maan.- Creator
- Aletta - Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN04
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN04
Interview met een vrouw, geboren in 1926 en afkomstig uit een communistisch gezin. Beide ouders zijn lid van de Communistische Partij Nederland (CPN) en haar vader later van de Revolutionair-Socialistische Arbeiderspartij (RSAP). Hij wordt tijdens de Tweede Wereldoorlog gefusilleerd vanwege zijn activiteiten in het verzet. Na de oorlog wordt ze actief lid van de CPN. Ze is onder andere penningmeester van een afdeling en houdt de financiën bij van De Waarheid. Samen met haar echtgenoot, die ze bij de CPN ontmoet, colporteert ze en doet ze vaak mee aan demonstraties. Haar echtgenoot wordt enkele keren ontslagen vanwege zijn politieke voorkeur. Ze blijven actief tot de CPN opgaat in GroenLinks.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN03
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN03
Interview met een vrouw geboren in 1914 en afkomstig uit een links georiënteerd middenstandsgezin. Haar ouders zijn actief in de geheelonthoudersbeweging en zelf wordt ze lid van de Jongelieden Geheelonthoudersbond (JGOB). In 1935 wordt ze lid van de Communistische Partij Nederland (CPN) en later van de Nederlandse Vrouwen Beweging (NVB). Vanwege haar politieke voorkeur kan ze geen baan vinden als onderwijzeres. Ze ontmoet haar echtgenoot tijdens een activiteit van de CPN en ze trouwen in 1939. Om te voorkomen dat hij naar Duitsland moet om te werken, is hij het grootste deel van de Tweede Wereldoorlog ondergedoken bij familie. De echtgenoot van de geinterviewde zit in de gemeenteraad van Krommenie voor de CPN (1946-1973) en later in Zaanstad (1974-1978). Hij is ook actief bij de Eenheids Vakcentrale (EVC). Zij is actief bij de vrouwenbeweging en later bij een coöperatie voor levensmiddelen.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwen van de CPN, interview CPN02
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwen van de CPN, interview CPN02
Interview met een vrouw, geboren in 1918 en afkomstig uit een links georiënteerd gezin. De Tribuneverkoper uit de buurt brengt haar in contact met een pantomime vereniging van de communistische partij. Via deze groep ontmoet ze enkele bekende leden van de Communistische Partij Nederland (CPN). Tijdens de oorlog verspreidt ze onder andere de illegale Waarheid. Na de oorlog blijft ze actief voor de CPN. Ze verkoopt communistische kranten, doet mee met geldinzamelingsacties, is districtbestuurder van de partij, penningmeester van een vrouwenvredesorganisatie en lid van de zangvereniging Door Onthouding Sterk. Ook haar echtgenoot, afkomstig uit een communistisch gezin, is actief betrokken bij de CPN en diverse commissies. Hij zit enige tijd in de gemeenteraad. Na de opheffing van de CPN is ze fanatiek gaan sporten. Op haar 80ste loopt ze voor het laatst de Dam tot Damloop.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN10
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN10
Interview met een vrouw, geboren in 1927. Ze is twee jaar als haar moeder overlijdt en kort daarna gaat ze in een meisjestehuis wonen, waar ze tot haar zestiende blijft. Via een broer die communist is, raakt ze geïnteresseerd in het communisme en betrokken bij de Communistische Partij Nederland (CPN). In 1949 verhuist ze naar Heerenveen en gaat op het kantoor werken van de Bond van Land- en Zuivelarbeiders (BLZ) van de Eenheids Vak Centrale (EVC) in Groningen. Ze wordt actief lid van de CPN: ze helpt mee met pamfletten verspreiden: zit in het districtsbestuur: notuleert op vergaderingen: is agent van De Waarheid. Haar man leert ze kennen bij de CPN en ze trouwen in 1951. Ze heeft in de gemeenteraad van Heerenveen gezeten voor de CPN.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwenhulpverlening, oral history interview met VHV06
- Creator
- Aletta - Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwenhulpverlening, oral history interview met VHV06
