Refine your search
Categories
Language
Contributor
location city
Auteursrechten status
Refine your search
- Results per page : 10
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- seksueel geweld, kinderen, rooms-katholicisme, priesters, religie, psychiatrie, zelfdoding, moederschap, Nederland, Gelderland
- Description
- 00.00.00-00.46.00 MMRKK04 (1951) vertelt over haar afkomst en jeugd in Doetinchem. MMRKK04 werd van haar vierde tot haar achtste wekelijks seksueel misbruikt door pater Otten van de nabij gelegen St. Willibrordsabdij de Slangenburg in Gaanderen. Het misbruik vond plaats in de schoenmakerij van haar vader die verbonden was met haar ouderlijk huis, als de pater de schoenen van de abdij kwam brengen ter reparatie. Hij drukte haar iedere week op het hart dit niet aan haar ouders te vertellen omdat dat een doodzonde zou zijn. MMRKK04 vertelt over de psychische druk, haar doodsangst, schuldgevoel en eenzaamheid. Op haar twaalfde vertelde MMRKK04 haar ouders wat er gebeurd was. Deze kwamen hier nooit op terug. De pater bleef langskomen omdat haar vader het werk niet kon missen. Dit duurde tot haar vader overleed, MMRKK04 was toen twintig. Op haar achttiende overleed een broer waarvan MMRKK04 vermoedt dat hij ook slachtoffer was. Toen ze zestien was leerde MMRKK04 haar huidige man kennen. Tijdens hun verkering schreef ze een brief aan hem over het misbruik. 00.46.00-01.23.00 MMRKK04 vertelt hoe ze zich bezit voelde van de pater, zelfs nog toen ze verkering kreeg, hoe het misbruik haar religiebeleving beïnvloedde, en de macht van de kerk over de arbeidersklasse. Op haar twaalfde raakte ze voor het eerst in een depressie. Toen haar dochter vier was, de leeftijd die ze zelf had toen het misbruik begon, stortte MMRKK04 psychisch in. Tijdens een psychose brandde ze in de hel. MMRKK04 vertelt over opgenomen worden, haar zelfmoordpoging, de relatie met haar man, schuldgevoelens naar haar kinderen. Ze kreeg intensieve therapie maar liep een paar jaar later weer vast. Ze zocht naar alternatieven en vond steun in affirmaties, yoga, en een positieve levensbenadering. 01.23.00-02.17.00 In 1996 belde ze de dader op om hem te confronteren. Hetzelfde jaar meldde ze zich bij Hulp & Recht en begon een zaak. Haar eis was dat pater Otten geen positie meer mocht bekleden waarin hij contact zou hebben met kinderen. Ze vertelt uitgebreid over het traject om erkenning te krijgen bij de diverse instanties van de RKK, en om haar eis ingewilligd te zien worden. MMRKK04 benaderde het televisieprogramma Kruispunt en deed haar verhaal. Door het eerste Rapport Deetman realiseerde ze zich dat er veel meer slachtoffers zijn, en besloot ze de strijd voort te zetten ter bescherming van alle kinderen. Hiervoor zocht ze het steeds hoger op binnen de kerk, tot aan kardinaal Simonis. MMRKK04 meldde zich bij Deetman en ging een herstelbemiddelingstraject in, waarbij ze steun ontving van het Vrouwen Platform Kerkelijk Kindermisbruik (VPKK). MMRKK04 vertelt over spiritualiteit, verwerking, de katholieke kerk, het geloof, vergeving van de dader, en over hoe de kerk zich open moet stellen en de misstanden durven te benoemen. 02.17.00-03.04.50 MMRKK04 leest een brief voor die pater Otten schreef aan zijn parochie naar aanleiding van de uitzending van Kruispunt. Aan de hand van haar dossier van meldingen, briefwisselingen, enzovoort, vertelt ze over het traject dat ze heeft doorlopen en haar strijd om erkenning. Meest recent ging ze in gesprek met pater Johan Verschueren, door wie ze zich gehoord voelt. MMRKK04 toont privéfoto’s en vertelt erbij over haar leven.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- internaten, rooms-katholicisme, religieuzen, opvoeding, seksueel geweld, psychisch geweld, trauma's, psychiatrie, moederschap, Nederland, Limburg, 1980-1989, 2000-2009
