
5* jaaitgang.
Dflttöiwöag \2 jjamiatti J89&
Tl». 2\.
Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw.
Onder Redactie van:
W. DRUCKER en Th. P. B. SCHOOK-HAVER.
„IIIIIMIII
IIIMIIlVl
I
ttlllllll
I
I
IIHIIIIMHIIII
Abonnementsprijs por 3 maanden . . f 0.75
Voor België', 't overige Buitenland en
Ned.-Jndië
<-02*
Afzondorlijke Nummers
0.05
HMMM
lilt
IIIIIMIII UMI HUI III
|
|,aa
Bureau van Redactie en Administratie:
Sarphatipark 61,
AMSTERDAM.
Advertentiön per regel
ƒ 0.15
Groote letters naar plaatsruimte
Boekaankondigingcn per regel ....
0.10
en 43 maal.
Aanvragen om betrekkingen. ....
0.25
INHOUD:
IHO;.
Verwachting.
r'rankr|)ks MHM.
Mevrouw K. II. in de S. D. \. P.
Binnen de Krengen.
lilt den Vreemde.
Vergaderingen.
I.iirl i'tlHir.
m?Gerust mogen wij voor Nederland het jaar 1897 een
gunstig jaar noemen ten opzichte der vrouwenbeweging.
Als wij het afgeloopen jaar ons voor den geest roepen en
de gebeurtenissen en feiten de revue laten passeeren, dan
kan het wel niet anders of wij moeten tevreden zijn, al
zijn wij nog niet voldaan. Jaren reeds wast het aantal
van hen, die strijden in de rijen der feministen; telkens
weer valt te wijzen op uit den dommel ontwakende vrouwen
en sek%e-vooroordeel van zich werpende mannen, maar
veilig durven wij verzekeren, dat niet één jaar zoovelen
bracht tot het inspannen harer krachten, ten einde een
steentje bij te brengen om het gebouw der vrouwenemancipatie te helpen voltooien en tevens duiven wij
beweren, dat de qualiteit van de nieuwe, jonge strijdsters
niet, zooals helaas! wel eens het geval is, omgekeerd
evenredig is aan de quantiteit.
Daarvoor moeten oorzaken zijn; geen gevolgen toch
zonder oorzaken, geen beweging zonder kracht. En nu
gelooven wij dat, naast de propaganda, reeds vroeger
gemaakt, een machtige factor voor den vooruitgang van
de zaak der vrouw te vinden is in den invloed, uitgaande
van de Vereeniging „Tentoonstelling v. Vrouwenarbeid".
Immers, door hare vertakkingen over heel het land —
rubriek-commissies en plaatselijke comités, te zamen tellende
± 500 vrouwen, allen toch koesterende liefde voor het
plan, allen min of meer intelligent, min of meer met
vooruitstrevenden geest bezield, min of meer zich verheffende boven het alledaagsche — is de directe invloed al
zeer groot te noemen; doch, gelijk met ieder werken, van
meer belang nog is de indirecte invloed, welke zich ook
doet gevoelen in kringen, die voorheen op mijlen afstands
bleven van al wat daar ijverde en zwoegde voor der
vrouwen rechten. Voor ons is dan ook het werken voor
de tot stand bronging der Tentoonstelling het glanspunt
van wat er is gedaan in 1897 en van harte hopen wij dat
de Tentoonstelling zelve het glanspunt moge zijn van 1898,
wijl deze, als resultaat van al dat werken, de schoonste,
flinkste daad zal wezen, tot op heden in de Nederlandsche
vrouwenbeweging verricht.
Is dit werken van vrouwen uit de bezittende- en
middenklasse voor de arbeidsters een bewijs, hoe de
initiatiefneemsters gevoelen, dat de hoeksteen van de
emancipatie is de economische vrijmaking der vrouw, hoe
dus s.'echts dcor het verrichten van betaalden arbeid (naast
het verwerven der politieke rechten natuurlijk) de vrouw
kan worden de gelijke des mans, ook bij de arbeidsters
zelve is eenig besef gekomen van de noodzakelijkheid om
eigen handen uit de mouwen te steken tot lotsverbetering.
