Bevat de volgende bijdragen: De jaren vijftig als keerpunt : boerinnengeschiedenis 1940-1990, door Ans Hobbelink, p.5-10 : Vrouwen van het land, door Nettie Aarnink, p.10-11: Van opluistering tot feministisch optreden (1846-1873) : dames, boerinnen en plattelandsvrouwen op het Nederlandsch Landbouwhuishoudkundig Congres (1846-1938), door Margreet van der Burg, p.12-19 : Boerinnenarbeid in de melkveehouderij in Midden-Nederland : werk van de tweede soort, door Sabine de Rooij, p.20-27 : Voor wie gewoon boerin wil blijven : een beroepsstatus voor agrarische vrouwen, door Toos Lodder, p.27-32 : Draad weer opgenomen : boerinnen in Spil, door Arend Voortman, p. 32.
'Mannen werken, vrouwen bestieren het huishouden en voeden de kinderen op. Zo is het vanaf het einde van de I 8e eeuw, in de hele l9e en tot ver in de 20e eeuw geweest. Nog steeds herkennen we in Nederlond deze rolverdeling tussen de seksen. Veel vrouwen hebben tegenwoordig wel een baan, moor dat betekent niet dat ze hel koken, wossen en luiers verschonen collectief aan de wilgen gehangen hebben. Onderzoek wiist uit dat het aan het einde van de 2Oe eeuw nog altiid 'moeder de vrouw' was, of ze nu werkt of niet, die de meeste huishoudeliike taken op zich neemt. En in onze tiid is dat niet veel anders.'