Herziene versie van een paper gepresenteerd op het congres Vrouwen/Mannen, gehouden op 19 en 20 april 1990. Twee operationaliseringen van gender worden met elkaar vergeleken n.l. de dichotome geslachtsvariabele en de gender-typologie. M.b.v. deze twee definities werden opvattingen gemeten over werk, gezin en rolverdeling van 770 vrouwen en 546 mannen. De resultaten toonden aan dat de gender-typologie beter in staat is om te differentiëren.
Onderzoek naar een mogelijk verband tussen eenzaamheid onder met partner samenwonende mannen en vrouwen, hun sekse en gezinsfase waarin zij verkeren. Getracht wordt de veronderstelde betekenis van sekse en gezinsfase te expliciteren door deze in samenhang met intermediaire factoren te analyseren, en door een nauwkeuriger onderscheid naar gezinsfase te maken.
Recente onderzoeksliteratuur is bekeken met betrekking tot overeenkomsten en verschillen tussen één- en twee-ouder kinderen op de volgende gebieden : emotionele, sociale en cognitieve ontwikkeling, onderwijs, opvoeding, materieel welzijn en armoede, zelfbeeld en geluk. Er worden vrijwel geen verschillen gevonden ten aanzien van de emotionele, sociale en cognitieve ontwikkeling en het zelfbeeld. Een klein verschil ten gunste van twee-ouder kinderen is gevonden m.b.t. schoolprestaties en geluksgevoelens, en een groot verschil in dezelfde richting m.b.t. de schoolloopbaan.