Oral history interview met DIV07, geboren in 1954 in Addis Abeba, Ethiopië. Ze groeit op in een gegoede middenklasse familie met voor Ethiopische begrippen ongewoon gelijke verhoudingen tussen mannen en vrouwen, waarin ook voor meisjes groot belang aan onderwijs wordt gehecht. Rond haar vijftiende raakt ze al een beetje betrokken bij de marxistisch geïnspireerde Ethiopische studentenbeweging. Als ze op zeventienjarige leeftijd in Londen gaat studeren, komt ze daar terecht in de studenten- en vrouwenbeweging die sterk verbonden is aan de revolutionaire beweging in Ethiopië. In 1974 wordt Haile Selassie afgezet en moet haar familie, die verbonden was met zijn regime, vluchten. DIV07 krijgt in Engeland de vluchtelingenstatus en mag gratis haar studie afmaken. Ze wil daarna doorstuderen en krijgt daarvoor een beurs aan het ISS (International Institute of Social Studies) in Den Haag, waar ze onder andere de nieuwe richting vrouwenstudies doet en na haar studie ook anderhalf jaar werkt. In Nederland ziet ze geen zwarte vrouwen in de mainstream van de vrouwenbeweging zoals in Engeland, en raakt ze betrokken bij het begin van de zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwenbeweging (zmv). Ze is in 1986 actief in de oprichting van de stichting Flamboyant, een documentatiecentrum over zmv. Later gaat ze zich exclusiever bezighouden met vluchtelingen en is ze betrokken bij de oprichting van de VON, de federatie van vluchtelingenorganisaties in Nederland. Daarbinnen neemt ze het initiatief tot het vormen van een vrouwenraad om specifieke vluchtelingenvrouwenkwesties op de agenda te zetten, zoals de zelfstandige verblijfstatus. Rond 1992 wordt met de komst van veel Somaliërs naar Nederland de kwestie van de vrouwenbesnijdenis een hot item. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.
This special issue is dedicated to the theme of Women Writers and Intellectuals. Virtually no women are part of the literary/intellectual canon from Russia to Greece, and when women do appear as writers, they are generally cast as an exception, or as marginal or incidental. Their presence, in other words, only serves to reinforce, explicitly and implicitly, the masculine ideal that defines the Central, Eastern and Southeastern European intelligentsia. Yet women wrote, both in private and public. The articles written by contributors to this issue fall into two categories: those that consider the invisibility of women at the heart of the literary canon and those that reshape the images of the intelligentsia in the modern history of Central, Eastern and Southeastern Europe. With forum: Contemporary women writers and intellectuals.