Refine your search
Categories
Language
Auteursrechten status
- Results per page : 50
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, religieuze praktijken, kindermishandeling, kinderarbeid, dwangarbeid, moeder dochterrelatie, ouders kindrelatie, Nederland, 20e eeuw, 1950-1999, interview (vorm), oral history
- Description
- “Ik wil niet dat je zo slecht wordt als je moeder” DWRK02 is geboren te Den Haag op 4 maart 1943. Ze groeit op als middelste kind – ze heeft nog een oudere broer en een jonger zusje – in een katholiek gezin. Echt gelovig zijn ze niet. Moeder is huisvrouw, vader werkt in de horeca. DWRK02 voelt zich een ongewenst kind. Ze krijgt geen liefde, wordt nooit aangehaald, en krijgt altijd straf. Vanaf haar derde worden er lelijke dingen tegen haar gezegd, ze wordt uitgemaakt voor een vies, lui en langzaam kind. Ze vind het niet fijn thuis, ze is bang voor haar moeder. In haar herinnering worden haar broertje en zusje op een andere manier behandeld. Straf krijgt ze bijvoorbeeld omdat ze haar broertje niet goed naar school begeleidt, maar ook als ze ziek is, is het haar schuld. De ergste mishandeling die ze zich van moeder herinnert, is dat ze door haar tot bloedens toe geboend wordt, in het zicht van haar broer. Erover praten met anderen kan ze niet, moeder wil niet dat ze de vuile was buiten hangt. Ze gaat naar de kleuterschool. Ze mag geen vriendjes en vriendinnetjes mee naar huis nemen, en evenmin bij hen spelen. Financieel is het een ‘normaal’ gezin. Moeder is een knappe vrouw die zich veel bezighoudt met muziek en graag uitgaat. Vanaf haar twaalfde koopt moeder geen kleren meer voor haar, wast en verstelt ze evenmin. DWRK02 leest graag boeken, maar moeder verscheurt ze. Waarom? Terugkijkend noemt ze haar moeder een narcist. Hysterisch en sadistisch is ze. De buren hebben in de gaten dat er van alles mis is in het gezin, maar het lukt niet om in te grijpen. Ook vader geeft haar soms een pak slaag, waar moeder dan lachend bij staat te kijken. Als moeder in verwachting is van haar zusje, wordt DWRK02 op kostschool gedaan. Daar heeft ze het fijn, maar omdat moeder de school niet betaalt, moet ze er na anderhalf jaar weer vanaf. Ze gaat vervolgens naar een katholieke, particuliere meisjes mulo. Ook dat is van korte duur, omdat ze geld heeft gestolen. Moeder wordt uit de ouderlijke macht ontzet, vader doet zelfstandig afstand van de ouderlijke macht. DWRK02,- ze is dan veertien - komt onder voogdij te staan en wordt overgeplaatst naar de Goede Herder in Bloemendaal. Daar zal ze drie maanden ter observatie verblijven. Aan Bloemendaal heeft DWRK02 niet veel slechte herinneringen, de mensen zijn aardig en ze is er relatief vrij. Dan wordt ze geplaatst in de Goede Herder te Leiderdorp. De deuren gaan op slot. Ze krijgt een chambrette, een kastje en een teil om je in te wassen. Vanaf nu is ze een nummer. Ze gaat nog een jaar naar school, in Leiden. Een dag in de Goede Herder bestaat uit wassen, aankleden, op je knieën voor je chambrette het ochtendgebed, naar de kerk voor de heilige mis, je bed opmaken, ontbijten. Daarna aan het werk in de strijkkamer, naar de kerk voor het Lof, avondeten. ’s Avonds met de andere meisjes in de huiskamer, waar je geacht wordt ook nog iets nuttigs te doen, bijvoorbeeld naaien. Praten over privézaken is niet toegestaan. Om 21uur naar bed. Hoewel het regime streng is en ze veel straf krijgt, zijn er ook mensen waar ze goed bij terecht kan, zoals moeder Lioba. DWRK02 volgt een aantal cursussen, zoals steno en typen. Ze mag pianospelen, op ballet en toneel. Het werk dat ze doet – van maandag tot en met zaterdag – wordt niet betaald. Dit doet ze van haar vijftiende tot haar twintigste. Op haar twintigste verhuist ze naar een tehuis voor werkende meisjes in Scheveningen, ‘Claere Fonteine’, en ze gaat werken als typiste. Ze blijft daar tot december. Dan gaat ze de vrije wereld in. Ze geniet van het vrije leven en probeert alles in te halen. Ze trouwt en krijgt een dochter. Eenmaal zelf moeder begrijpt ze helemaal niet hoe haar moeder zo heeft kunnen zijn. Op de vraag waarom ze in deze instelling zo slecht behandeld werd, geeft moeder-overste als antwoord: “Ik wil niet dat je zo slecht wordt als je moeder”. Gevolgen heeft het zeker gehad, A. heeft altijd een schuldgevoel en is voortdurend bang om iets verkeerd te doen. Toch denkt ze dat ze het beter heeft gehad dan de anderen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Özmen, Kivilcim > Interviewer
- Thesaurus
- actiegroepen, emancipatie, etniciteit, gender, dekolonisatie, migratie, onderwijs, racisme, vrouwenstudies, antropologie, seksualiteit, lesbisch, zwart feminisme, zwarte vrouwenbewegingen, wetenschappelijke beroepen, wetenschappelijk medewerkers, 20e eeuw, interview (vorm), Suriname, Verenigde Staten, Nederland
- Description
- Oral history interview met DIV09, geboren op 13 juli 1950 in Paramaribo, Suriname. Ze groeit op als vijfde kind in een gezin waarvan de vader inspecteur van de politie is. In 1951 verhuist het volledige gezin naar Nederland. In het begin van het interview vertelt DIV09 uitgebreid over de geschiedenis van haar familie, zowel van vaders als van moeders kant, waarin etniciteit, ras en klassenverschil een grote rol hebben gespeeld. DIV09s ouders stimuleren hun kinderen om te studeren en succesvol te zijn. Vooral tijdens haar jeugd is haar vader haar rolmodel. Zij wil een carrière, niet als haar moeder huisvrouw zijn. Maar ook haar opa van moeders kant heeft invloed. Hij was erg voor een onafhankelijk Suriname en op de hand van de vrijheidsstrijders. Haar vader zette zich juist af tegen alles wat Surinaams was. Als DIV09 achttien is, in 1968, vertrekt zij na haar middelbare schooltijd voor een jaar via een uitwisselingsprogramma naar de Verenigde Staten. Zij woont daar bij een wit gezin en bezoekt de lokale highschool. Daar realiseert zij zich dat zij een vrouw is met een kleur en dat zij moet kiezen welke identiteit zij heeft. Zijzelf noemt dat intersectionaliteit: het is niet voldoende om alleen naar gender te kijken, of alleen naar seksualiteit, of alleen naar ras, maar dat het om intersectie van die drie belangrijke assen gaat en wat daarin normaal geacht wordt. Na haar verblijf in de Verenigde Staten begint DIV09 met een rechtenstudie in Nijmegen. Ze sluit zich aan bij de Surinaamse en Antilliaanse studenten in de internationale studentenvereniging die bezig zijn met de dekolonisatie van Suriname en de zwarte bevrijdingsbeweging in de Verenigde Staten. Na een jaar stapt ze over naar culturele antropologie in Amsterdam. Tijdens haar studie gaat zij zich inzetten voor de Vrouwenbeweging. In eerste instantie realiseert zij zich dat ook hier weer alles wit is en ras en etniciteit geen enkele rol spelen, terwijl dat voor haar wel zo is. Pas later, als rond de onafhankelijkheid van Suriname steeds meer zwarte vrouwen naar Nederland komen, vindt zij daarbij aansluiting en gaat ze deel uitmaken van de opbloeiende zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwenbeweging (zmv). Vlak voor haar afstuderen in 1981 begint ze als ambtenaar in de buitendienst van het Bureau Landelijk Contact bij het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. In deze functie geeft zij voorlichting aan gemeenten en sociaal-culturele instellingen over het verkrijgen van subsidies voor minderhedenbeleid in Zuid-Holland. Vanaf 1984 werkt ze bij de Gemeente Amsterdam als coördinator minderhedenbeleid. In het begin van de jaren tachtig ontdekt zij ook haar lesbisch zijn en gaat zich in die wereld verdiepen. In 1987 vertrekt zij naar de Verenigde Staten om aan de University of California in Los Angeles (UCLA) te promoveren. Tijdens haar onderzoek naar seksuele relaties binnen de Surinaamse vrouwencultuur - “mati-werk” genoemd - woont zij negentien maanden in Suriname. [einde interview 1] [interview 2] Ze vertelt uitgebreid over “mati”, over haar promotieonderzoek en hoe dat ontvangen wordt. Ze krijgt daarna een aanstelling aan Oberlin College in Ohio om vrouwenstudies te doceren, maar na een jaar gaat ze liever terug naar Nederland, waar ook haar partner woont. In maart 1994 vervolgt ze haar wetenschappelijke carrière aan de Universiteit Utrecht. In 2001 wordt ze daar aangesteld als hoogleraar zmv, een leerstoel van het IIAV, tegelijkertijd met het aanvaarden van een functie als directeur van de organisatie Gender Etniciteit en Multiculturaliteit in het hoger onderwijs. Ze vertelt over de soms heftige reacties op haar hoogleraarschap. Terugblikkend op haar carrière denkt ze dat ze altijd voor de muziek uit heeft gelopen en kwesties aan de orde heeft gesteld die voor veel mensen ongemakkelijk waren. Nu ze met emeritaat is, doet ze nog steeds onderzoek en publiceert ze wetenschappelijk, maar hoopt ze ook een roman te schrijven en weer meer tijd te hebben voor haar poëzie. