
22e Jaargang.
Woensdag 12 Augustus 1914
No. 10.
Vrouwen.
Hoofdbureau
j
■..'oawermanstraaiZllti jf
Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw.
Onder Redactie van: W. DRUCKER en J. S. R. BAERVELDT—HAVER.
Abonnementsprijs per 3 maanden. . . t 0.75
Voor België, het overige Buitenland en
Ned Indië
„ 0.95
Afzonderlijke Nummers
„ 0.05
Bureau van Redactie en Administratie:
ROELOF HARTSTRAAT 131
-r
AMSTERDAM.
-
Advertenties per regel
f 0.15
Groote letters naar plaatsruimte.
Boekaankondiging per regel {en 4/3 maal) ,, 0.10
Aanvragen en betrekkingen
„ 0.05
INHOUD:
In het onbegrensd krankzinnigenhuis.
De diacones.
Als koningen verzoekschriften ontvangen.
Binnen de Grenzen.
Uit den Vreemde.
Literatuur.
Ingezonden.
Feuilleton.
In het onbegrensd krankzinnigenhuis
Als een gewoon sterveling zich inbeeldt te zijn wereldheerscher en verkondigt, dat heel de menschheid heeft
te gehoorzamen aan zijn waanvoorstellingen, laat zijn omgeving hem opsluiten in een gekkenhuis, stelt hem onder
de hoede van een psychiater. Raast, tiert, beveelt ook daar
hij in dollen hoogmoed, dan wordt hij opgesloten in enge
cel, desnoods gekneld in het dwangbuis. Is die man echter hoofd van een machtig rijk, dan buigt de wereld voor
zijn krankzinnigheid, volgt nederig zijn bevelen. Grijpt
maag en vriend of wel te pletteren dit of dat kostbaar
stuk, dan grijpen rappe handen hem beet, beletten hem
de uitvoering van zijn verbijsterd-willen. Niet aldus het
echter met zijn op den troon gezeten gelijke. Niet gestuit
wordt diens razernij. Integendeel, millioenen staan gereed
om de wilde visioenen van zijn beneveld brein om te
zetten in werkelijkheid. Bij hem in stede van den kalmeerenden dokter, het leger, dat juichend uittijgt ter
realisatie van zijn bloeddroomen en rustig wordt hij gehouden door het tegemoetkomen aan zijn wenschen:
menschen-slachten, dorpen en steden slechten, massacreëren van al datgene wat kunst, arbeid, geduld, door
de eeuwen heeft gewrocht. Zoo het onder Caligula, zoo
ook het in het heden. Niemand, nu als toen, durft den
despoot bedwingen; niemand denkt daar zelfs aan.
Wat hij, hij representant van Hooger Almacht wil,
kan slechts zijn wijsheid, onbegrijpbare wijsheid, maar
toch wijsheid en allen, in hem ziende de hen voorlichtende
ster, volgen denkloos zijn orders, bootsen, begeerig om te
wezen zijn afschaduwing, hem na in alles en alles. Aldus
wordt de waanzin van een autocratisch vorst epidemisch,
slaat over op millioenen en millioenen. In dusdanige
periode bevinden wij ons op het oogenblik.
Eenig juist het gezegd door een Amerikaansch blad:
//Het zou belachelijk zijn, zoo het niet zoo gruwelijk ware".
Telkens en telkens moet men weder zich zelf voorprevelen,
dat men niet meer leeft onder verstandige menschen, edoch
mede-doolt in het labyrinth van een gigantesk gekkenhuis,
waaruit ontkomen niet mogelijk is. Drie hoogheden
— waarschijnlijk slechts een — vergruizelementeeren al
wat vernielbaar is en de duizenden en duizenden mannen,
wier staatsmanswijsheid is bezongen van Oost naar West,
van Zuid naar Noord, houden niet alleen hen niet tegen,
maar nemen deel aan het spelletje. Die mannen, die in
hun respectieve parlementen maar steeds beweerden, dat
vrouwen geen stem mochten hebben in het kapittel, wijl
haar blik niet ruim genoeg was om de algemeene zaken
te overzien, wat hebben zij gedaan om de catastrophe te
voorkomen, die de duur gekochte beschaving wegblaast
als een zeepbel? Wat hebben zij zelfs vooraf van haar
geweten ? Heel het hebben en houen der natiën hebben
deze economen en staatslieden in handen gelegd van drie
mannen, aan hun grillen overgeleverd het lot der volkeren.
