
28e Jaargang
Woensdag 15 September 1920.
No. 13.
Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw.
Onder Redactie van: W. DRUCKER.
Abonnementsprijs per 3 maanden... f 1.75
Voer België, het overige Buitenland M
Med.-Iodlê
„ 0.95
tfzonderlljke Nummers
„ 0.05
Bureau van Redactie en Administratie:
VAN BAERLESTRAAT 148,
AMSTERDAM.
Advertentiên per regel
f 0.1*
Groote letters naar plaatsruimte. k
Bcekaankoniliglng per regel (sa 4/3 maai) „ 0.10
Aanvragen eu betrekkingen
, 0 M
INHOUD.
Het Christen-Huwelijk.
Zuinigheid.
Arbeidsbesluit 1920.
In- en Uitvallen.
Binnen de Grenzen.
Uit den Vreemde.
Ingezonden.
Het Christen-huwelijk.
(Vervolg en slot).
Te midden van die vrouwen, de voornaamste, en volgens eigen getuigenis waren dit er niet weinige
9
) trad
Paulus op. Ontdaan van de door de eeuwen hem om het
hoofd gelegden stralenkrans, was Paulus het type van een
excelleerend propagandist. Soepel van karakter, omplooit
hij de omstandigheden en uit zijn Brieven zijn meer de
ontvangers dan den schrijver te onderkennen. Vandaar dat
hij lang niet consequent is in de leer: zoo b.v. komt I
Corinthe VII: 14 volstrekt niet in overeenstemming met I
Corinth XIV: 35. Minder lofwaardig ook zijn groet aan
Priscilla en de haren, waaraan toegevoegd: //Die voor mijn
leven hunnen hals gesteld hebben''
10
) met als dank
daarvoor: «Dat uw vrouwen in de gemeenten zwijgen:
want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen
onderworpen te zijn".
u ) Als men echter weet, dat in
de tweede eeuw er nog PrUcllüanen waren, wier kerk
mede door vrouwen bestuurd werden, kan men zieh indenken, dat mannelijke ijdelheid en concurrentievrees hem
tot vrouwen-verguizende uitvallen brachten. Toen als nu
was haar geld den leiders van nieuwe dogma's ten hoogste
welkom; toen als nu vond men haar bijzonder geschikt
voor de minder aangename werkjes en toen als nu stiet
men haar van zich als zij eischte consequentie van de
leer of wel een positie begon in te nemen, die zij voor
zich alleen ambieeren. Dit terzijde stuwen trouwens een
karaktertrek van Paulus: hij laat de Apostelen, die geleefd hebben met Jezus, verre achter zich en vervormt
de leeringe-Christus volgens zijn Israëlistische opvattingen.
Het is deze man die Grieken en Romeinen suggereerde
de Joodsche scheppings-allegorie, tweelingzuster van de
zooveel lievelijker, intelligenter Hindoesche paradijs-sage,
•) Handelingen XVII : 4.
") Romeinen XVI : 4.
u ) Corinthe XIV : 34.
waarin Brahma twee geslachten schept niet uit een gril,
maar ter voortplanting, Adam niet is de verleide onschuld,
zich verschuilende achter de vrouw, maar de mede-schuldige.
li ) Te midden van de rampen, de'verwildering,
de oorlogen dier dagen wierp Paulus den zoekenden, den bedroefden, den moedeloozen, een zondebok toe: de vrouw.
Al het lijden op aarde was haar schuld. Daarom dan ook
heeft zij haar man onderdanig te zijn, want niet in het
nieuwe verbond ligt haar verlossing, maar in den man
die haar zal bevruchten, want «zij zal zalig worden in
kinderen te baren*. (
1S
) Het is thans niet meer terwille
van de familie, dat de vrouw wordt kort gehouden, edoch
het is haar sexe die als moreel-minderwaardig naar omlaag wordt gehaald.
Van af Paulus woorden de vrouw de eeuwig vervolgde, de onderdrukte, de zondares. Voor de kerkvaders
de Genesis een reden om haar dom, onwetend, afhankelijk
te houden : zij putten zich uit in het haar bcleedigen.
Tertullianus zegt: «Vrouw ! gij moet altijd in rouw en
lompen gekleed gaan en als een weenende boeteling u
vertoonen, om daardoor de zonde van den val des menschelijken geslachts weer goed te maken. Vrouw ! gij zijt
de poort des duivels! Gij waart het, die de zegels van
den verboden boom verbroken hebt, gij waart het, die het
eerst de goddelijke wet hebt overtreden, gij hebt den man
bedorven, dien Satan niet durfde aanvallen, gij zijt het
door wie Jezus Christus den kruisdood heeft geleden* (
ls ).
De II. Augustinus doceert: //Niet de natuur, maar de
schuld der vrouw heeft veroorzaakt, dat ze naar Gods wil
den man moet gehoorzamen... Hij is de plaatsbekleeder Gods,
hij is geschapen naar Gods beeld, hij heeft de macht,
daarom is de vrouw niet het beeld van God, maar den
man in alles onderworpen. (
w
). Gregorius de Groote, de
H. Bernardus en H. Augustinus vermeenden, dat de man
door de besnijdenis verlost was van de erfzonde. Eva's
zondigheid wordt haar bij elke kerkelijke ceremonie in
herinnering gebracht. Haar aanraking besmet het Allerheiligste en het altaar voor haar verboden terrein. De
H. Augustinus leeraart, dat bij de opstanding de vrouw
i') A. Schalck d/l Faverie: La Femme, 3e deel, pag\ 11.
1') / Fimotk II : 15.
") Ds. W. J. Manssen: Het Christendom tn de Vrouw, pas;. 149.
Dezelfde, pag. 148.