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- gynaecologie, vrouwen in mannenberoepen, vrouwenhulpverlening, patiënten, voorlichting, abortusstrijd, tweede feministische golf, Nederland, 20e eeuw, 21e eeuw
- Description
- VHV04 is gynaecoloog. Zij is betrokken bij diverse vrouwenhulpverleningsprojecten, zoals de DES-aktiegroep, Stichting Tegen Haar Wil, Werkgroep Vrouwen Zonder Baarmoeder, Stichting Admira en Aletta Centrum voor Vrouwengezondheidszorg. Het voorkomen van onnodige medicalisering, goede voorlichting, aandacht voor geweld tegen vrouwen en de positie van vrouwelijke artsen vormen rode draden in haar werkzaamheden. Zij schrijft voorlichtingfolders voor vrouwen over uiteenlopende verloskundige en gynaecologische onderwerpen. VHV04 is als gynaecoloog betrokken bij Women on Waves, de abortusboot die strijdt voor legalisering van abortus, en ook in Nederland is zij expert op het gebied van abortushulpverlening. Momenteel werkt zij als opleider in het Flevoziekenhuis Almere, waar zij haar visie over goede vrouwengezondheidszorg aan jonge artsen probeert door te geven.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Özmen, Kivilcim > Interviewer
- Thesaurus
- actiegroepen, diversiteit, emancipatie, etniciteit, gender, sociale klasse, migratie, onderwijs, racisme, vrouwenstudies, zwart feminisme, zwarte vrouwenbewegingen, wetenschappelijke beroepen, wetenschappelijk medewerkers, 20e eeuw, interview (form), Nederland
- Description
- Oral history interview met DIV01, geboren op 28 december 1944 in Kralendijk, Bonaire. Ze groeit op op Curaçao in een fijn gezin met een jonger broertje en zusje. Haar vader, een Curaçaoenaar, is ambtenaar en politicus, haar moeder is Dominicaanse en opgeleid tot apothekeres. Op haar tiende verhuist DIV01 met haar broer naar Nederland om naar het gymnasium te gaan: een paar jaar later zal de rest van het gezin volgen. Ze zit eerst op een katholieke kostschool en gaat op haar zestiende scheikunde studeren aan de Gemeente Universiteit Amsterdam, maar kiest later voor Spaans. Tijdens die studie wordt ze lid van de commissie buitenland van de studentenvereniging ASVA, waarmee ze actie voert rond politieke kwesties en oorlogen die in die tijd spelen in Suriname, Vietnam, Chili etc. Ook is ze actief lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). Na haar afstuderen gaat ze doceren aan de Rijksuniversiteit Leiden en raakt ze betrokken bij de zwarte feministische beweging. Met o.a. Ciska Pattipilohy richt ze documentatiecentrum Flamboyant in Amsterdam op. Ze werkt een aantal jaren bij het IAV (Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging) waar haar opdracht is diversiteit in de collectie te brengen, en schrijft columns voor het tijdschrift Opzij. Later werkt ze bij E-Quality, waar ze zich echter niet kan inzetten voor de vrouwenzaak zoals ze had verwacht. Na haar ontslag besluit ze terug te keren naar Curaçao, waar ze op het moment van het interview nog altijd doceert aan de universiteit. DIV01 heeft een dochter en vertelt dat het moederschap voor haar ook heel belangrijk is. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, moeder dochterrelatie, vader kindrelatie, opvoeding, mishandeling, kinderarbeid, dwangarbeid, alleenstaande moeders, abortussen, Blijf van m'n Lijf, Nederland, 20e eeuw, 1960-1969, oral history, interview (vorm)
- Description
- “Als je niet opvalt, gaan ze ook niet over je vallen.” DWRK04 is geboren in Rotterdam (1953): haar moeder is dan alleenstaand. Als DWRK04 twee is, krijgt ze een stiefvader, die haar tot haar zevende probeert op zijn naam te zetten. Daar slaagt hij niet in. Vanaf dat moment is ‘vader’ niet meer aardig tegen haar. Ze moet het huis uit, naar een kolonie bij de nonnen. Daar zit ze een week of negen. Daarna woont ze weer twee jaar thuis, tot stiefvader haar probeert te wurgen. Vanaf haar negende gaat DWRK04 eerst naar oma, daarna naar ‘Intermezzo’* en naar het rooms-katholieke ‘Lucia’**, in Rotterdam. Ze wordt steeds plotseling uit huis gestuurd en zit korte periodes op veel plaatsen, ook in Schiedam, Oosterwijk en Oosterhout. Op een bepaald moment lijkt DWRK04 een patroon te zien: als haar stiefvader thuis komt – hij zit bij de Marine – wordt zij weer weggestuurd. Ze denkt dat moeder haar zo wil beschermen tegen haar stiefvader. Wanneer DWRK04 veertien is, mag ze naar haar tante in Breda, daar heeft ze het fijn. Maar ook hier wordt ze weggehaald en in 1967 naar ‘Larenstein’*** in Velp gebracht, onder het mom dat ze van huis is weggelopen. Ze krijgt een voogdes. In Velp heeft ze het niet prettig. Haar eigen kleren worden afgenomen, het is er somber, ze ervaart het als een gevangenis. Werken moet ze in de strijkkamer, van acht tot vijf. Betaald wordt ze er niet voor. Ze voelt zich heel alleen, echte vriendschappen zijn er niet, je bent altijd aan het werk. Wel haalt ze een huishoudcertificaat, na het intern volgen van de huishoudschool. Een dag op Larenstein betekent om 6 uur opstaan, wassen met koud water, aankleden, in de rij naar beneden. Alles in stilte. Praten mag je pas aan het ontbijt. Dan naar de strijkkamer. Het werk is zwaar en steeds staand, zelfs tijdens de koffie. Om 12 uur warm eten. Na de avondboterham is er vrije tijd om iets voor jezelf te doen. Een TV is er nog niet, wel een radio, hoewel de nonnen bepalen waar je naar luistert. Slapen doen ze in een chambrette, waar een bed in staat, een wasbak, een kledingkast en een stoel. Geen enkele privacy. Na 21 uur moet het stil zijn. Op zaterdag hebben ze een halve dag vrij. Ze moeten één keer in de week naar de kerk, en één keer per week biechten. Er wordt veel straf uitgedeeld (gedwongen voeden, kots opeten, minder sigaretten verdienen), maar DWRK04 probeert dat zo goed mogelijk te voorkomen: “Als je niet opvalt, gaan ze ook niet over je vallen.” Ze heeft heimwee en mist haar familie. Na twee en een half jaar in Larenstein, haalt vader haar in november 1969 op om naar huis te gaan. Ze is dan bijna zeventien. Ze kan meteen weer aan het werk, van de ene gevangenis naar de andere. Nu verdient ze wel geld, maar ze mag het niet houden. DWRK04 voelt zich monddood gemaakt, gewend om naar de pijpen van een ander te dansen. Altijd bang voor de gevolgen. Op latere leeftijd krijgt ze last van depressies. Haar leven komt uiteindelijk weer op de rails door contacten binnen de Evangelische gemeenschap, daar heeft ze de ware liefde van God leren kennen en wordt ze geaccepteerd zoals ze is. Haar ouders vergeeft ze, “dan kan je ook weer verder met je leven”. * Intermezzo is een opvanghuis [red.] **Het St. Lucia-gesticht, opgericht door de Paters Minderbroeders in 1866 [red.] ***Huize Larenstein is een van de huizen van de Goede Herder [red.]