„Van deze drie mannen, schrijft de ook boven aan het
woord zijnde Amerikaansche journalist, heeft alleen die te
Berlijn meer dan middelmatige bekwaamheden; niettemin
wordt deze drie vergund te spelen met de levens van millioenen
menschen, met eigendom ter waarde van duizenden millioenen,
met handel en nijverheid, wetten, welvaart en instellingen,
niet slechts van keizerrijken, koninkrijken, maar van continenten. Aan hen is overgelaten te beslissen of de wereld
getuige zal zijn van den meest bloedigen on verwoestenden
oorlog der geschiedenis."
Werkelijk berust in handen van drie mannen het levensbeweeg van geheel Europa; de anderen, naar gebleken is,
slechts om hen heen fladderende sujetten. En, zoo het ooit
mogelijk ware enkelen tot Atlassen te proclameeren, zouden
deze figuren daar minder toe geschikt wezen dan eenig
ander, Door opvoeding, traditie, omgeving staan zij verre,
verre van dat levensbeweeg, waarin zij niet deelen, volgens
hen slechts geschiedt hun terwille. Opgevoed in de leer,
dat een godheid hen op aarde heeft geplaatst om de volkeren te beheerschen, dat hun wil wet is, waaraan ieder
heeft te gehoorzamen, is voor hen het legerbestuur de spil
waar het al om draait; burgerij en soldaten hun slechts
pionnen, waarmede zij onder elkander afspelen het schaakspel, met hetwelk zij zich amuseeren.
De reusachtige worsteling, waarvan het voorspel een
aanvang heeft genomen, een tusschen despotisme en demo-
Woensdag 12 Augustus 1914
No. 10.
Vrouwen.
Hoofdbureau
j
■..'oawermanstraaiZllti jf
Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw.
Onder Redactie van: W. DRUCKER en J. S. R. BAERVELDT—HAVER.
Abonnementsprijs per 3 maanden. . . t 0.75
Voor België, het overige Buitenland en
Ned Indië
„ 0.95
Afzonderlijke Nummers
„ 0.05
Bureau van Redactie en Administratie:
ROELOF HARTSTRAAT 131
-r
AMSTERDAM.
-
Advertenties per regel
f 0.15
Groote letters naar plaatsruimte.
Boekaankondiging per regel {en 4/3 maal) ,, 0.10
Aanvragen en betrekkingen
„ 0.05
INHOUD:
In het onbegrensd krankzinnigenhuis.
De diacones.
Als koningen verzoekschriften ontvangen.
Binnen de Grenzen.
Uit den Vreemde.
Literatuur.
Ingezonden.
Feuilleton.
In het onbegrensd krankzinnigenhuis
Als een gewoon sterveling zich inbeeldt te zijn wereldheerscher en verkondigt, dat heel de menschheid heeft
te gehoorzamen aan zijn waanvoorstellingen, laat zijn omgeving hem opsluiten in een gekkenhuis, stelt hem onder
de hoede van een psychiater. Raast, tiert, beveelt ook daar
hij in dollen hoogmoed, dan wordt hij opgesloten in enge
cel, desnoods gekneld in het dwangbuis. Is die man echter hoofd van een machtig rijk, dan buigt de wereld voor
zijn krankzinnigheid, volgt nederig zijn bevelen. Grijpt
stuk, dan grijpen rappe handen hem beet, beletten hem
de uitvoering van zijn verbijsterd-willen. Niet aldus het
echter met zijn op den troon gezeten gelijke. Niet gestuit
wordt diens razernij. Integendeel, millioenen staan gereed
om de wilde visioenen van zijn beneveld brein om te
zetten in werkelijkheid. Bij hem in stede van den kalmeerenden dokter, het leger, dat juichend uittijgt ter
realisatie van zijn bloeddroomen en rustig wordt hij gehouden door het tegemoetkomen aan zijn wenschen:
menschen-slachten, dorpen en steden slechten, massacreëren van al datgene wat kunst, arbeid, geduld, door
de eeuwen heeft gewrocht. Zoo het onder Caligula, zoo
ook het in het heden. Niemand, nu als toen, durft den
despoot bedwingen; niemand denkt daar zelfs aan.