In het interview vertelt VHV06 over haar uiteenlopende activiteiten op het gebied van de vrouwenhulpverlening. Zij stelt met name de mis(ver)standen over vrouwen in de psychische en somatische gezondheidszorg aan de kaak en het gebrek aan kennis van vrouwen over hun eigen lichaam. VHV06 werkt in eerste instantie vanuit de gevestigde instellingen, maar is ook altijd actief in het alternatieve hulpverleningscircuit. Zij reflecteert op de ontwikkeling van de (vrouwen)hulpverlening en maakt de balans op. VHV06 beschrijft hoe de manier van denken binnen de vrouwenbeweging aansluit bij de manier van denken die zij al heeft: de autonomie in het denken en doen is voor haar het belangrijkste, het recht om te denken en te doen wat je wilt. Over haar persoonlijke leven vertelt VHV06 over de depressie en de verdwijning van haar grootmoeder en het vroege overlijden van haar moeder. Het persoonlijke is voor VHV06 politiek en het politieke persoonlijk, zij laat zich in haar carrière altijd leiden door vragen die in haar eigen leven spelen.- Creator
- Aletta - Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN06
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN06
Interview met een vrouw, geboren in 1923 en afkomstig uit een links georiënteerd intellectueel gezin. Ze heeft in haar jeugd enige tijd in een commune van Kees Boeke gewoond. Vanaf 1933 vangen haar ouders vluchtelingen uit Duitsland op en later Joodse onderduikers. Ook worden er tijdens de Tweede Wereldoorlog illegale kranten, waaronder De Waarheid, bij haar ouders thuis gestencild. Ze houdt zich bezig met koerierswerk en is betrokken bij de oprichting van het communistische jeugdblad 'Een', later 'Jeugd' geheten. Vanwege de verzetsactiviteiten wordt haar vader in 1942 door de Duitsers opgepakt en hij overlijdt in 1945 in Dachau. Ze ontmoet haar echtgenoot, die ook actief is in het verzet, bij haar ouders thuis en ze trouwen in 1945. Hij is vanaf mei 1945 hoofdredacteur van de Haagse editie van De Waarheid, lid van het dagelijks bestuur van het district Den Haag van de CPN en vanaf januari 1946 districtssecretaris van de CPN en lid van het partijbestuur. Van 1946-1951 is hij lid van de Haagse gemeenteraad. Per 1 januari 1949 wordt hij hoofd van de afdeling propaganda van de CPN en later dat jaar ook lid van het dagelijks bestuur van de CPN. Hij is betrokken bij de organisatie van de jaarlijkse zomerfeesten. Het gezin verhuist in 1951 naar Amsterdam. Tijdens het partijcongres van 1956 wordt haar echtgenoot niet herkozen wegens 'rechtse' afwijkingen en in 1958 bedankt hij als lid van de CPN. Naast haar werk heeft geinterviewde een wijk van Pegasus en is ze lid van de Nederlandse Vrouwenbeweging (NVB). Na de geboorte van hun kinderen wijdt ze zich vooral aan de zorg voor huishouden en gezin. Nadat ze de CPN verlaten hebben, worden ze door familie en vrienden met de nek aangekeken. Ook worden ze in de gaten gehouden door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). Haar echtgenoot wordt in 1970 lid van de Partij van de Arbeid (tot 1991). Zij bezoekt bijeenkomsten van de Rooie Vrouwen en is actief bij Vrouwen voor Vrede.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN09
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN09
Interview met een vrouw, geboren in 1925 en afkomstig uit een links georiënteerd gezin. Haar vader komt uit een anarchistisch nest, haar moeder uit de hoek van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP). Haar ouders scheiden als ze nog jong is en zij gaat met haar zus bij haar moeder wonen. In de jaren dertig worden Duits-Joodse vluchtelingen bij hen thuis opgevangen. Als ze vijftien is, wordt ze lid van de Communistische Partij Nederland (CPN) en actief bij de Haarlemse verzetsgroep Raad van Verzet (RVV), samen met haar zus. Ook Hannie Schaft maakt deel uit van deze gewapende groep. De vrouwen flyeren, plakken pamfletten, verspreiden illegale kranten en voeren ook liquidaties uit. De RVV gaat in 1944 op in de Binnenlandse Strijdkrachten en ze krijgen opdrachten van een andere leiding. Ze is op verschillende adressen ondergedoken geweest. Na de oorlog gaat ze bij de Politieke Opsporingsdienst (POD) werken. Samen met Ans Rosendahl, inspectrice van de politie in Haarlem, rekent zij Nederlanders in die 'fout' waren geweest in de oorlog. Ze brengt meermalen twijfels over haar latere opdrachtgevers van de Binnenlandse Strijdkrachten ter sprake (later de 'Velser Affaire' genoemd). Dit leidt uiteindelijk tot haar vertrek bij de POD. Haar periode bij het verzet en de 'Velser Affaire' hebben tot op heden invloed gehad op haar leven.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN08
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN08