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, mishandeling, seksuele intimidatie, onbetaalde arbeid, dwangarbeid, moeder dochterrelatie, vader kindrelatie, Nederland, 20e eeuw, 1950-1999, oral history, interview (vorm)
- Description
- DWRK03 is in Schiedam geboren (1947), als oudste van vier meisjes. Haar vader is schilder en lijstenmaker, moeder is huisvrouw. Ouders scheiden na de komst van het laatste zusje. Het gezin woont in Maastricht, waar DWRK03 ook naar de rooms-katholieke lagere school gaat. De katholieke inbreng is van vaders kant, moeder is niet religieus. DWRK03 zegt het goed te hebben bij haar moeder. Toch moet ze – als ze zeven of acht is – naar een kindertehuis voor meisjes én jongens, ‘De Kommel’, om de hoek bij haar lagere school. Waarom is haar nooit verteld, misschien door haar vader? Haar moeder zal haar – zonder succes – proberen terug naar huis te halen. Vader lijkt minder van haar te houden, maar echt slecht behandelt hij haar niet. DWRK03 moet nu naar Mook, waar het minder fijn is. Ze wordt meteen aan het werk gezet – ze is dan ongeveer 11 jaar – en wordt gestraft voor onhandigheid. Hierna moet DWRK03 naar een meisjesinternaat in Maastricht, geleid door nonnen en een priester. Daar is ook een schooltje, waar ze leert schrijven. Haar werk is voornamelijk van huishoudelijke en dienende aard. Ook hier wordt ze weer gestraft, veelal voor iets wat iemand anders heeft gedaan. Straf bestaat onder andere uit extra schoonmaakwerk en het intrekken van het weekendverlof. Na Mook moet DWRK03 naar de Goede Herder in Tilburg. De deuren gaan achter haar op slot, de ramen hebben spijlen. Het lijkt wel een gevangenis. Het grasveld is hoog ommuurd. Je hoort wel mensen en auto’s, maar zien kan je ze niet. Ze komt niet meer buiten. Ze is dan ca 15 jaar. In Tilburg slaapt DWRK03 in een chambrette. Na het opstaan en wassen moet ze naar de mis. Na het ontbijt meteen door naar de strijkkamer, waar ze ook moet stijven. Zwaar werk en heel vermoeiend, ze moet de hele dag staan. Bij thuiskomst meteen weer naar de mis en eten. ’s Avonds mag ze iets voor zichzelf doen, hoewel er ook huishoudelijke taken liggen. Op de enige vrije dag, zondag, mazen de meisjes truien, waar ze een sigaret mee verdienen. Alles gaat op slot, behalve de wc, die moet juist open blijven. En douchen moeten ze gezamenlijk. Intussen stichten de zusters van de Goede Herder in Someren een nieuw klooster, ‘Huize Witven’. Als dat in 1963 afgebouwd is, verhuist DWRK03 daarheen, met alle andere bewoners van de vorige instelling in Tilburg. Ze krijgt een eigen kamer. En ze kan meer naar buiten kijken, naar de bossen. Er is een TV. Verder is de dagindeling onveranderd. Vroeg op, naar de mis, hard werken in de wasserij, achter de mangel. Er wordt gewerkt voor hotels en restaurants. Betaald is ze nooit voor het werk, ze kreeg wel eens een fiets. Ook in Someren krijgt DWRK03 straf, omdat ze probeert weg te lopen naar haar moeder. Ze wordt een week opgesloten in een klein celletje. Als DWRK03 achttien is, mag ze buiten de instelling gaan werken. Als ze bijna twintig is, wordt ze zwanger en gaat bij haar moeder wonen. Ze staat dan nog onder voogdij. Terugkijkend realiseert DWRK03 zich dat ze nooit een echte ‘kinderjeugd’ heeft gehad, noch een puberteit. Ze noemt het een echte hel. En niet normaal dat je niet betaald krijgt voor dat vele werk. Maar ze is ook dankbaar dat ze er veel geleerd heeft, op huishoudelijk gebied. *Mook is een observatiehuis [red.]
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- Blijf van m'n Lijf, huiselijk geweld, maatschappelijk werk, rolgedrag, seksueel geweld, vreemdelingenrecht, mishandeling, vrouwenhulpverlening, vrouwenhuizen, Nederland, 20e eeuw
- Description
- In dit Oral History project worden vijf vrouwen geïnterviewd die hun stempel hebben gedrukt op de veertigjarige geschiedenis van de vrouwenopvang in Nederland. De rol van de Blijf-van-m’n-Lijf-huizen en de vrouwen die het eerste opvanghuis hebben opgericht en die op beslissende momenten directeur van de groeiende organisatie zijn geweest, of die anderszins grote invloed hebben gehad op de ontwikkeling van de vrouwenopvang. Hun persoonlijke en professionele verhaal vult de bronnen in de literatuur en het archief over de vrouwenopvang aan (i.h.b. Blijf-van-m’n-Lijf). In de interviews wordt ook aandacht worden besteed aan de betekenis van het zelfhulp-principe zoals aanvankelijk ontwikkeld in Blijf-van-mijn-Lijf.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Özmen, Kivilcim > Interviewer
- Thesaurus
- actiegroepen, diversiteit, emancipatie, etniciteit, gender, migratie, dekolonisatie, vluchtelingen, onderwijs, racisme, lesbisch, biseksualiteit, vrouwenstudies, zwart feminisme, zwarte vrouwenbewegingen, kraakbewegingen, managers, 20e eeuw, interview (form), Indonesië, Nieuw-Guinea (eiland), Nederland
- Description
- Oral history interview met DIV08, geboren op 7 april 1967 in Delft. Ze groeit op als de dochter van een Papoea-vader (de bekende onafhankelijkheidsactivist Nicolaas Jouwe) en een Indische moeder. Voor DIV08 geboren werd vluchtte het gezin met DIV08’s oudere broers naar Nederland toen Nieuw-Guinea deel werd van Indonesië. Ook in Nederland blijven haar ouders zich inzetten voor de rechten van de Papoea’s. Hoewel zijzelf in Nederland is geboren, heeft haar familiegeschiedenis veel impact op haar gehad. Op haar zestiende raakt zij betrokken bij de kraakscene en gaat in Delft in een kraakpand wonen. Daar ontluikt haar feministisch en activistisch bewustzijn. Ze realiseert zich dat het wel een erg ‘witte’ plek is, maar van het bestaan van zwart feminisme heeft ze nog geen idee. Na haar kraaktijd gaat ze in Utrecht cultuurgeschiedenis en vrouwenstudies doen, en volgt colleges bij onder andere Rosi Braidotti, Bell Hooks, Angela Davis, Judith Butler en Maaike Meijer. Aan het einde van haar studie wordt zij student-assistent bij Gloria Wekker, die als zwarte intellectuele vrouw een belangrijk rolmodel voor haar wordt. Samen met medestudent Marlies Mensink doet ze een oral history interviewproject onder Papoeavrouwen in Nederland. DIV08 vertelt uitgebreid over de zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwenbeweging (ZMV) in Nederland. Na haar afstuderen wordt DIV08 projectmanager Cultuurfonds en later adjunct-directeur bij Mama Cash, een organisatie die investeert in activiteiten van vrouwen. Ze reist veel internationaal en gaat daardoor deel uitmaken van wat zij noemt het global feminism. Ze vertelt uitgebreid over haar Mama Cash-tijd. DIV08 vertelt dat zij rond haar achttiende belangstelling krijgt voor het lesbisch zijn. In haar Mama Cash-tijd begint zij met het lesbisch zijn te experimenteren. Ten tijde van het interview heeft zij een mannelijke partner. Zij beschouwt haar lesbisch zijn meer als politiek. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- diversiteit, emancipatie, etniciteit, gender, migratie, onderwijs, pedagogie, racisme, zwart feminisme, zwarte vrouwenbewegingen, wetenschappelijk medewerkers, wetenschappelijke beroepen, managers, directeuren, kinderleidsters, 20e eeuw, interview (form), Suriname, Nederland
- Description