Wat hij, hij representant van Hooger Almacht wil,
kan slechts zijn wijsheid, onbegrijpbare wijsheid, maar
toch wijsheid en allen, in hem ziende de hen voorlichtende
ster, volgen denkloos zijn orders, bootsen, begeerig om te
wezen zijn afschaduwing, hem na in alles en alles. Aldus
wordt de waanzin van een autocratisch vorst epidemisch,
slaat over op millioenen en millioenen. In dusdanige
periode bevinden wij ons op het oogenblik.
Eenig juist het gezegd door een Amerikaansch blad:
//Het zou belachelijk zijn, zoo het niet zoo gruwelijk ware".
Telkens en telkens moet men weder zich zelf voorprevelen,
dat men niet meer leeft onder verstandige menschen, edoch
mede-doolt in het labyrinth van een gigantesk gekkenhuis,
waaruit ontkomen niet mogelijk is. Drie hoogheden
— waarschijnlijk slechts een — vergruizelementeeren al
wat vernielbaar is en de duizenden en duizenden mannen,
wier staatsmanswijsheid is bezongen van Oost naar West,
van Zuid naar Noord, houden niet alleen hen niet tegen,
maar nemen deel aan het spelletje. Die mannen, die in
hun respectieve parlementen maar steeds beweerden, dat
vrouwen geen stem mochten hebben in het kapittel, wijl
haar blik niet ruim genoeg was om de algemeene zaken
te overzien, wat hebben zij gedaan om de catastrophe te
voorkomen, die de duur gekochte beschaving wegblaast
als een zeepbel? Wat hebben zij zelfs vooraf van haar
geweten ? Heel het hebben en houen der natiën hebben
deze economen en staatslieden in handen gelegd van drie
mannen, aan hun grillen overgeleverd het lot der volkeren.
„Van deze drie mannen, schrijft de ook boven aan het
woord zijnde Amerikaansche journalist, heeft alleen die te
Berlijn meer dan middelmatige bekwaamheden; niettemin
wordt deze drie vergund te spelen met de levens van millioenen
menschen, met eigendom ter waarde van duizenden millioenen,
met handel en nijverheid, wetten, welvaart en instellingen,
niet slechts van keizerrijken, koninkrijken, maar van continenten. Aan hen is overgelaten te beslissen of de wereld
getuige zal zijn van den meest bloedigen on verwoestenden
oorlog der geschiedenis."
Werkelijk berust in handen van drie mannen het levensbeweeg van geheel Europa; de anderen, naar gebleken is,
slechts om hen heen fladderende sujetten. En, zoo het ooit
mogelijk ware enkelen tot Atlassen te proclameeren, zouden
deze figuren daar minder toe geschikt wezen dan eenig
ander, Door opvoeding, traditie, omgeving staan zij verre,
verre van dat levensbeweeg, waarin zij niet deelen, volgens
hen slechts geschiedt hun terwille. Opgevoed in de leer,
dat een godheid hen op aarde heeft geplaatst om de volkeren te beheerschen, dat hun wil wet is, waaraan ieder
heeft te gehoorzamen, is voor hen het legerbestuur de spil
waar het al om draait; burgerij en soldaten hun slechts
pionnen, waarmede zij onder elkander afspelen het schaakspel, met hetwelk zij zich amuseeren.
De reusachtige worsteling, waarvan het voorspel een
aanvang heeft genomen, een tusschen despotisme en demo-