Na jaren van discussie aanvaardt de Tweede Kamer eind 1980 een Wet Afbreking Zwangerschap waarin wordt bepaald dat een vrouw na vijf dagen verplichte bedenktijd en overleg met een arts mag besluiten tot een abortus. De vrouwenbeweging en Wij Vrouwen Eisen zijn tegen deze wet, omdat de vrouw niet zelf mag beslissen over haar eigen lichaam. Om aanname van de wet door de Eerste Kamer, in april 1981, te verhinderen wordt in het vrouwenhuis in Amsterdam door Marijke Ekelschot en Anneke van Baalen het initiatief tot een landelijke vrouwenstaking op 30 maart 1981 genomen.
Na jaren van discussie aanvaardt de Tweede Kamer eind 1980 een Wet Afbreking Zwangerschap waarin wordt bepaald dat een vrouw na vijf dagen verplichte bedenktijd en overleg met een arts mag besluiten tot een abortus. De vrouwenbeweging en Wij Vrouwen Eisen zijn tegen deze wet, omdat de vrouw niet zelf mag beslissen over haar eigen lichaam. Om aanname van de wet door de Eerste Kamer, in april 1981, te verhinderen wordt in het vrouwenhuis in Amsterdam door Marijke Ekelschot en Anneke van Baalen het initiatief tot een landelijke vrouwenstaking op 30 maart 1981 genomen.
Robert en Thirza Happé spreken op zondag 15 februari 1981 in Hotel Krasnapolsky te Amsterdam over de vraag of abortus een vrouwenrecht of een satanische rite is.
Op 28 april 1981 zou de Eerste Kamer stemmen over de Wet Afbreking Zwangerschap, die reeds in december 1980 was goedgekeurd door de Tweede Kamer. De vrouwenbeweging was fel tegen de wet, omdat hierin was bepaald dat vrouwen niet alleen mochten beslissen over een eventuele abortus. De wet wilde dat vrouwen een gesprek met een arts voerden, en vijf dagen bedenktijd in acht namen. Wij Vrouwen Eisen organiseerde daarom op 28 april 1981 een demonstratie op het Binnenhof.
Op 28 april 1981 zou de Eerste Kamer stemmen over de Wet Afbreking Zwangerschap, die reeds in december 1980 was goedgekeurd door de Tweede Kamer. De vrouwenbeweging was fel tegen de wet, omdat hierin was bepaald dat vrouwen niet alleen mochten beslissen over een eventuele abortus. De wet wilde dat vrouwen een gesprek met een arts voerden, en vijf dagen bedenktijd in acht namen. Wij Vrouwen Eisen organiseerde daarom op 28 april 1981 een demonstratie op het Binnenhof.
Oproep voor vrouwen om te komen naar de actiedag tegen abortus op 28 april in Den Haag. Op 28 april 1981 zou de Eerste Kamer stemmen over de Wet Afbreking Zwangerschap, die reeds in december 1980 was goedgekeurd door de Tweede Kamer. De vrouwenbeweging was fel tegen de wet, omdat hierin was bepaald dat vrouwen niet alleen mochten beslissen over een eventuele abortus. De wet wilde dat vrouwen een gesprek met een arts voerden, en vijf dagen bedenktijd in acht namen.
Na jaren van discussie aanvaardt de Tweede Kamer eind 1980 een Wet Afbreking Zwangerschap waarin wordt bepaald dat een vrouw na vijf dagen verplichte bedenktijd en overleg met een arts mag besluiten tot een abortus. De vrouwenbeweging en Wij Vrouwen Eisen zijn tegen deze wet, omdat de vrouw niet zelf mag beslissen over haar eigen lichaam. Om aanname van de wet door de Eerste Kamer, in april 1981, te verhinderen wordt in het vrouwenhuis in Amsterdam door Marijke Ekelschot en Anneke van Baalen het initiatief tot een landelijke vrouwenstaking op 30 maart 1981 genomen.
Na jaren van discussie aanvaardt de Tweede Kamer eind 1980 een Wet Afbreking Zwangerschap waarin wordt bepaald dat een vrouw na vijf dagen verplichte bedenktijd en overleg met een arts mag besluiten tot een abortus. De vrouwenbeweging en Wij Vrouwen Eisen zijn tegen deze wet, omdat de vrouw niet zelf mag beslissen over haar eigen lichaam. Om aanname van de wet door de Eerste Kamer, in april 1981, te verhinderen wordt in het vrouwenhuis in Amsterdam door Marijke Ekelschot en Anneke van Baalen het initiatief tot een landelijke vrouwenstaking op 30 maart 1981 genomen.
Op 28 april 1981 zou de Eerste Kamer stemmen over de Wet Afbreking Zwangerschap, die reeds in december 1980 was goedgekeurd door de Tweede Kamer. De vrouwenbeweging was fel tegen de wet, omdat hierin was bepaald dat vrouwen niet alleen mochten beslissen over een eventuele abortus. De wet wilde dat vrouwen een gesprek met een arts voerden, en vijf dagen bedenktijd in acht namen.
Op 28 april 1981 zou de Eerste Kamer stemmen over de Wet Afbreking Zwangerschap, die reeds in december 1980 was goedgekeurd door de Tweede Kamer. De vrouwenbeweging, in Rotterdam en elders, was fel tegen de wet, omdat hierin was bepaald dat vrouwen niet alleen mochten beslissen over een eventuele abortus. De wet wilde dat vrouwen een gesprek met een arts voerden, en vijf dagen bedenktijd in acht namen.