De Nederlandse overheid ziet uitbreiding van het aantal kinderopvangplaatsen als oplossing voor de lage participatiegraad en de geringe economische zelfstandigheid van vrouwen met jonge kinderen. Daarom subsidieert zij de uitbreiding van de georganiseerde professionele kinderopvang. In dit artikel wordt dit kabinetsbeleid voor kinderopvang bekritiseerd. Uit een enquête onder circa 3600 vrouwen blijkt namelijk dat er geen sterke relatie bestaat tussen arbeidsmarktparticipatie en het gebruik van formele of georganiseerde kinderopvang. Bepleit wordt om deze subsidiemaatregel te vervangen door een fiscale belastingaftrek voor vrouwen met jonge kinderen.