Zoowel in Amsterdam als in Rotterdam heeft de vrouw
voor het eerst den voet gezet op den weg der vakvereeniging; al zijn de pogingen, daartoe aangewend, nog
niet terstond met zeer gunstigen uitslag bekroond geworden
en al hadden wij gaarne gezien, dat de ontstane vereeni?.
gingen zich in grooter ledental en krachtiger steun m ochten
verheugen, wij wisten van te voren, dat het moeielijk zou
wezen, de traagheid der logge massa te overwinnen en •
zijn dus niet ontmoedigd door de volgens sommigen niet
hoog genoeg gaande vlucht. Wij zien daarin slechts de
dageraad van de beweging, ook door de arbeidsters.
Wanneer wij de pogingen van dit jaar als de eerste
beschouwen, komt dit niet, omdat wij het bestaan van
Thuyatêr ignoreeren, edoch omdat deze bond niet kan
worden aangemerkt als vakbond, wijl behalve vakgenoolen
en oud-vakgenooten, ook belangstellenden lid kunnen
worden, en het oorspronkelijke doel: verbetering van het
onderwijs aan het meisje en van de positie der onderwijzeres, voor zoover het eerste aangaat
r niet met alle
beschikbare krachten wordt nagejaagd. Waarom anders
wordt, bij de beweging in Amsterdam op touw gezet om
te verkrijgen gelijk middelbaar onderwijs voor jongens en
meisjes, de naam van Thugatèr gemist ? Deze beweging,
gesteund door vier onderwijzersvereenigingen en een
arbeidersdito heeft nog niet het resultaat opgeleverd, voor
wat betreft de toelating der meisjes op de H. B. S. met
3jar. cursus, doch wel eenig succes gehad, door den belang-
Dflttöiwöag \2 jjamiatti J89&
Tl». 2\.
Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw.
Onder Redactie van:
W. DRUCKER en Th. P. B. SCHOOK-HAVER.
„IIIIIMIII
IIIMIIlVl
I
ttlllllll
I
I
IIHIIIIMHIIII
Abonnementsprijs por 3 maanden . . f 0.75
Voor België', 't overige Buitenland en
Ned.-Jndië
<-02*
Afzondorlijke Nummers
0.05
HMMM
lilt
IIIIIMIII UMI HUI III
|
|,aa
Bureau van Redactie en Administratie:
Sarphatipark 61,
AMSTERDAM.
Advertentiön per regel
ƒ 0.15
Groote letters naar plaatsruimte
Boekaankondigingcn per regel ....
0.10
en 43 maal.
Aanvragen om betrekkingen. ....
0.25
INHOUD:
IHO;.
Verwachting.
r'rankr|)ks MHM.
Mevrouw K. II. in de S. D. \. P.
Binnen de Krengen.
lilt den Vreemde.
Vergaderingen.
I.iirl i'tlHir.
m?Gerust mogen wij voor Nederland het jaar 1897 een
gunstig jaar noemen ten opzichte der vrouwenbeweging.
Als wij het afgeloopen jaar ons voor den geest roepen en
de gebeurtenissen en feiten de revue laten passeeren, dan
kan het wel niet anders of wij moeten tevreden zijn, al
zijn wij nog niet voldaan. Jaren reeds wast het aantal
van hen, die strijden in de rijen der feministen; telkens
weer valt te wijzen op uit den dommel ontwakende vrouwen
en sek%e-vooroordeel van zich werpende mannen, maar
veilig durven wij verzekeren, dat niet één jaar zoovelen
bracht tot het inspannen harer krachten, ten einde een
steentje bij te brengen om het gebouw der vrouwenemancipatie te helpen voltooien en tevens duiven wij
beweren, dat de qualiteit van de nieuwe, jonge strijdsters
niet, zooals helaas! wel eens het geval is, omgekeerd
evenredig is aan de quantiteit.
