Historische roman over de twaalfde-eeuwse Marie de France, priorin van een Engels nonnenklooster. Als zeventienjarige werd ze weggestuurd van het hof van Eleonora van het Franse Aquitanië en tegen haar zin in Engeland terechtgekomen, waar ze aangesteld werd als moeder-overste van een vervallen abdij. Na een moeilijk begin vindt ze haar plek en wijdt ze zich aan de zusters en haar goddelijke visioenen.