De arts Jan Wier staat bekend als eerste serieuze tegenstander van de heksenvervolging. In zijn boeken De praestigiis daemonum of Over duivelse begoochelingen uit 1563 en De lamiis of Over de heksen uit 1577 noemde hij het onzin dat oude vrouwen een verbond sloten met de duivel en daaraan een tovermacht ontleenden waarmee ze anderen de duivel aandeden. De heksenprocessen vond hij onrechtmatig omdat ze over niet-bestaande misdrijven gingen en omdat verdachten gefolterd werden en opgesloten in mensonwaardige omstandigheden en onderworpen aan de waterproef. Omdat Jan Wier sommige heksen geestesziek noemde, geldt hij als een grondlegger van de moderne psychiatrie. Verder bepleitte hij een menselijke behandeling van (sommige) verdachten, waarmee hij een verdediger lijkt avant la lettre van de mensenrechten.