string(28) "Non-commercial use permitted"
array(4) {
["txt"]=>
string(28) "Non-commercial use permitted"
["block_datas"]=>
string(0) ""
["block_thumbnail"]=>
string(0) ""
["block_media"]=>
string(0) ""
}
Rechtstreekse werking van art. 26 IVBPR
| Subtitle | hoe kunnen we nog onder gelijke behandeling uitkomen? |
| Magazine Title | Nemesis |
| Volume | 7 |
| Magazine Year | 1991 |
| Magazine Number | 6 |
| Magazine Month | nov/dec |
| Pages | p.24-31 |
| Language | Dutch/Nederlands |
| Description | De Centrale Raad van Beroep heeft al herhaalde malen beslist dat art. 26, de non-discriminatiebepaling van het Internationale verdrag inzake burgerlijke en politieke rechten (IVBPR) vanaf 23 december 1984 rechtstreekse werking heeft. Boerefijn zet uiteen dat het IVBPR voor Nederland op 11 maart 1979 in werking is getreden, ongeacht het feit dat aan de Derde richtlijn van de EG pas op 23 maart 1984 rechtstreekse werking werd toegekend. Zij stelt dat de Nederlandse wetgever onjuist heeft gehandeld door gelijke behandeling in de sociale zekerheid pas vanaf die datum te garanderen en dat de CRvB deze wetgeving niet had mogen laten passeren. |
Permalink
https://hdl.handle.net/11653/art207719
