In maart 1973 leggen de mannen en vrouwen van ritssluitingenfabriek Optilon in Winschoten hun werk neer, deels uit protest tegen de ongelijke beloning voor werk door mannen en door vrouwen verricht. De staking krijgt landelijke aandacht. Vakbondsvrouwen en Dolle Mina's verklaren zich solidair met de actie. In mei 1973 lanceerde Dolle Mina het 'Werkende wijvenplan', gericht op gelijk loon voor gelijke arbeid, gelijke kansen in opleiding en beroep, individualisering van de belastingen, gratis kinderopvang en gemeenschappelijke woonvoorzieningen.
In december 1969 richtten jonge feministes de linkse actiegroep Dolle Mina op. Een belangrijk actiepunt was meer betaalde arbeid voor vrouwen, omdat vrouwen door hun economische zelfstandigheid ook individuele vrijheid zouden verwerven. In mei 1973 lanceerde Dolle Mina het 'Werkende wijvenplan', gericht op gelijk loon voor gelijke arbeid, gelijke kansen in opleiding en beroep, individualisering van de belastingen, gratis kinderopvang en gemeenschappelijke woonvoorzieningen.