Woensdag 15 September 1920.
No. 13.
Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw.
Onder Redactie van: W. DRUCKER.
Abonnementsprijs per 3 maanden... f 1.75
Voer België, het overige Buitenland M
Med.-Iodlê
„ 0.95
tfzonderlljke Nummers
„ 0.05
Bureau van Redactie en Administratie:
VAN BAERLESTRAAT 148,
AMSTERDAM.
Advertentiên per regel
f 0.1*
Groote letters naar plaatsruimte. k
Bcekaankoniliglng per regel (sa 4/3 maai) „ 0.10
Aanvragen eu betrekkingen
, 0 M
INHOUD.
Het Christen-Huwelijk.
Zuinigheid.
Arbeidsbesluit 1920.
In- en Uitvallen.
Binnen de Grenzen.
Uit den Vreemde.
Ingezonden.
Het Christen-huwelijk.
(Vervolg en slot).
Te midden van die vrouwen, de voornaamste, en volgens eigen getuigenis waren dit er niet weinige
9
) trad
Paulus op. Ontdaan van de door de eeuwen hem om het
hoofd gelegden stralenkrans, was Paulus het type van een
excelleerend propagandist. Soepel van karakter, omplooit
hij de omstandigheden en uit zijn Brieven zijn meer de
ontvangers dan den schrijver te onderkennen. Vandaar dat
hij lang niet consequent is in de leer: zoo b.v. komt I
Corinthe VII: 14 volstrekt niet in overeenstemming met I
Corinth XIV: 35. Minder lofwaardig ook zijn groet aan
Priscilla en de haren, waaraan toegevoegd: //Die voor mijn
leven hunnen hals gesteld hebben''
10
) met als dank
daarvoor: «Dat uw vrouwen in de gemeenten zwijgen:
want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen
onderworpen te zijn".
u ) Als men echter weet, dat in
de tweede eeuw er nog PrUcllüanen waren, wier kerk
mede door vrouwen bestuurd werden, kan men zieh indenken, dat mannelijke ijdelheid en concurrentievrees hem
tot vrouwen-verguizende uitvallen brachten. Toen als nu
was haar geld den leiders van nieuwe dogma's ten hoogste
welkom; toen als nu vond men haar bijzonder geschikt
voor de minder aangename werkjes en toen als nu stiet
men haar van zich als zij eischte consequentie van de
leer of wel een positie begon in te nemen, die zij voor
zich alleen ambieeren. Dit terzijde stuwen trouwens een
karaktertrek van Paulus: hij laat de Apostelen, die geleefd hebben met Jezus, verre achter zich en vervormt
de leeringe-Christus volgens zijn Israëlistische opvattingen.
Het is deze man die Grieken en Romeinen suggereerde
de Joodsche scheppings-allegorie, tweelingzuster van de
zooveel lievelijker, intelligenter Hindoesche paradijs-sage,
•) Handelingen XVII : 4.
") Romeinen XVI : 4.
u ) Corinthe XIV : 34.
waarin Brahma twee geslachten schept niet uit een gril,
maar ter voortplanting, Adam niet is de verleide onschuld,
zich verschuilende achter de vrouw, maar de mede-schuldige.
li ) Te midden van de rampen, de'verwildering,
de oorlogen dier dagen wierp Paulus den zoekenden, den bedroefden, den moedeloozen, een zondebok toe: de vrouw.
Al het lijden op aarde was haar schuld. Daarom dan ook
heeft zij haar man onderdanig te zijn, want niet in het
nieuwe verbond ligt haar verlossing, maar in den man
die haar zal bevruchten, want «zij zal zalig worden in
kinderen te baren*. (
1S
) Het is thans niet meer terwille
van de familie, dat de vrouw wordt kort gehouden, edoch
het is haar sexe die als moreel-minderwaardig naar omlaag wordt gehaald.
Van af Paulus woorden de vrouw de eeuwig vervolgde, de onderdrukte, de zondares. Voor de kerkvaders
de Genesis een reden om haar dom, onwetend, afhankelijk
te houden : zij putten zich uit in het haar bcleedigen.
Tertullianus zegt: «Vrouw ! gij moet altijd in rouw en
lompen gekleed gaan en als een weenende boeteling u
vertoonen, om daardoor de zonde van den val des menschelijken geslachts weer goed te maken. Vrouw ! gij zijt
de poort des duivels! Gij waart het, die de zegels van
den verboden boom verbroken hebt, gij waart het, die het
eerst de goddelijke wet hebt overtreden, gij hebt den man
bedorven, dien Satan niet durfde aanvallen, gij zijt het
door wie Jezus Christus den kruisdood heeft geleden* (
ls ).
De II. Augustinus doceert: //Niet de natuur, maar de
schuld der vrouw heeft veroorzaakt, dat ze naar Gods wil
den man moet gehoorzamen... Hij is de plaatsbekleeder Gods,
hij is geschapen naar Gods beeld, hij heeft de macht,
daarom is de vrouw niet het beeld van God, maar den
man in alles onderworpen. (
w
). Gregorius de Groote, de
H. Bernardus en H. Augustinus vermeenden, dat de man
door de besnijdenis verlost was van de erfzonde. Eva's
zondigheid wordt haar bij elke kerkelijke ceremonie in
herinnering gebracht. Haar aanraking besmet het Allerheiligste en het altaar voor haar verboden terrein. De
H. Augustinus leeraart, dat bij de opstanding de vrouw
i') A. Schalck d/l Faverie: La Femme, 3e deel, pag\ 11.
1') / Fimotk II : 15.
") Ds. W. J. Manssen: Het Christendom tn de Vrouw, pas;. 149.
Dezelfde, pag. 148.