Ingegaan wordt op de ontwikkeling van de loopbanen van vrouwen en mannen aan de universiteit en een aantal verklaringen worden gepresenteerd voor de toenemende verslechtering van de positie van vrouwen aan de Nederlandse universiteiten. Hawkins doet verslag van de resultaten van een enquête onder wetenschappers van de verschillende universiteiten. Noordenbos vergelijkt de loopbanen van mannelijke en vrouwelijke wetenschappers. Beekes onderzocht de positie van vrouwen aan de R.U.U. in de periode 1981-1986. Portegijs gaat na in hoeverre de positie van vrouwen aan universiteiten is veranderd in de periode 1986-1988. Bock en v.d. Berg beschrijven de mogelijkheden voor doorstroming van vrouwelijk niet-wetenschappelijk personeel. V.d. Zande geeft de resultaten weer van een onderzoek naar het zwangerschapsverlof van vrouwen werkzaam aan de R.U.L. Van Doorne- Huiskes gaat in op de belangrijkste theoretische verklaringen voor de groeiende achterstand in de positie van vrouwen op de universiteit. Bevat een samenvatting van de discussie gehouden op een symposium van 20-11-1989 en voorstellen voor vervolgonderzoek.