- Oral history interview met DIV06, geboren op 14 december 1953 in Paramaribo, Suriname. Ze groeit op als dochter van de latere eerste president van Suriname, Johan Ferrier, en zijn vrouw Edmé Vas. Beide ouders kwamen uit het onderwijs en droegen het belang daarvan hun hele leven lang actief uit. Op vierjarige leeftijd woont DIV06 een paar jaar op verschillende plaatsen in Nederland en gaat ze naar de kleuterschool, waar ze voor het eerst discriminatie op basis van huidskleur ervaart. Na weer een aantal jaren in Suriname vervolgt ze haar middelbare school in Hilversum. Daarna studeert ze vanaf 1973 in Utrecht pedagogiek, waarvoor ze stage loopt in opvanghuizen in Suriname en Nederland. Ze vertelt over de hoogte- en dieptepunten van haar vaders presidentschap en hoe zij die heeft beleefd. Na haar afstuderen in 1980 gaat DIV06 werken bij opvanghuis Paloeloe en het overkoepelende Sociaal Agogisch Centrum, waar ze tehuizen opzet voor Marokkaanse kinderen met de methodiek die ze voor Paloeloe ontwikkeld heeft. Daarnaast wordt ze veel gevraagd als docent en adviseur over diversiteit. Ze is ook actief in internationale netwerken en bezoekt de VN Vrouwenconferentie in Nairobi in 1985. In 1998 wordt ze directeur van E-Quality, het nieuwe kennisinstituut voor gender en etniciteit, waar ze aanblijft tot het in 2012 fuseert met Aletta. Ze adviseert daarnaast de regering vanuit de commissies AVEM en PAVEM over de arbeidsparticipatie van vrouwen uit etnische minderheidsgroepen. Na het verlaten van E-Quality is ze lid van de adviescommissie voor het slavernijmonument in Amsterdam en voorzitter van de Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013 en ze vertelt hoe deze projecten tot stand zijn gekomen. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Orhan, Gulay > Interviewer
- Contributor
- Tekin, Emine > Interviewer
- Thesaurus
- emancipatie, vrouwenstudies, onderwijs, actiegroepen, migratie, diversiteit, racisme, huwelijken, opvoeding, familierelaties, allochtonen, zwarte vrouwenbewegingen, 20e eeuw, tweede wereldoorlog, interview (vorm), Nederlands-Indië, Indonesië, oral history
- Description
- Oral history interview met DIV02, geboren op 26 februari 1926 in Makassar op het eiland Celebes in Nederlands-Indië en afkomstig uit een welgesteld gezin. Haar vader is een eigen ondernemer van Molukse afkomst en haar moeder heeft een gemengde afkomst maar is inlands. Beide zijn Christen. Ze heeft drie broers. Ze heeft een Europese opvoeding gehad, gaat naar de HBS en op school is ze erg goed in Nederlands. Vooral haar vader heeft een grote rol gespeeld bij de ontwikkelingen in haar leven. De Tweede Wereldoorlog is de grootste ommekeer in haar jeugd. De Japanse bezetting ziet ze ondanks alles als een rijke ervaring. Na de bevrijding gaat ze terug naar de HBS en haalt ze haar diploma. Vervolgens studeert ze drie en een half jaar rechten in Nederland. In Nederland identificeert ze zich pas echt met Indonesië en uiteindelijk stopt ze met haar studie om op deze wijze te demonstreren tegen de militaire acties in 1948. In Nederland ontmoet ze tijdens haar studie haar man. Terug in Indonesië trouwen ze en brengen ze zeventien jaar samen door. DIV02 krijgt werk in de bibliotheek en hier leert ze het belang van informatie voor ontwikkeling. Deze ontdekking neemt ze de rest van haar leven mee. Informatie en taal blijken haar grootste interesses en deze interesses zet ze later in bij haar activiteiten voor de vrouwenbeweging. In 1968 vertrekt ze met haar vier kinderen definitief naar Nederland. Ze vindt werk bij de bibliotheek aan de Universiteit van Amsterdam, maar verlaat deze al snel voor het Tropeninstituut en aldaar het Documentatie Centrum Ontwikkelingslanden. In 1973 wordt ze door een Deense feministe geïnspireerd over de positie van vrouwen in ontwikkelingslanden. Dit is haar eerste aanraking met vrouwenemancipatie. Hierna groeit haar belangstelling voor dit onderwerp alleen maar. Ze werkt vanaf 1987 mee bij vrouwencentrum Flamboyant en is daar een grote en belangrijke waarde voor de documentatie van informatie over vrouwen. Ze is actief binnen de zwarte vrouwenbeweging en ze brengt het onderscheid tussen de witte en de zwarte vrouwenbeweging in kaart. Bij de witte vrouwenbeweging voelden de zwarte-, migranten-, en vluchtelingenvrouwen zich volgens haar niet betrokken genoeg. Bij de zwarte vrouwenbeweging draagt ze bij aan de opbouw, de organisatie (van documentatie) en is ze een algemeen referentiepunt. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, religieuze praktijken, moeder dochterrelatie, ouders kindrelatie, opvoeding, kindermishandeling, kinderarbeid, dwangarbeid, moederschap, Nederland, 20e eeuw, oral history, interview (vorm)
- Description
- DWRK01 wordt in 1931 geboren in Den Haag. Daar woont ze ook nog ten tijde van dit interview in 2019: ze is dan 87. DWRK01 groeit op als tweede in een katholiek gezin met zeven kinderen: een oudere broer, onder haar nog een broer en vijf zusjes. Zelf blijkt ze aanvankelijk deel van een tweeling te zijn, iets wat ze pas op latere leeftijd ontdekt. Haar vader (1905-1957) is schilder van beroep. Geïnterviewde noemt hem een sul, die niet tegen haar moeder op kan. Moeder wordt in het interview ‘oliebol’ genoemd, dit omdat ze de naam ‘moeder’ niet verdient. Thuis worden de kinderen verwaarloosd en mishandeld, zes van de zeven kinderen zullen vroegtijdig uit huis gaan. De broertjes en zusjes worden gescheiden ondergebracht. DWRK01 belandt vanaf haar achtste jaar in het Haagse Groenestein, een grote Rooms-Katholieke instelling, die is bedoeld voor kinderen die niet goed opgevoed kunnen worden door hun ouders. Er heerst een streng regime, waar religieuze rituelen, (lagere) school en werk de belangrijkste plaats innemen. Ruimte voor vriendschappen en warmte is er niet of nauwelijks, het is niet makkelijk om iemand in vertrouwen te nemen. Er is geen enkele privacy – de meisjes sliepen in een chambrette met halfopen gordijn. Als mishandeling noemt DWRK01 onder andere het gedwongen eten van zout en dat ze van de trap wordt gegooid. Gestraft wordt je bijvoorbeeld voor het omkijken in de kerk, of voor het praten met andere meisjes. Na haar verblijf in Groenestein – ze is dan dertien – gaat DWRK01 terug naar het ouderlijk huis, waar haar moeder haar meteen weer uit werken stuurt. Als DWRK01 zeventien is, wordt ze opnieuw in een instelling geplaatst, nu in Larenstein – een van de locaties van de Goede Herder – te Velp. Dit is zo geregeld door haar moeder en een ‘voogd’. Was er in Groenestein nog enig ‘contact’ met de buitenwereld – ze zag soms in de verte mensen lopen – in Larenstein is dat volstrekt ondenkbaar, de instelling ligt diep verborgen in een groot bos. Ook hier weer een dagindeling die wordt gedomineerd door religieuze rituelen, te beginnen om 5 uur ’s ochtends met het ochtendgebed – plat op je buik bidden – en heel hard werken. Het meeste werk is vooral van huishoudelijke aard, zoals wassen, persen, verstellen, schoonmaken en koken. Onderwijs wordt in Larenstein niet gegeven. DWRK01 ervaart deze instelling als een gevangenis. Ze zal er tot haar 21e verblijven. Dan krijgt ze de mogelijkheid om zes weken de ‘wereld’ te verkennen, om te zien of ze het aankan. Mocht dat mislukken, dan kan zij terug naar Larenstein, om als ‘oblaat’ in het klooster te blijven dienen. DWRK01 heeft haar kans genomen, vast van plan om nooit meer terug te keren. Eenmaal in de buitenwereld, krijgt DWRK01 een aardige vriendin, die haar koppelt aan de man waarmee ze in 1956 zou trouwen en vijf kinderen krijgt. Haar man, aanvankelijk vrachtwagenchauffeur, krijgt later zijn eigen garage. Hij overlijdt in 1998. Anderhalf jaar later zou ook een van haar zoons overlijden. DWRK01 geniet intens van het moederschap en kan haar kinderen wél geven wat zij zelf zo node gemist had: genegenheid. Het huwelijk, de kinderen, een sterke wil, maar ook het schrijven van dagboeken – dit doet ze vanaf 1960 – hebben haar geholpen om alsnog een goed leven op te bouwen. Achterom kijken wil ze niet.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- lesbische vrouwen, seksueel geweld, incest, vrouwenhulpverlening, tweede feministische golf, Joegoslavië, Nederland, 20e eeuw, 21e eeuw
- Description
