Themanummer waarin aandacht wordt besteed aan de betekenis van de ons omringende materiële zaken voor de geschiedenis van vrouwen en sekse, met een inleiding door Renate van de Weijer en Gerard Rooijakkers. Geralda Jurriaans-Helle geeft een rondleiding door het Allard Pierson Museum, en kijkt of de kunst- en gebruiksvoorwerpen in het archeologisch museum een goed beeld geven van het leven van vrouwen in de oudheid. Evelyne Verheggen besteedt aandacht aan devotieprenten uit de zeventiende-eeuwse Republiek. Ook in de zeventiende eeuw werden poppenhuizen gemaakt voor vrouwen. De poppenhuizen stelden het leven van de vrouw als spil van het huishouden en het gezin voor, aldus Jet Pijzel-Dommisse. Peter van Overbeeke gaat in op hoe in het interbellum campagnes werden gevoerd om huishoudelijke apparaten aan de vrouw te brengen. Susanne Legêne laat de twee kanten van het kwartetspel van het Koloniaal Instituut in Amsterdam zien. Hélène Winkelman onderzocht de populariteit van Barbie en de wisselwerking tussen producent en consument. Tenslotte laten schrijfster Nelleke Noordervliet, historica Esther Captain, directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur Ineke Strouken en emeritus hoogleraar Middeleeuwse Geschiedenis Johanna Maria van Winter hun dierbaarste eigendom zien.