Overzicht van de ontwikkelingen in het personeelsbestand bij de rijksoverheid in 1992, met aandacht voor de instroom en uitstroom van medewerkers, de leeftijdsopbouw de positie van de vrouwelijke rijksambtenaren, de diensttijd promotie en interdepartementale mobiliteit, de instroom en uitstroom van minderheden, het ziekteverzuim, de arbeidsongeschiktheid, de WAGW, de wachtgelders en herplaatsingskandidaten, de VUT en deeltijd-VUT, de part-timers, het ouderschapsverlof, de vacatures en het Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds (A+O-fonds). In 1992 is het personeelsbestand met 1,3% afgenomen. Het aantal mannen daalde met 2.201, het aantal vrouwen steeg met 283. Terwijl het aantal volletijdwerkers afnam met 2.721, groeide het aantal deeltijdwerkers met 803.