- Description
- Geïnterviewde kwam in 1980 als 14-jarige op internaat Catharinenberg in Oisterwijk, Limburg. Ze vertelt hoe ze daar werd aangerand, verkracht en mishandeld door zuster Petria. Het misbruik duurde tot haar zestiende toen ze van het internaat ging. Geïnterviewde (1966) vertelt over haar jeugd in Noord-Brabant, haar karakter en het gezin waar ze in opgroeide. Haar ouders vonden financiële onafhankelijkheid zeer belangrijk, maar geïnterviewde miste een warm thuis. Geïnterviewde kon niet goed omgaan met de omstandigheden in haar gezin en haar schoolprestaties leden er sterk onder. Ze wilde graag naar kostschool, waar ze een geromantiseerd beeld van had. Op haar veertiende ging ze naar Catharinenberg in Oisterwijk, Limburg. Geïnterviewde beschrijft het gebouw, haar aankomst op het internaat, haar kamertje, het dagritme en haar nieuwe middelbare school. Daar kreeg ze al snel haar eerste vriendje en eerste zoen. Geïnterviewde was jongensachtig, een buitenkind, speels en ondeugend. Ze haalde graag kattenkwaad uit, maar werd daar altijd voor gestraft, vaak in de vorm van buitensluiting. Dit kleine verzet gaf haar het gevoel nog iets eigens te hebben. Ze voelde zich erg eenzaam. Tijdens haar verblijf nam het aantal meisjes op het internaat sterk af. In de weekenden ging geïnterviewde naar huis waarbij ze het moeilijk vond in het stramien te lopen. Ze probeerde, vooral bij haar moeder, aan te geven dat er dingen op het internaat gebeurden die niet hoorden, maar vond geen gehoor. Daarna heeft geïnterviewde er dertig jaar over gezwegen. Geïnterviewde vertelt over haar katholieke opvoeding en haar gezin. Geïnterviewde werd vaak gestraft voor haar eigenzinnigheid, bijvoorbeeld met uitsluiting. Ze stond hierdoor onder grote spanning en ervoer veel psychische druk. Geïnterviewde vertelt over het zeer ernstige en zeer frequente seksueel misbruik door zuster Petria (mevrouw Meulendijks). Geïnterviewde heeft grote moeite te accepteren dat ze uit zichzelf mee ging en voelt zich hierdoor mede schuldig aan haar eigen misbruik. Toen hoopte ze hiermee anderen te beschermen. Ze vertelt gedetailleerd over hoe het misbruik plaatsvond, en probeert te verklaren waar het gedrag van de non vandaan kwam. Geïnterviewde vertelt hoe ze niet het enige slachtoffer van zuster Petria was. In de derde klas van de HAVO moest het internaat sluiten. Geïnterviewde ging in een kostgezin wonen. Geïnterviewde vertelt over hoe ze zichzelf afsloot, en de origine van haar dissociatieve identiteitsstoornis. Toen geïnterviewde negentien was kwam haar zus om bij een ongeval. Geïnterviewde vertelt over vriendschappen waar ze veel steun aan heeft gehad. Geïnterviewde kwam erachter dat niet iedereen stemmen hoort. Ze stippelde voor zichzelf een route uit die haar geluk zou brengen maar niet met het verleden zou confronteren. Geïnterviewde vertelt over haar relaties, opleiding en kinderen krijgen. Na heel gelukkige en goede jaren kreeg geïnterviewde hartklachten. Door het overlijden van haar oma, haar lichamelijke gezondheid en twee reünies van het internaat, waarbij