Refine your search
Categories
Language
Contributor
location city
Auteursrechten status
Refine your search
- Results per page : 20
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurus
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, moeder dochterrelatie, vader kindrelatie, opvoeding, mishandeling, kinderarbeid, dwangarbeid, alleenstaande moeders, abortussen, Blijf van m'n Lijf, Nederland, 20e eeuw, 1960-1969, oral history, interview (vorm)
- Description
- “Als je niet opvalt, gaan ze ook niet over je vallen.” DWRK04 is geboren in Rotterdam (1953): haar moeder is dan alleenstaand. Als DWRK04 twee is, krijgt ze een stiefvader, die haar tot haar zevende probeert op zijn naam te zetten. Daar slaagt hij niet in. Vanaf dat moment is ‘vader’ niet meer aardig tegen haar. Ze moet het huis uit, naar een kolonie bij de nonnen. Daar zit ze een week of negen. Daarna woont ze weer twee jaar thuis, tot stiefvader haar probeert te wurgen. Vanaf haar negende gaat DWRK04 eerst naar oma, daarna naar ‘Intermezzo’* en naar het rooms-katholieke ‘Lucia’**, in Rotterdam. Ze wordt steeds plotseling uit huis gestuurd en zit korte periodes op veel plaatsen, ook in Schiedam, Oosterwijk en Oosterhout. Op een bepaald moment lijkt DWRK04 een patroon te zien: als haar stiefvader thuis komt – hij zit bij de Marine – wordt zij weer weggestuurd. Ze denkt dat moeder haar zo wil beschermen tegen haar stiefvader. Wanneer DWRK04 veertien is, mag ze naar haar tante in Breda, daar heeft ze het fijn. Maar ook hier wordt ze weggehaald en in 1967 naar ‘Larenstein’*** in Velp gebracht, onder het mom dat ze van huis is weggelopen. Ze krijgt een voogdes. In Velp heeft ze het niet prettig. Haar eigen kleren worden afgenomen, het is er somber, ze ervaart het als een gevangenis. Werken moet ze in de strijkkamer, van acht tot vijf. Betaald wordt ze er niet voor. Ze voelt zich heel alleen, echte vriendschappen zijn er niet, je bent altijd aan het werk. Wel haalt ze een huishoudcertificaat, na het intern volgen van de huishoudschool. Een dag op Larenstein betekent om 6 uur opstaan, wassen met koud water, aankleden, in de rij naar beneden. Alles in stilte. Praten mag je pas aan het ontbijt. Dan naar de strijkkamer. Het werk is zwaar en steeds staand, zelfs tijdens de koffie. Om 12 uur warm eten. Na de avondboterham is er vrije tijd om iets voor jezelf te doen. Een TV is er nog niet, wel een radio, hoewel de nonnen bepalen waar je naar luistert. Slapen doen ze in een chambrette, waar een bed in staat, een wasbak, een kledingkast en een stoel. Geen enkele privacy. Na 21 uur moet het stil zijn. Op zaterdag hebben ze een halve dag vrij. Ze moeten één keer in de week naar de kerk, en één keer per week biechten. Er wordt veel straf uitgedeeld (gedwongen voeden, kots opeten, minder sigaretten verdienen), maar DWRK04 probeert dat zo goed mogelijk te voorkomen: “Als je niet opvalt, gaan ze ook niet over je vallen.” Ze heeft heimwee en mist haar familie. Na twee en een half jaar in Larenstein, haalt vader haar in november 1969 op om naar huis te gaan. Ze is dan bijna zeventien. Ze kan meteen weer aan het werk, van de ene gevangenis naar de andere. Nu verdient ze wel geld, maar ze mag het niet houden. DWRK04 voelt zich monddood gemaakt, gewend om naar de pijpen van een ander te dansen. Altijd bang voor de gevolgen. Op latere leeftijd krijgt ze last van depressies. Haar leven komt uiteindelijk weer op de rails door contacten binnen de Evangelische gemeenschap, daar heeft ze de ware liefde van God leren kennen en wordt ze geaccepteerd zoals ze is. Haar ouders vergeeft ze, “dan kan je ook weer verder met je leven”. * Intermezzo is een opvanghuis [red.] **Het St. Lucia-gesticht, opgericht door de Paters Minderbroeders in 1866 [red.] ***Huize Larenstein is een van de huizen van de Goede Herder [red.]
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- Blijf van m'n Lijf, huiselijk geweld, maatschappelijk werk, rolgedrag, seksueel geweld, vreemdelingenrecht, mishandeling, vrouwenhulpverlening, vrouwenhuizen, Nederland, 20e eeuw
- Description
- In dit Oral History project worden vijf vrouwen geïnterviewd die hun stempel hebben gedrukt op de veertigjarige geschiedenis van de vrouwenopvang in Nederland. De rol van de Blijf-van-m’n-Lijf-huizen en de vrouwen die het eerste opvanghuis hebben opgericht en die op beslissende momenten directeur van de groeiende organisatie zijn geweest, of die anderszins grote invloed hebben gehad op de ontwikkeling van de vrouwenopvang. Hun persoonlijke en professionele verhaal vult de bronnen in de literatuur en het archief over de vrouwenopvang aan (i.h.b. Blijf-van-m’n-Lijf). In de interviews wordt ook aandacht worden besteed aan de betekenis van het zelfhulp-principe zoals aanvankelijk ontwikkeld in Blijf-van-mijn-Lijf.
- Categories
- Film & Audio/Film & Audio
- Contributor
- Pieterse, Josien > Interviewer
- Thesaurus
- Blijf van m'n Lijf, huiselijk geweld, maatschappelijk werk, vrouwenhulpverlening, opvangcentra, multicultureel, vluchtelingen, eerwraak, 20e eeuw, Nederland
- Description
- VO4 is geïnterviewd als zorgcoördinator van de Blijf Groep. Ze komt als volwassen vrouw naar Nederland en belandt in de Amsterdamse krakersbeweging. Daar wordt ze verliefd op een man, met wie ze trouwt. Ze studeert aan de CICSA, de Sociale Academie in Amsterdam, en zet daar met andere buitenlandse studenten onderwijs op met een multiculturele invalshoek. Na een paar jaar vertrekt ze met haar man naar Costa Rica, waar hij veldwerk doet voor zijn studie antropologie en zij stage loopt. Ze werkt daarna kort voor de Verenigde Naties in Belize voor ze terugkeren naar Nederland. Na haar afstuderen gaat ze – eerst als vrijwilliger, na een half jaar betaald – werken bij het Blijf van m’n lijf Huis in Zaanstad. Als enige allochtoon loopt ze tegen cultuurverschillen aan, maar vormt ze voor buitenlandse vrouwen juist het aanspreekpunt. Ze maakt de ontwikkeling van de Blijf van m’n Lijfhuizen mee: van zelfhulp tussen lotgenoten naar vrouwenwerk, vrouwen- en kinderwerk naar systeemgericht werken: van focussen op de vrouw als slachtoffer naar werken met vrouw én man. Vanaf 1999 is ze betrokken bij het opzetten van een aantal Steunpunten Huiselijk Geweld en van een vrouwenopvanghuis in Nicaragua, bij het Eliashuis in Amsterdam en bij het Komitee Zelfstandig Verblijfsrecht Migrantenvrouwen. Ze beschrijft de omslag naar het werken met mannen volgens de methodiek begeleide terugkeer. In 2008 wordt haar gevraagd het Meldpunt Eergerelateerd Geweld op te zetten, waar ze op het moment van het interview nog werkt.
Showing 1-3 of 3 records.