Deze 34e jaargang van het jaarboek bevat een hoofdstuk over Gretha Hofstra (1858-1937). Onder de titel 'Uitnemend verpleegster, slecht diakones' beschrijven Ellen Boonstra-de Jong en Anne Jongstra hun speurtocht naar het leven van Hofstra, die de basis gelegd voor de professionele ziekenverpleging in Vlaardingen.
In dit jaarboek aandacht voor het leven en werken van vrouwen in Leiden. Cor Smit beschrijft de opvattingen en initiatieven van burgerij en arbeiders ten aanzien van de arbeid van vrouwen in meisjes in de Leidse fabrieken en werkplaatsen aan het eind van de 19e eeuw. Agnes van Steen beschrijft de strijd van de Leidse vrouwenbeweging voor, onder meer, economische zelfstandigheid en zelfbeschikking over het eigen lijf. Liesbeth Huijer beschrijft de reactie van Solveig Stotijn-Egge op de dreiging van de Duitse bezetter dat zij en haar man hun woonhuis moeten ontruimen, zoals beschreven in haar dagboek.
Dit jaarboek bevat twee bijdragen die expliciet over vrouwen gaan: Zilveren mesheften uit Leidse bodem / door P.J.M. de Baar en C.R. Brandenburgh, over eigenaressen van drie zilveren mesheften uit de zeventiende eeuw: Geschikt voor het verzamelen van stof. Annie Sillevis contra professor Blok in het debat over 'meisjesstudenten' / door Agnes van Steen.
Themanummer over vrouwen naar aanleiding van het tienjarig-bestaan van Soroptimistclub Goeree-Overflakkee. Aandacht voor onder andere het begin van vrouwenorganisatie op Goeree-Overflakkee in 1830, volwassenen- en landbouwhuishoudonderwijs. Ook aandacht voor vrouwen uit de geschiedenis van dit eiland zoals de boerinnen Kleinod, notarisdochter Constantia Margaretha Kolff van Oosterwijk, feministe Elise van Calcar, dievegge Teuntje Willemse Langbroek en weldoenster Paulina van Weel.