ze zuster Petria confronteerde, ging ze onderuit. Geïnterviewde vertelt hoe ze in 2007 moest stoppen met werken en in het psychische hulpverleningstraject terecht kwam. Achteraf ziet ze hoe het verleden altijd heeft gesluimerd. Geïnterviewde was wel in staat seksualiteit en intimiteit te beleven. Tussen januari 2007 en medio 2014 volgden 113 gesloten opnames, waarna ze gestopt is met tellen. Geïnterviewde vertelt hoe de gesloten opnames en de behandeling die ze kreeg haar opnieuw traumatiseerde. Inmiddels heeft ze veel hulp aan huis zodat er opnamevoorkomend gehandeld kan worden. Geïnterviewde vertelt hoe haar kinderen omgaan met de situatie. Geïnterviewde vertelt over het traject dat ze sinds 2008 heeft doorlopen om euthanasie te mogen plegen op grond van geestelijk lijden. Ze vertelt over kiezen om te sterven, het moederschap en haar kinderen. Toen het misbruik van jongens naar buiten kwam, zag geïnterviewde op de website van KLOK een oproep voor getuigenissen over Catharinenberg. Haar verhaal bleek nagenoeg identiek aan dat van een andere vrouw. De houding van de advocaat van zuster Petria deed geïnterviewde besluiten zelf ook te melden bij de commissie Deetman en een procedure te starten. Geïnterviewde vertelt over het moeizame en zware proces, het ontmoeten van een ander slachtoffer en over het Vrouwen Platform tegen Kerkelijk Kindermisbruik. Geïnterviewde toont foto’s van vroeger.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- Blijf van m'n Lijf, huiselijk geweld, maatschappelijk werk, rolgedrag, seksueel geweld, mishandeling, vrouwenhulpverlening, vrouwenhuizen, jodendom, kinderbescherming, psychiatrie, lesbische vrouwen
- Description
- VO3 (Den Haag, 4 april 1929) is een van de oprichters van het eerste Blijf van m’n Lijfhuis in Amsterdam. Ze vertelt over haar jeugd: over de relatie met haar vader en moeder, over haar nierziekte en de psychische problemen van haar broertje, en over hoe ze als niet-joods kind met joodse familieleden de jodenvervolging en de hongerwinter beleeft. Op haar achttiende gaat ze naar de School voor Maatschappelijk Werk in R. Vanwege de dingen die ze als kind heeft meegemaakt, specialiseert ze zich in hulpverlening aan probleemkinderen. Ze gaat werken als bedrijfsmaatschappelijk werkster bij textieldrukkerij Vlisco in Helmond, waar ze zowel haar eerste liefde S. als haar latere echtgenoot leert kennen. Met hem krijgt VO3 vier kinderen. Na de geboorte van de vierde gaat ze weer werken. Het huwelijk loopt stuk door de problemen die de psychische problemen van haar man veroorzaken. Na de scheiding gaat VO3 samenwonen met S. in Asterdam. Met anderen beginnen ze de praatgroep Purperen Mien, later omgedoopt in Paarse September. Hierna richt VO3 samen met anderen in 1974 het eerste Blijf van m’n Lijfhuis op, met als uitgangspunt zelfhulp. Ze beschrijft de ontwikkeling van de organisatie: intakes en kinderwerk opzetten, maatregelen nemen tegen agressie tussen bewoonsters, vrijwilligers opleiden, het begin van de overheidssubsidie. Ze zetten het straatverbod als hulpmiddel op de kaart en krijgen de politie zover vrouwenmishandeling te gaan registreren. Noor blijf acht jaar intensief betrokken bij het huis, naast haar fulltime docentschap aan de Sociale Academie. Ze ontmoet T. , met wie ze sindsdien een lat-relatie heeft. Ze gaat supervisie geven aan stagiaires en later aan groepswerkers bij het Joods Maatschappelijk Werk. Ze verdiept zich in de joodse geschiedenis en cultuur en leidt praatgroepen op een conferentie over het ondergedoken kind. Terugkijkend op haar werk, concludeert ze dat kinderen en groepswerk daarin altijd centraal hebben gestaan.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- Blijf van m'n Lijf, huiselijk geweld, maatschappelijk werk, rolgedrag, seksueel geweld, mishandeling, vrouwenhulpverlening, vrouwenhuizen, vreemdelingenrecht, multicultureel, eerwraak, psychiatrie
