Bij een scheiding verandert het persoonlijk inkomen van mannen niet, terwijl dat van .vrouwen toeneemt. Dit laatste komt vooral doordat de groep vrouwen die voor de .scheiding niet economisch zelfstandig waren na de scheiding een (aanvullende) uitkering .krijgen. Een kleiner deel van de toename in inkomen bij vrouwen is toe te schrijven aan de .uitbreiding van de werkweek. . .Desondanks hebben vrouwen die scheiden te maken met koopkrachtverlies, terwijl mannen er in koopkracht op .vooruit gaan. Dit komt doordat vrouwen het gemiddeld hogere inkomen van hun .partner na de scheiding moeten missen en de kinderen meestal bij haar wonen. Door het .steeds kleiner wordende inkomensverschil tussen partners is het koopkrachtverlies van .vrouwen evenals de koopkrachtwinst van mannen in vijf jaar tijd wel afgenomen.
Huidige twintigers wonen minder vaak gehuwd of ongehuwd samen met een partner dan twintigers van twee decennia geleden. Voor een belangrijk deel komt dit doordat zij later beginnen met samenwonen: zij wonen langer thuis en blijven, als zij uit huis zijn, langer alleen wonen. In dit onderzoek is voor de geboortecohorten 1977-1990 aangetoond dat 24- tot 30-jarigen uit latere cohorten die wel gaan samenwonen ook wat vaker uit elkaar gaan dan leeftijdsgenoten uit eerdere cohorten.
Daarnaast heeft deze studie laten zien dat het risico op scheiding niet alleen groter is bij 24- tot 30-jarigen met een laag inkomen of een laag opleidingsniveau, maar daarbovenop ook bij mensen met een tijdelijk arbeidscontract. Zowel voor mannen als voor vrouwen die op 24- tot 30-jarige leeftijd gingen samenwonen, geldt dat degenen met een vast contract minder vaak scheiden dan degenen met een tijdelijk contract.