Daarvoor moeten oorzaken zijn; geen gevolgen toch
zonder oorzaken, geen beweging zonder kracht. En nu
gelooven wij dat, naast de propaganda, reeds vroeger
gemaakt, een machtige factor voor den vooruitgang van
de zaak der vrouw te vinden is in den invloed, uitgaande
van de Vereeniging „Tentoonstelling v. Vrouwenarbeid".
Immers, door hare vertakkingen over heel het land —
rubriek-commissies en plaatselijke comités, te zamen tellende
± 500 vrouwen, allen toch koesterende liefde voor het
plan, allen min of meer intelligent, min of meer met
vooruitstrevenden geest bezield, min of meer zich verheffende boven het alledaagsche — is de directe invloed al
zeer groot te noemen; doch, gelijk met ieder werken, van
meer belang nog is de indirecte invloed, welke zich ook
doet gevoelen in kringen, die voorheen op mijlen afstands
bleven van al wat daar ijverde en zwoegde voor der
vrouwen rechten. Voor ons is dan ook het werken voor
de tot stand bronging der Tentoonstelling het glanspunt
van wat er is gedaan in 1897 en van harte hopen wij dat
de Tentoonstelling zelve het glanspunt moge zijn van 1898,
wijl deze, als resultaat van al dat werken, de schoonste,
flinkste daad zal wezen, tot op heden in de Nederlandsche
vrouwenbeweging verricht.
Is dit werken van vrouwen uit de bezittende- en
middenklasse voor de arbeidsters een bewijs, hoe de
initiatiefneemsters gevoelen, dat de hoeksteen van de
emancipatie is de economische vrijmaking der vrouw, hoe
dus s.'echts dcor het verrichten van betaalden arbeid (naast
het verwerven der politieke rechten natuurlijk) de vrouw
kan worden de gelijke des mans, ook bij de arbeidsters
zelve is eenig besef gekomen van de noodzakelijkheid om
eigen handen uit de mouwen te steken tot lotsverbetering.
Zoowel in Amsterdam als in Rotterdam heeft de vrouw
voor het eerst den voet gezet op den weg der vakvereeniging; al zijn de pogingen, daartoe aangewend, nog
niet terstond met zeer gunstigen uitslag bekroond geworden
en al hadden wij gaarne gezien, dat de ontstane vereeni?.
gingen zich in grooter ledental en krachtiger steun m ochten
verheugen, wij wisten van te voren, dat het moeielijk zou
wezen, de traagheid der logge massa te overwinnen en •
zijn dus niet ontmoedigd door de volgens sommigen niet
hoog genoeg gaande vlucht. Wij zien daarin slechts de
dageraad van de beweging, ook door de arbeidsters.
Wanneer wij de pogingen van dit jaar als de eerste
beschouwen, komt dit niet, omdat wij het bestaan van
Thuyatêr ignoreeren, edoch omdat deze bond niet kan
worden aangemerkt als vakbond, wijl behalve vakgenoolen
en oud-vakgenooten, ook belangstellenden lid kunnen
worden, en het oorspronkelijke doel: verbetering van het
onderwijs aan het meisje en van de positie der onderwijzeres, voor zoover het eerste aangaat
r niet met alle
beschikbare krachten wordt nagejaagd. Waarom anders
wordt, bij de beweging in Amsterdam op touw gezet om
te verkrijgen gelijk middelbaar onderwijs voor jongens en
meisjes, de naam van Thugatèr gemist ? Deze beweging,
gesteund door vier onderwijzersvereenigingen en een
arbeidersdito heeft nog niet het resultaat opgeleverd, voor
wat betreft de toelating der meisjes op de H. B. S. met
3jar. cursus, doch wel eenig succes gehad, door den belang-