Verhalen op basis van gesprekken van de auteur met een Turkse vrouw, die haar grote (Turkse) liefde naar Nederland volgde. Aan de orde komen o.a. het geloof, bevallingen, gezinsverhoudingen, de tocht naar Mekka, gearrangeerde huwelijken, polygamie en het leven in een afgelegen dorp in Turkije, waar zout in de grond zit.
De auteur beschrijft haar persoonlijke geschiedenis van een in Turkije geboren meisje (1972), dat op driejarige leeftijd naar Nederland wordt gehaald en tien jaar later weer naar Turkije wordt teruggestuurd, om te worden uitgehuwelijkt. Dankzij de zorg voor haar gehandicapte broer komt ze in aanraking met het werken met verstandelijk gehandicapte allochtonen.