In 1810 droeg de Oostenrijkse diplomaat Klemens von Metternich een armband gemaakt van het haar van de Franse prinses Caroline de Murat. Toendertijd bood de politieke cultuur vrouwen kansen, maar maakte het ook kwetsbaar. Metternichs armband belichaamt de tweeslachtigheid van een vrouwenlichaam. Het toont ook aan hoe het geseksualiseerde en gegenderde lichaam enerzijds gezien kan worden als een bron van agency en anderzijds als een belichaamd symbool van onzedelijkheid. Carolines lichaam werd gereduceerd tot een object dat refereerde aan haar geschonden eer.