- VHV03, psychotherapeut, reflecteert in het interview op haar jeugd als domineesdochter. Zij heeft een tweelingbroer en vertelt over de invloed dat dat heeft op haar socialisatie en ontwikkeling. VHV03 beschrijft de manier waarop zij een hetero bestaan probeert op te bouwen en hoe zij uiteindelijk toch kiest voor een lesbisch leven. VHV03 vertelt over de oprichting van Stichting De Maan: het pionierswerk dat door de Maan wordt verricht op het gebied van onder andere incesthulpverlening en hoe De Maan zich verhoudt tot de vrouwenbeweging. VHV03 beschrijft hoe in de periode dat zij voor De Maan werkt haar privé- en werkleven steeds meer vervlecht. VHV03 gaat in het interview uitgebreid in op haar werk in voormalig Joegoslavië en hoe haar dat aangrijpt. Ze beschrijft haar jarenlange relatie met Riek Stienstra, directeur van de Schorerstichting. Voor VHV03 is de grote winst van De Maan en de vrouwenhulpverlening de aandacht voor seksueel geweld, de aandacht voor verkrachting in oorlogsgebieden en de positievere uitstraling die het lesbisch zijn heeft gekregen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Josien Pieterse > Interviewer
- Thesaurus
- feministische therapie, ervaringsleren, lesbische vrouwen, vrouwenhulpverlening, tweede feministische golf, Noord-Brabant, Nederland, 20e eeuw, 21e eeuw
- Description
- VHV09 vertelt in het interview hoe haar werk in de vrouwenbeweging en de vrouwenhulpverlening heel sterk met haar privéleven is vervlochten. Zij reflecteert op de veelheid aan activiteiten, projecten, cursussen en organisaties die zij heeft opgezet en uitgevoerd. Zo was zij betrokken bij Dolle Mina, Wij Vrouwen Eisen, Brood en rozen, Feministische Oefengroepen Radikale Therapie (FORT), Vrouwen Vormingscentrum De Born, Emancipatorisch Vrouwen Vormingswerk Adviesgroep: EVA bijt door, de projectgroep Vrouwenhulpverlening, Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling, Vrouwenopvang Den Bosch, en Stichting Artemis. Zij vertelt in het interview wat de vrouwenbeweging voor haar heeft betekent en hoe zij zich hier meteen thuis voelde. In haar leven en haar werk heeft het ervaringsleren altijd centraal gestaan. Interactie, samen met anderen leren, is voor haar dé manier om te leren. De vrouwenbeweging heeft voor haar acceptatie van zichzelf als vrouw gegeven. VHV09 beschrijft zichzelf als anarchistisch, wars van institutionalisering, een strateeg en een starter. In het interview vertelt ze ook welke rol spiritualiteit in haar leven heeft. Daarnaast gaat zij in op haar huwelijk met haar jeugdvriend dat misloopt en vertelt zij over de verschillende vrouwenrelaties die zij daarna heeft.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- vrouwenstudies, arts patiënt relatie, betaalde arbeid, zorgarbeid, eerstelijnsgezondheidszorg, vrouwenhulpverlening, tweede feministische golf, Nederland, 20e eeuw, 21e eeuw
- Description
- VHV07 Rotterdam,- ook bekend als VHV07) beschrijft haar jeugd, de impact van de vroege dood van haar moeder en de rol van haar oudste zus Nelleke Nicolai in haar leven. Ze vertelt hoe zij als kind geconfronteerd wordt met onrecht. Bijvoorbeeld hoe vrouwen en mannen anders benaderd en behandeld worden, maar ook hoe er tegen 'bruine' mensen aan wordt gekeken en hoe die worden gediscrimineerd. In het interview vertelt VHV07 hoe zij gevormd wordt door haar maatschappij-kritische studie psychologie. Met haar mede-studenten analyseert zij hoe sekse en klasse voortdurend een rol spelen in de samenleving. Zij bediscussiëren hoe er binnen de gezondheidszorg wordt gekeken naar vrouwen: vrouwen en hun klachten zijn atypisch, een voetnoot in de medische vakliteratuur. VHV07 vertelt dat voor haar de vrijheidsdrang het belangrijkste is. De drang om te doen wat je belangrijk vindt en dat dit niet wordt tegengewerkt omdat je bijvoorbeeld toevallig een meisje bent. In haar carrière staat het ontregelen, dat wat vastzit losser maken of dat wat als vanzelfsprekend wordt aangenomen van een andere kant belichten, centraal. Ze noemt de vrouwengezondheidszorg de Gouden Eeuw in haar leven. VHV07 beschrijft het proces hoe Stichting Vrouwengezondheidscentrum samen met de stichting Aletta (de huisartsenpraktijk) uitgroeit van een groep van voornamelijk vrijwilligers naar een professionele organisatie. Qua kennis op het gebied van vrouwengezondheidszorg heeft Aletta een voortrekkersrol en zij ontwikkelen goede methoden om de kennis te integreren in de reguliere gezondheidszorg en in de samenleving. Leonore geeft voorbeelden hoe van de manier waarop Aletta medewerkers te werk gingen en welke methodes ze gebruikten. VHV07 betreurt dat Aletta uiteindelijk werd opgeheven en ze vertelt hoe zij de ervaring en kennis die ze bij Aletta opdoet gebruikt in haar verdere carrière. In het interview reflecteert Leonore ook over de verhouding privé en werk in haar leven en hoe zij zorg voor haar gezin combineert met haar werk.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Wietsma, Annegriet > Interviewer
- Thesaurus
- vrouwengeschiedenis, vrouwenorganisaties, vrouwenverzet, militaire beroepen, postbestellers, telefonisten, 20e eeuw, interview (vorm), Nederland, Verenigd Koninkrijk, Sri Lanka, Indonesië
- Description
- MARVA01 (geboorteplaats onbekend, 19 mei 1922) woont tijdens de Tweede Wereldoorlog bij haar ouders in Terneuzen en werkt als Rijkstelefoniste. Ze is betrokken bij het verzet en later bestuurslid van de partizanen. Met dat bestuur wordt ze gevangen genomen door de Duitsers, maar ze ontsnappen. Samen met haar zwager Jan, hoofd van de ondergrondse, en een boer vertrekt ze om door de linies de Canadezen te bereiken, waarbij Jan door een bom wordt gedood. In Schoondijke zetten de Canadezen haar aan het werk in de telefooncentrale. Wanneer Zeeland is bevrijd in 1944 raakt ze betrokken bij de oprichting van de Marva en wordt ze zelf de eerste. Haar opleiding krijgt ze bij de WRNS (Women’s Royal Naval Service) in Engeland. Daar gaat ze ook op bezoek bij koningin Wilhelmina en prinses Juliana, met wie ze nog jarenlang contact houdt. In maart 1945 wordt ze met een groep andere Marva’s met het schip de Johan van Oldenbarnevelt via Aden uitgezonden naar Nederlands-Indië. Omdat ze daar vanwege de Japanse bezetting niet meteen kunnen binnenvaren, worden ze eerst in Trincomalee op Ceylon gestationeerd. Eenmaal in Indië moeten de vrouwen de taken overnemen van mannelijke militairen die administratief werk verrichten. Zo wordt Francien ingewerkt door de directeur van het Marinepostkantoor naast haar werk op de telefooncentrale. Ze vertelt over hoe ze met alle vrouwen in vier villa’s in Batavia wonen en over hun beperkte bewegingsvrijheid vanwege de oorlogssituatie. In november 1947 keert ze, opnieuw met de Johan van Oldenbarnevelt, terug naar Nederland, waar ze in maart 1948 aankomt. Ze pakt haar oude baan als telefoniste weer op tot ze in 1954 trouwt met Wim, met wie ze drie kinderen zal krijgen. Tot slot laat ze haar uniform, foto’s en medailles zien en vertelt daarover.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, moeder dochterrelatie, vader kindrelatie, opvoeding, onderwijs, kinderarbeid, dwangarbeid, seksuele intimidatie, opvangcentra, hulpverlening, moederschap, Nederland, 20e eeuw, interview (vorm), oral history
- Description