Interview met een vrouw, geboren in 1922 en afkomstig uit een communistisch gezin. Haar ouders zijn actief lid van de Communistische Partij Holland (CPH) en haar moeder is actief bij de Nederlandse Vrouwenbeweging (NVB). Op de lagere school raakt ze bevriend met geinterviewde 6. Kort voor de Tweede Wereldoorlog wordt haar vader vanwege zijn politieke overtuiging ontslagen en moet het gezin jarenlang van de steun leven. Na de oorlog wordt ze een toegewijd lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). Samen met haar echtgenoot en kinderen brengt ze De Waarheid rond en ze bezoeken zomerfeesten. Ze doet mee aan acties en demonstraties en is lid van Pegasus. Haar man werkt enige tijd als journalist voor De Waarheid. Later wordt ze ook lid van de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH). Van haar vijftigste tot haar pensioen werkt ze bij een uitgeverij. Ze maakt schilderijen en collages. Ze voelt zich erg verbonden met de linkse regeringen in Latijns-Amerika. In haar schilderwerk spelen de Latijns-Amerikaanse regeringsleiders een belangrijke rol. Ze blijft CPN-lid tot de opheffing van de partij.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwenhulpverlening, oral history interview met VHV08
- Creator
- Aletta - Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwenhulpverlening, oral history interview met VHV08
VHV08 (Paramaribo, 8-8-1947) vertelt over haar jeugd in Suriname, over het warme en hechte gezin waar zij uit komt en hoe ze wordt gestimuleerd om te studeren. VHV08 beschrijft de middelbare school in Suriname waar zij kritisch heeft leren denken en zaken van een ander perspectief heeft leren bezien. Ze reflecteert op de eerste periode in Nederland, op de cultuurverschillen waar ze tegenaan loopt, hoe ze daarmee omgaat en hoe ze zich aanpast. Over de tijd bij Tegen Haar Wil vertelt VHV08 hoe zij probeerden migrantenvrouwen te bereiken door aan te sluiten bij hun leefwereld. Ze noemt de drie pijlers van de Stichting Tegen Haar Wil: solidariserend, politiserend en emanciperend. Andere uitgangspunten zijn dat de hulpverlener nooit normerend is en dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen lichaam en geest. Over haar persoonlijke leven vertelt ze over het individuele proces waar ze door heen gaat terwijl ze bij Stichting Tegen Haar Wil werkt. Over haar manbeeld dat verandert en wat voor effect dat heeft op haar persoonlijk leven en haar relatie met haar man. Ze gaat in op de verwerking van haar scheiding. De komende jaren wil ze zich inzetten voor mensen met (borst)kanker in Suriname.- Creator
- Aletta - Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
-
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN12
- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Vrouwen van de CPN, oral history interview met CPN12
Interview met een vrouw, geboren in 1918 en afkomstig uit een communistisch arbeidersgezin. Al voor de Tweede Wereldoorlog vangen haar ouders Duitse vluchtelingen op. CPN12 wordt op jonge leeftijd actief bij een socialistische jeugdorganisatie en later wordt ze lid van een organisatie van geheelonthouders. In de jaren dertig raakt haar vader werkloos en leven ze van de steun. Nadat ze bij een demonstratie tegen huurverhoging ziet dat de politie een demonstrant in elkaar slaat, wordt ze lid van de Communistische Jeugdbond (CJB). Als ze achttien is, sluit ze zich aan bij de Communistische Partij Nederland (CPN). In de Tweede Wereldoorlog worden zij en haar echtgenoot actief in het verzet. Zo raakt haar echtgenoot betrokken bij de organisatie van de Februaristaking en wordt bij hen thuis onder meer de illegale Waarheid gestencild. In 1941 wordt haar echtgenoot gearresteerd en een jaar later gedood. Na een periode van onderduik gaat CPN12 verder met koerierswerk en neemt ze Joodse onderduikers in huis. In maart 1944 wordt ze gearresteerd. Via kamp Vught wordt ze eerst naar Ravensbrück gebracht en na vier weken naar een kamp in Reichenbach, waar ze dwangarbeid moet verrichten. Na een voettocht van zes dagen worden ze bevrijd door de Canadezen. Na de oorlog wordtze actief bij de vrouwenbeweging, Stop de Neutronenbom en vanaf 1980 bij Vrouwen van Ravensbrück en het Comité 4 en 5 mei. In 1976 leert ze een oud-verzetsman kennen, waarmee ze gaat samenwonen. In 1992 zijn ze getrouwd. In de jaren tachtig begint ze gastlessen te geven op basisscholen over de Tweede Wereldoorlog en kamp Ravensbrück. In de jaren negentig organiseren ze excursies voor middelbare scholieren en later ook voor PABO-studenten naar Ravensbrück. Ook heeft CPN12 zich beijverd voor een wijk in Heerhugowaard waar straatnamen vernoemd zijn naar vrouwelijke verzetsstrijders.- Creator
- Aletta, Instituut voor Vrouwengeschiedenis > Producer
Showing 1-38 of 38 records.