De scriptie maakt duidelijk dat de interpretatie die gegeven wordt aan de gelijke behandeling van mannen en vrouwen in het arbeidsproces, tot gevolg heeft dat vrouwen onderdrukt blijven. Naar aanleiding van de uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak Commissie versus Frankrijk (zaak 312/86), waarin het Hof kreeg te oordelen over de vraag of speciale rechten voor vrouwen in Franse CAO's geoorloofd zijn in het kader van de tweede EG-richtlijn, gaan schrijfsters na hoe het gelijkheidsbeginsel wordt geinterpreteerd door het Hof In de inleiding wordt de discussie tussen de gelijke rechten-stroming en de speciale rechten-stroming geschetst. In hoofdstuk twee wordt de jurisprudentie met betrekking tot de tweede EG-richtlijn en de doorwerking in de nederlandse rechtsorde bezien. In het derde hoofdstuk wordt de zaak Commissie versus Frankrijk besproken en wordt onderzocht of in Nederland CAO-bepalingen bestaan die speciale rechten aan vrouwen geven en wat het gevolg van deze uitspraak is voor die bepalingen. Het laatste hoofdstuk geeft de rechtspolitieke stellingname weer met betrekking tot het dilemma van gelijke behandeling of speciale rechten en beziet de voorgaande hoofdstukken in dit licht