- “Je kan beter strijden, dan slachtoffer zijn.” DWRK05 is geboren in 1961, te Utrecht. Vader werkt in de horeca, hij is van jongs af aan echt haar maatje. Hij verwent haar en geeft aandacht. Moeder houdt zich bezig met de opvoeding en corrigeert: daarnaast werkt ze in de huishouding bij andere gezinnen. Later blijkt dat moeder ook een aantal jaren bij de nonnen in Almelo heeft gezeten. Vanaf de peuterspeelzaal bezoekt DWRK05 katholieke onderwijsinstellingen. Haar ouders hebben een slecht huwelijk en scheiden als DWRK05 in de vierde klas zit. Ze wordt daar op school mee gepest en is daarom vaak boos en verdrietig, ze voelt zich niet meer veilig op school. Tegen haar zin moet ze bij haar moeder blijven wonen, waar ze veel ruzie mee heeft. Met het katholieke geloof heeft ze weinig meer, ze stelt te veel vragen en krijgt daarom straf. In de zesde klas mag ze naar een openbare school. Moeder krijgt een verhouding met een veel oudere man, waar J. zich erg tegen verzet. Vader ziet ze elk weekend. DWRK05 ontvlucht het huis en hangt veel op straat. Ze gaat, inmiddels 12 jaar, zelf naar de Raad voor de Kinderbescherming om hulp te vragen, maar ze mag nog steeds niet bij haar vader wonen. Wel vindt men het een goed idee als ze een jaar naar een tehuis zou gaan, voor werkende en studerende meiden (‘Het Baken’ in Utrecht). Ze blijft daar tot ca 1975. Inmiddels is moeder voogdes, en vader toeziend voogd. DWRK05 spijbelt veel van school, Via de Kinderbescherming wordt DWRK05 naar Huize Alexandra gestuurd, een instelling van de Goede Herder in Almelo. Huize Alexandra zit in een statig pand. Nadat vader haar aflevert, gaat de deur op slot. Zij krijgt een nummer en moet dit meteen in al haar kleding naaien. Daarna komt ze ‘op de groep’. Haar slaapplaats is een chambrette, op een grote slaapzaal. Een bed, een kast en een wasbak, met een gordijntje ervoor. De nonnen kiezen welke kleding in haar kast mag. Aan de eettafel heeft iedereen een vaste plek. Er wordt gebeden en je krijgt een boterham. Sommigen moeten afwassen. Dan in de rij naar boven, naar de naaizaal. Het werk bestaat uit etiketjes innaaien en handdoekjes omzomen. In een andere zaal wordt kleding genaaid. Een kleine pauze met koffie. De meisjes moeten hard en netjes werken. Tussen de middag is er warm eten. En een kleine versnapering (sigaretten of snoep), als je je goed hebt gedragen. Praten mag alleen in de groep, nooit met zijn tweeën. ’s Middags terug naar de naaizaal. Na de avondboterham zitten de meisjes in de huiskamer, waar je als groep gezamenlijk een TV-programma mag kiezen. Zaterdag en zondag naar de kerk. DWRK05 ervaart het als een gevangenis. Ze is vaak in verzet en wordt dan gestraft met eenzame opsluiting of intrekking van haar weekendverlof. De scholing, waar DWRK05 op gehoopt had, komt slechts langzaam en mondjesmaat op gang. Ze mag uiteindelijk een aantal vakken volgen. En daar examen in doen. Als ze alle vakken gedaan heeft, mag ze naar de mavo in Almelo. Als ze een weekend op verlof is in Utrecht, besluit ze om niet meer terug te gaan. Dat mislukt. Ze leert mee te bewegen met wat er van haar verwacht wordt, ondanks het onrecht dat haar wordt aangedaan. Uiteindelijk lukt het haar om met behulp van het JAC* in Almelo en de Belangenvereniging Minderjarigen** uit Alexandra te raken. DWRK05 is dan bijna zestien. Ze begint haar vrije leven in een studentenhuis in Enschede en krijgt een baan. *Jongeren Advies Centrum, opgericht in 1971 [red.] **Belangenvereniging Minderjarigen (BM), opgericht in 1971 [red.]
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- lesbische vrouwen, christendom, maatschappelijk werk, gender, therapieën, vrouwenbewegingen, kunsten, tentoonstellingen, 20e eeuw, 21e eeuw, oral history
- Description
- Oral history interview met LV04, geboren 28 juli 1937 te Amsterdam. LV04 is de oudste van vier kinderen en groeit op tijdens de Tweede Wereld oorlog. Vanwege de oorlog verhuist ze tijdens haar jeugd van Amsterdam naar Santpoort, terug naar Amsterdam, en tijdens de hongerwinter naar kennissen in Limmen. Na de oorlog keert de familie LV04 terug naar Santpoort, haar vader werkt op het kantoor van de scheepvaartvereniging Noord in Amsterdam. In het interview vertelt LV04 over haar jeugd: haar betrokkenheid bij de Vrijzinnige Christelijke Jeugd Centrale (VCJC), hoe het was om jong te zijn tijdens de oorlog, en dat ze als kind liever een jongetje wilde zijn. Vanaf haar vijftiende gaat LV04 naar de HBS in Haarlem waarna ze maatschappelijk werk gaat studeren aan de Sociale Academie in Amsterdam. LV04 vertelt over haar keuze voor de Sociale Academie en haar besluit een kunstzinnige carrière naast zich neer te leggen. Aan het einde van haar opleiding aan de Sociale Academie gaat LV04 stage lopen bij kindertehuis Ellinchem te Ellecom (Gelderland). Ze blijft daar ongeveer 15 jaar werken. In het interview vertelt ze over haar werk bij Ellinchem en haar eerste relatie met een vrouw, die daar begint. LV04 vertelt over de (conversie-)therapie (therapie met als doel haar seksuele gerichtheid te veranderen) die ze na aanleiding van deze relatie volgt. Later begint LV04 deeltijd bij de Sociale Academie Amsterdam te werken waar ze haar seksualiteit niet hoeft te verbergen. Vanaf 1975 werkt LV04 voltijd in Amsterdam, en vanaf 1978 op het Kopse Hof in Nijmegen. In Nijmegen raakt ze betrokken bij de vrouwenbeweging. LV04 stopt uiteindelijk met lesgeven en volgt alsnog de kunstenaarsopleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten te Arnhem. Ze studeert in 1989 af. In het interview vertelt LV04 over haar eerste kunstprojecten, onder andere een expositie van lesbische kunstenaars waar ze haar huidige vriendin fotograaf Marian Bakker ontmoet. Samen met Bakker organiseert LV04 veel projecten waaronder de internationale foto-expositie Lesbian ConneXions, voor het eerst georganiseerd in Amsterdam tijdens de Gay Games in 1998. Met Lesbian ConneXions reisden LV04 en Bakker naar verschillende landen in Europa. In het interview vertellen ze over hun ervaringen in het voormalige Joegoslavië en de Balkan. Aan het einde van het interview laten Bakker en LV04 verschillende foto’s zien en vertellen ze over andere, gezamenlijke en individuele, projecten.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- lesbische vrouwen, andragogie, vrouwenbewegingen, homobewegingen, maatschappelijk werk, politieke participatie, besturen, CPN, Nederland, 20e eeuw, 21e eeuw, 2000-2009, 2010-2019, oral history
- Description
- Oral history interview met LV03, geboren 25 november 1942 te Amersfoort. LV03 groeit op in Markelo, waar haar vader directeur van de Volkshogeschool is. Ze heeft één drie jaar oudere broer. In het interview vertelt LV03 over haar jeugd in Markelo, waar ze zich vaak eenzaam en een buitenstaander voelde. Ze legt uit hoe haar jeugd en opvoeding tekenend zijn geweest in haar verdere leven. LV03 gaat in Almelo naar het lyceum. Daarna gaat ze sociale psychologie en pedagogie (later andragologie genoemd) studeren, aan de Universiteit van Amsterdam. Tegen het einde van haar studie ontwikkelt LV03 een project voor de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH). Via de NVSH raakt ze meer betrokken bij de vrouwenbeweging. Ze wordt actief bij het Vrouwenhuis en de Feministische Oefengroepen Radikale Therapie (FORT). LV03 geeft van 1972 tot 1975 les op de Sociale Academie in Amsterdam. Hierna werkt ze als opbouwwerker in een nieuwbouwwijk in Alkmaar en als coördinator van een buurthuis in Amsterdam. Terwijl ze nog lesgeeft op de Sociale Academie, wordt LV03 lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). In 1982 wordt ze namens de CPN lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In het interview vertelt LV03 over haar lidmaatschap van de CPN en haar ervaringen als parlementslid. LV03 beschrijft enkele belangrijke politieke momenten, zoals de parlementaire enquête naar de werf van Rijn-Schelde Verolme (RSV) en haar rol als het eerste openlijk lesbische kamerlid. In 1986 krijgt de CPN niet genoeg stemmen voor een zetel in de Tweede Kamer en wordt de partij opgeheven. Hierna wordt LV03 stadsecretaris van De Pijp in Amsterdam en is ze actief in het bestuur van het Lesbian and Gay Filmfestival, de Schorerstichting en Opzij. Aan het einde van het interview reflecteert LV03 op huidige thema’s in haar leven zoals gezondheid, de huidige vrouwen- en homobeweging in Nederland, en reizen, met name naar Oost-Europa.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Özmen, Kivilcim > Interviewer