- Description
- VO5 (Den Haag, 11 februari 1948) is oud-directeur van het Blijf van m’n Lijfhuis Alkmaar. Ze komt uit een socialistisch, ongelovig gezin, belast door de ervaringen van de ouders in de Tweede Wereldoorlog. Na de ULO volgt ze een jaar vormingsschool en daarna de opleiding kinderverzorging. Haar schooltijd ervaart ze als een groot feest. Op haar achttiende gaat ze werken bij de Martha Stichting in Alphen aan den Rijn. Ze verkeert in de marge van linkse politieke kringen. In haar volgende baan in het Zeehospitium in Katwijk ontmoet ze haar man. Ze wordt snel zwanger, krijgt twee kinderen en gaat weer verder met werken en studeren wanneer de jongste drie is. De botsingen met haar man over de rolverdeling thuis leiden later tot een tijdelijke scheiding. Ze komt in de vrouwenhulpverlening terecht wanneer ze wordt aangenomen als oproepkracht bij FIOM-huis Cortona in Leiden. Daarna gaat ze werken in de crisisopvang en in de psychiatrie, waar een heel andere cultuur en methodiek heersen. Ze keert terug naar de vrouwenhulpverlening wanneer ze leidinggevende wordt in het FIOM-huis Klein Henegouwen in Rotterdam, en daarna directeur van het Blijf van m’n Lijfhuis in Alkmaar. Ze vergelijkt de twee organisaties en beschrijft het opbouwen van relaties met gemeente en politie. In haar Alkmaarse tijd komt er langzaam meer financiële ruimte, en maakt de organisatie een cultuuromslag naar meer openheid en systeemgericht en krachtgericht werken. Ze vertelt hoe de moord op een ex-bewoonster haar inspireert tot het nieuwe opvanghuisconcept van het Oranje Huis. Nadat Alkmaar zich aansluit bij de Blijf-groep is er voor haar geen plaats meer in de organisatie en stopt ze met betaald werk.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- geestelijke gezondheid, incest, psychiatrie, vrouwenhulpverlening, feministische therapie, tweede feministische golf, Nederland, 20e eeuw, 21e eeuw
- Description
- In het interview vertelt VHV06 over haar uiteenlopende activiteiten op het gebied van de vrouwenhulpverlening. Zij stelt met name de mis(ver)standen over vrouwen in de psychische en somatische gezondheidszorg aan de kaak en het gebrek aan kennis van vrouwen over hun eigen lichaam. VHV06 werkt in eerste instantie vanuit de gevestigde instellingen, maar is ook altijd actief in het alternatieve hulpverleningscircuit. Zij reflecteert op de ontwikkeling van de (vrouwen)hulpverlening en maakt de balans op. VHV06 beschrijft hoe de manier van denken binnen de vrouwenbeweging aansluit bij de manier van denken die zij al heeft: de autonomie in het denken en doen is voor haar het belangrijkste, het recht om te denken en te doen wat je wilt. Over haar persoonlijke leven vertelt VHV06 over de depressie en de verdwijning van haar grootmoeder en het vroege overlijden van haar moeder. Het persoonlijke is voor VHV06 politiek en het politieke persoonlijk, zij laat zich in haar carrière altijd leiden door vragen die in haar eigen leven spelen.
Showing 1-5 of 5 records.