Het 19e eeuwse Biografisch Woordenboek van Nederland (BWN) en het tussen 1911 en 1937 uitgegeven Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek (NNBW) worden in deze doctoraalscriptie geschiedenis onderzocht op ontwikkelingen met betrekking tot de aantallen vrouwen die erin te vinden zijn. Bekeken wordt hoeveel en welke vrouwen een lemma hebben gekregen, wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen de categorieën vrouwen in beide woordenboeken en hoe deze te verklaren zijn. De woordenboeken worden eerst in hun politieke, maatschappelijke en culturele context geplaatst, waarbij ook ingegaan wordt op de traditie van naslagwerken en biografieën en de plaats van vrouwen hierin. Eveneens wordt er een verband gelegd tussen het verschijnsel 'nationaal-biografisch woordenboek' en het in de 19e eeuw opkomende nationalisme.