- Thesaurus
- actiegroepen, diversiteit, emancipatie, etniciteit, gender, migratie, vluchtelingen, onderwijs, racisme, vrouwenstudies, zwart feminisme, zwarte vrouwenbewegingen, wetenschappelijke beroepen, wetenschappelijk medewerkers, 20e eeuw, interview (vorm), Ethiopië, Verenigd Koninkrijk, Nederland
- Description
- Oral history interview met DIV07, geboren in 1954 in Addis Abeba, Ethiopië. Ze groeit op in een gegoede middenklasse familie met voor Ethiopische begrippen ongewoon gelijke verhoudingen tussen mannen en vrouwen, waarin ook voor meisjes groot belang aan onderwijs wordt gehecht. Rond haar vijftiende raakt ze al een beetje betrokken bij de marxistisch geïnspireerde Ethiopische studentenbeweging. Als ze op zeventienjarige leeftijd in Londen gaat studeren, komt ze daar terecht in de studenten- en vrouwenbeweging die sterk verbonden is aan de revolutionaire beweging in Ethiopië. In 1974 wordt Haile Selassie afgezet en moet haar familie, die verbonden was met zijn regime, vluchten. DIV07 krijgt in Engeland de vluchtelingenstatus en mag gratis haar studie afmaken. Ze wil daarna doorstuderen en krijgt daarvoor een beurs aan het ISS (International Institute of Social Studies) in Den Haag, waar ze onder andere de nieuwe richting vrouwenstudies doet en na haar studie ook anderhalf jaar werkt. In Nederland ziet ze geen zwarte vrouwen in de mainstream van de vrouwenbeweging zoals in Engeland, en raakt ze betrokken bij het begin van de zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwenbeweging (zmv). Ze is in 1986 actief in de oprichting van de stichting Flamboyant, een documentatiecentrum over zmv. Later gaat ze zich exclusiever bezighouden met vluchtelingen en is ze betrokken bij de oprichting van de VON, de federatie van vluchtelingenorganisaties in Nederland. Daarbinnen neemt ze het initiatief tot het vormen van een vrouwenraad om specifieke vluchtelingenvrouwenkwesties op de agenda te zetten, zoals de zelfstandige verblijfstatus. Rond 1992 wordt met de komst van veel Somaliërs naar Nederland de kwestie van de vrouwenbesnijdenis een hot item. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- lesbische vrouwen, maatschappelijk werkers, emancipatie, tijdschriften, directeuren, besturen, Nederland, 20e eeuw, 21e eeuw, 2000-2009, 2010-2019, oral history
- Description
- Oral history interview met LV05, geboren 1 november 1953 te Utrecht. LV05 groeit op in Utrecht als oudste in een gezin van vier meisjes. Haar vader was elektrotechnicus en haar moeder kluste thuis bij als naaister. In het interview vertelt LV05 over haar jeugd en haar middelbareschooltijd. In 1973 gaat LV05 studeren aan de Sociale Academie in Amsterdam waar ze in 1978 afstudeert. Tijdens haar studie loopt LV05 stage bij het COC, onder andere bij de werkgroep voorlichting en de vrouwengroep. In Amsterdam raakt zij meer betrokken bij de vrouwenbeweging en richt zij met anderen het Lesbisch tijdschrift Diva op: daarnaast schreef zij in het Lesbisch Prachtboek, samengesteld door Maaike Meijer, Mieke van Kasbergen, Ineke van Mourik en Dorelies Kraakman. Na haar afstuderen gaat LV05 werken bij de Schorerstichting, toentertijd onder leiding van Riek Stienstra. Ze werkt als preventiemedewerker. In het interview vertelt ze over verschillende publicaties en projecten, onder andere over de tentoonstelling 'Goed Verkeerd' in het Amsterdams Historisch museum. In 1989 gaat LV05 weg bij de Schorerstichting en wordt ze de eerste vrouwelijke directeur van het COC. Ze vertelt over haar tijd als voorzitter en de veranderingen die zij doorvoerde. Na zes jaar als voorzitter stopt LV05 in 1996 bij het COC. Hierna werkt zij tot 2005 als district-manager bij Humanitas kinderopvang. Van 2006 tot 2014 is LV05 directeur van Wandelnet. Aan het einde van het interview vertelt LV05 over de actuele vrouwen- en homo-emancipatie in Nederland. Ze praat over haar hobby’s en interesses en laat foto’s zien uit onder andere Diva en de Schorerstichting.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- Blijf van m'n Lijf, huiselijk geweld, maatschappelijk werk, vrouwenhulpverlening, opvangcentra, multicultureel, vluchtelingen, eerwraak, 20e eeuw, Nederland
- Description
- VO4 is geïnterviewd als zorgcoördinator van de Blijf Groep. Ze komt als volwassen vrouw naar Nederland en belandt in de Amsterdamse krakersbeweging. Daar wordt ze verliefd op een man, met wie ze trouwt. Ze studeert aan de CICSA, de Sociale Academie in Amsterdam, en zet daar met andere buitenlandse studenten onderwijs op met een multiculturele invalshoek. Na een paar jaar vertrekt ze met haar man naar Costa Rica, waar hij veldwerk doet voor zijn studie antropologie en zij stage loopt. Ze werkt daarna kort voor de Verenigde Naties in Belize voor ze terugkeren naar Nederland. Na haar afstuderen gaat ze – eerst als vrijwilliger, na een half jaar betaald – werken bij het Blijf van m’n lijf Huis in Zaanstad. Als enige allochtoon loopt ze tegen cultuurverschillen aan, maar vormt ze voor buitenlandse vrouwen juist het aanspreekpunt. Ze maakt de ontwikkeling van de Blijf van m’n Lijfhuizen mee: van zelfhulp tussen lotgenoten naar vrouwenwerk, vrouwen- en kinderwerk naar systeemgericht werken: van focussen op de vrouw als slachtoffer naar werken met vrouw én man. Vanaf 1999 is ze betrokken bij het opzetten van een aantal Steunpunten Huiselijk Geweld en van een vrouwenopvanghuis in Nicaragua, bij het Eliashuis in Amsterdam en bij het Komitee Zelfstandig Verblijfsrecht Migrantenvrouwen. Ze beschrijft de omslag naar het werken met mannen volgens de methodiek begeleide terugkeer. In 2008 wordt haar gevraagd het Meldpunt Eergerelateerd Geweld op te zetten, waar ze op het moment van het interview nog werkt.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Tekin, Emine > Interviewer
- Contributor
- Orhan, Gulay > Interviewer
- Thesaurus
- diversiteit, emancipatie, etniciteit, gender, allochtonen, onderwijs, oorlog en vrede, religie, vrouwenbewegingen, zwarte vrouwenstudies, 20e eeuw, interview (form), Eritrea, Oost-Afrika, Nederland
- Description
- Oral history interview met DIV03, geboren in 1962 in Keren, Eritrea. Haar moeder werkt voor een Italiaanse familie, haar vader is een handelsreiziger. Haar ouders zijn nooit getrouwd geweest en ze groeit op bij haar moeder en bij de familie waar haar moeder voor werkt. Deze familie ziet ze als haar eigen familie: ze heeft ‘co-ouders’ en een Eritrese ‘broer’ die ook door de familie is opgevangen. Ze wordt koptisch gedoopt maar krijgt de vrijheid om zelf te kiezen hoe ze invulling aan religie wil geven. Geloof blijft haar hele leven een herkenningspunt. Op haar zevende ontmoet ze voor het eerst haar vader en zijn andere kinderen waarna ze af en toe contact houden. Ze gaat naar een Engelse meisjesschool en is leergierig. Op haar negende vertrekt haar ‘co-moeder’ naar Italië, haar moeder twee jaar later ook. DIV03 blijft in Eritrea en gaat naar een kostschool. Vervolgens breekt in 1974 de revolutie en in 1975 de oorlog uit. Dit is een enge, indrukwekkende periode voor haar waar ze van haar elfde tot haar vijftiende in zit. Ze komt hier ongeschonden uit. Op haar vijftiende belooft ze haar vader op zijn sterfbed om te vluchten, dit doet ze in september 1977. Ze komt uiteindelijk in Nederland terecht. Hier leert ze snel Nederlands. Ze woont kort in Friesland maar gaat naar Amsterdam om te trouwen met een Eritrese man die ze daar heeft ontmoet. Na de geboorte van haar eerste dochter