In de brief van 25 september 1985 waarin de minister-president de Tweede Kamer laat weten, dat het kabinet afziet van indiening van een wetsvoorstel Gelijke Behandeling, duikt opeens de mogelijkheid van strafbaarstelling van seksediscriminatie weer eens op (Kamerstuk II, 19 226, nr. 1). De brief gaat vergezeld van een Notitie van de minister van Justitie, waarin deze zijn licht laat schijnen over de 'voors' en 'tegens' van het strafbaarstellen van discriminatie wegens 'sekse' en 'seksuele geaardheid'.