Het verschil in pensioengerechtigde leeftijd tussen mannen en vrouwen (doorgaans vijfenzestig en zestig jaar) heeft voor vrouwen één plezierige consequentie: zij kunnen vijf jaar eerder dan mannen aanspraak maken op een pensioen. Minder plezierig is, dat vele werkgevers daaruit de conclusie trekken dat vrouwen 'dus' na hun zestigste niet meer mogen doorwerken. Vrouwen die na hun pensioendatum de werkzaamheden willen voortzetten kunnen geconfronteerd worden met een werkgever die zijn uiterste best doet om de voortzetting van de werkzaamheden onmogelijk te maken.