beëindigt ze haar huwelijk. Van 1982 tot 1994 werkt ze als tolk. In 1991 voltooit ze de studie rechten aan de Vrije Universiteit. Binnen de vrouwenbeweging is ze in eerste instantie actief bij vrijwilligerswerk voor vluchtelingen. Ze probeert hierin zoveel mogelijk te bereiken en het beleid dat gevoerd wordt te veranderen. Door haar groeiende activiteiten probeert ze inspraak in organen te krijgen en de stemmen van vrouwen zichtbaar te maken. Ze is medeoprichtster van de vrouwenraad. Ze heeft tien jaar bij het Instituut voor Transculturele Ontwikkeling (ISIS) gewerkt, waar ze veel met projecten over mensenrechten te maken krijgt. In 1999 wordt ze rechter-plaatsvervanger. In 2005 wordt ze lid van de Commissie Gelijke Behandeling, hier werkt ze nu nog steeds voor. De aanleiding voor dit interview is het Aletta project ‘Diversiteit’ om levensverhalen van prominente vrouwen met een migrantenachtergrond op beeld vast te leggen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- therapieën, gezinnen, diversiteit, zwarte vrouwen, beroepsonderwijs, vrouwenhulpverlening, tweede feministische golf, Suriname, Verenigde Staten, Indonesië, Nederland, 20e eeuw, 21e eeuw
- Description
- VHV01vertelt in het interview over de invloed die het vele verhuizen in haar leven met zich meebrengt. Hoe zij in contact komt met Dolle Mina. Hoe zij zich realiseert hoe seksistisch en racistisch de samenleving eigenlijk is. Zij vertelt hoe zij steeds zoekt naar een balans tussen het hebben van ruimte voor verschillen, ruimte voor eigenheid en het zoeken naar overeenkomsten. Voor haar staat de dialoog en het blijven luisteren naar elkaar centraal. Kijken naar de verbanden en niet oordelen. Deze uitgangspunten hanteert zij ook in haar werk als hulpverlener. Voor haar is het belangrijk dat de hulpverlening gedifferentieerd is, dat er oog is voor culturele verschillen. Jessurun beschrijft in het interview hoe ook in de vrouwenbeweging mensen met een andere culturele achtergrond tegen het dominante witte vertoog aanlopen. Zij vertelt in het interview over de spanning tussen het feminisme en gezinstherapeuten, over de relatie met andere vrouwenhulpverleningsinstanties zoals De Maan en op dit gebied actieve vrouwen in het Dercksen Centrum en de Psychotheek. Jessurun heeft altijd sterk de behoefte om haar kennis en inzichten te verspreiden, vandaar haar drang om te publiceren. Zij vertelt hoe zijzelf heeft geleerd om dingen minder persoonlijk te nemen, strategisch na te denken en de situatie vanuit het dynamische te benaderen. In het interview reflecteert zij ook op de relatie met haar moeder en vader en hoe zijzelf een ambitieuze moeder is waar haar kinderen last van hebben. Zij vertelt dat zij in haar leven vaak het gevoel heeft dat zij niet gezien en gehoord wordt. Zij is de jongste van het gezin, het prinsesje, maar ze voelt zich tegelijkertijd verantwoordelijk voor alles en iedereen. VHV01 is betrokken (geweest) bij Dolle Mina, Werkgroep 'Feminisme en Systeembenadering', Collectief Transculturele Therapeuten, Stichting De Maan.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- geestelijke gezondheid, incest, psychiatrie, vrouwenhulpverlening, feministische therapie, tweede feministische golf, Nederland, 20e eeuw, 21e eeuw
- Description
- In het interview vertelt VHV06 over haar uiteenlopende activiteiten op het gebied van de vrouwenhulpverlening. Zij stelt met name de mis(ver)standen over vrouwen in de psychische en somatische gezondheidszorg aan de kaak en het gebrek aan kennis van vrouwen over hun eigen lichaam. VHV06 werkt in eerste instantie vanuit de gevestigde instellingen, maar is ook altijd actief in het alternatieve hulpverleningscircuit. Zij reflecteert op de ontwikkeling van de (vrouwen)hulpverlening en maakt de balans op. VHV06 beschrijft hoe de manier van denken binnen de vrouwenbeweging aansluit bij de manier van denken die zij al heeft: de autonomie in het denken en doen is voor haar het belangrijkste, het recht om te denken en te doen wat je wilt. Over haar persoonlijke leven vertelt VHV06 over de depressie en de verdwijning van haar grootmoeder en het vroege overlijden van haar moeder. Het persoonlijke is voor VHV06 politiek en het politieke persoonlijk, zij laat zich in haar carrière altijd leiden door vragen die in haar eigen leven spelen.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Naezer, Marijke > Interviewer
- Thesaurus
- abortusstrijd, acties, actiegroepen, vrouwencafés, Dolle Mina, emancipatie, feminisme, jaren zeventig, 1970-1979, 20e eeuw, lesbische vrouwen, Mama Cash, oral history, prostitutie, sociale bewegingen, subculturen, tweede feministische golf, vrouwenbewegingen, mensenrechten, vrouwenstudies, gender, Wij Vrouwen Eisen
- Description
- Oral history interview met DM03 over haar betrokkenheid bij Dolle Mina. DM03 wordt in 1947 geboren als enig kind van Joods-Duitse ouders. Wanneer ze tien is, overlijdt haar moeder. Haar vader heeft een ijzerzaak en verdient in de periode van de wederopbouw een vermogen. Op jonge leeftijd krijgt hij een hersentumor, waardoor DM03 opgroeit met een invalide vader. In 1969 begint ze met de studie politicologie aan de Universiteit van Amsterdam, die ze in 1976 afrondt. Ze is actief lid van de studentenbeweging en is in 1969 bij de bezetting van het Maagdenhuis. Van 1969 tot 1973 is ze actief bij Dolle Mina, ze neemt onder andere deel aan de actie ‘Op de Vrouw Af’. Bij Dolle Mina probeert ze veranderingen te introduceren en praatgroepen op te richten. Ze stapt uit de beweging wanneer ze denkt dat hiervoor geen plek is. In 1972 komt ze in aanraking met het opkomende Radicaal Feminisme. Ze is in 1974 samen met Ria Sikkes en Selma Leydesdorff één van de oprichters van ‘Wij Vrouwen Eisen’ en in 1978 één van de acht initiatiefnemers van het vrouwencafé Saarein. In 1973 erft ze 2,5 miljoen gulden. In 1983 richt ze samen met vier anderen Mama Cash op, een stichting die initiatieven van vrouwen in de hele wereld financiert. Haar geërfd vermogen dient als startkapitaal. In 2006 heeft Mama Cash al meer dan 5500 projecten in binnen- en buitenland gesteund. In 2003 treedt ze af als voorzitter van het bestuur van Mama Cash. Hetzelfde jaar richt ze DM03 Consultancy op, een bureau voor financieel advies en filantropie, waar ze ten tijde van dit interview nog steeds werkt.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- zelfhulp, zwarte vrouwen, seksueel geweld, vrouwenhulpverlening, tweede feministische golf, Surinaams, Nederland, 20e eeuw, 21e eeuw
- Description
- VHV08 (Paramaribo, 8-8-1947) vertelt over haar jeugd in Suriname, over het warme en hechte gezin waar zij uit komt en hoe ze wordt gestimuleerd om te studeren. VHV08 beschrijft de middelbare school in Suriname waar zij kritisch heeft leren denken en zaken van een ander perspectief heeft leren bezien. Ze reflecteert op de eerste periode in Nederland, op de cultuurverschillen waar ze tegenaan loopt, hoe ze daarmee omgaat en hoe ze zich aanpast. Over de tijd bij Tegen Haar Wil vertelt VHV08 hoe zij probeerden migrantenvrouwen te bereiken door aan te sluiten bij hun leefwereld. Ze noemt de drie pijlers van de Stichting Tegen Haar Wil: solidariserend, politiserend en emanciperend. Andere uitgangspunten zijn dat de hulpverlener nooit normerend is en dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen lichaam en geest. Over haar persoonlijke leven vertelt ze over het individuele proces waar ze door heen gaat terwijl ze bij Stichting Tegen Haar Wil werkt. Over haar manbeeld dat verandert en wat voor effect dat heeft op haar persoonlijk leven en haar relatie met haar man. Ze gaat in op de verwerking van haar scheiding. De komende jaren wil ze zich inzetten voor mensen met (borst)kanker in Suriname.