Van de Wijngaard gaat in op de relatie tussen het feminisme en de biomedische wetenschap. Ze laat zien dat onder invloed van het feminisme op dit onderzoeksterrein nieuwe vragen werden gesteld en nieuwe methoden werden ontwikkeld met als resultaat een nieuw soort kennis. Zij gaat met name in op de vraag wat het feminisme betekend heeft voor het onderzoek in de neuro-endocrinologie van gedrag.