Jaargang 9dlo^na&ag 5 ÏJpbttuattj \^02.
Tf. 25.
Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw.
Onder Redactie van:
W. DRUCKER en Th. P. B HAVER.
l.iiiiViiiiMrïiii
Abonnementsprijs per 3 maanden
f 0.75
Voor België, 't overige Buitenland en
Ned.-Indië
B 1 02
b
Afzonderl'ike Nummers
„ 0.05
Bureau van Redactie en Administratie:
Sarphatipark 61,
AMSTERDAM.
Advertentiën per regel
f 0.15
Grooto letters naar plaatruinite.
Bockaankondigingen per regel
„ 0.10
on 4/3 maal.
Aanvragen en betrekkingen
„ 0.05
INHOUD :
Pe VrUe Srhool.
Toenemend LeraarKen journaliste aan het woord.
IÜIIIH ii de (irenzen.
Uit den Vree «! de.
Vergaderingen.
Ingezonden.
Feuilleton : Echte vrouwen.
Advertentiën.
Dank zij onzen politiekeri toestand, dank zij onze oudtestamentische, patriarchale regeering, dan kook de neiging
voor proselieten-makerij der verschillende partijen en
partijtjes in den lande, dringt — of wordt naar voren
gedrongen —: de vrije school. Daar het nu eenmaal in
den politieken smaak is de dingen te geven een averechtschen
naam, beteekent in zijn quintessence vrije school: de meest
mogelijke on-vrije school. De vrije school toch is: de
sekte-school, de school, waarin het kind wordt belet alle
vrije onderzoek; waarin het wordt ingepompt, zonder ook
maar eenigszins rekening te houden met zijn eigen-zelfikschap, de meeningen van zijn ouders, voogden of oversten. De vrije school is de school, waarin de toekomstige
wereldburger wordt opgeleid binnen een ompaalde heining,
welke hij, op poene van te worden uitgeworpen, niet mag
overstappen. Geen blik zelfs wordt hem gegund over
buurmans muur of schutting en zijn meesters, die naar het
schijnt wel hebben geschouwd in de naast gelegen hoven,
schilderen het daar-te-ziene af in kleuren, zóó grauw, zóó
schril, zóó oog-kwetsend, dat der jeugd wel de lust vergaat er heen te stappen.
Eigenaardig voorzeker, dat het niet alleen zijn de
dogmatische lui, die verlangen daar te stellen een dusdanig
school-systeem, maar dat onder zijn adherenten zich ook
bevinden mannen van de meest vooruitstrevende richting,
vrijdenkers. Onder hen hier met name genoemd de Heer
A. H. Gerhard en dat wel, wijl deze hieromtrent zijn
meening heeft uiteengezet in een cursus-vergadering der
S. D. A. P., tot publiek eigendom gemaakt door Het Volk,
dato 11 Jan. 1.1. Voor hem is de zoogenaamd neutrale of
Staatsschool — pendant van de Vrije School — tot heden
nooit iets anders geweest dan de reflexie van het willen
der aan-zijnde regeering. De neutrale school een negatief
begrip; de neutrale onderwijzer mag niet kwetsen anderer
meening, mag niet verketteren de den kinderen door hun
omgeving ingebrachte begrippen; hij mag niet doen, moet
steeds laten. Hij mag er dus niet op nahouden individualiteit. Een ondoenlijkheid ! Hij of zij die heeft te vormen,
te leiden de jeugd tot maatschappelijke deugden zal steeds
leggen in die vorming, in die leiding, zijn of haar opvatting omtrent maatschappelijke deugden. Voor den een zal
dit zijn het zich gedragen naar de voorschriften des Bijbels,
voor den ander zal het wezen het de menschheid
losmaken van het privaat-bezit, terwijl een derde derzelver
beoefening slechts zal zieu in de coöperatie of wel in het
stichten van koloniën a la van Eeden. De neutrale school
dus een fictie. Wel zonderling klinkt hiernaast 's Heeren
Gerhards taal: „Wie inderdaad gelooft, dat de echte
neutrale de eonige school der toekomst is, omdat de maatschappij zich daarheen ontwikkelt, geloove mede, dat zij
alleen kan overwinnen, als zij niet door dwang wordt opgelegd" — waaruit valt op te maken, dat de Heer G.
toch wel gelooft aan de mogelijkheid van de neutrale
school, aan het daar kunnen zijn van onderwijzers en
onderwijzeressen, bezittende genoeg zelfbeheersching om,
met voorbijzien van eigen opvatting, de kinderen te onderrichten omtrent de verschillende godsdiensten zonder daarbij
bijzondei lijk naar voren te schuiven dezen of dien, hun te
leeren staathuishoudkunde zonder naar voren te dringen
stelsel sus of stelsel zoo. De neutrale school voor den
Heer G. dus toch een realiteit! Maar waarom, dit aannemende, haar verwezenlijking dan verschoven tot onbeperkten tijd? Waarom dan nu niet alreeds voortgebouwd op
het bestaande, dit verbeterd dag in dag uit?
Neutraliteit, volgens den heer G. c.s., een dogma als
elk ander. Terwijl de neutralist zegt: de opdringing van
eenigen godsdienst verknoeit de kinderziel, zegt, moet
zeggen de Catholiek, de Anti-Revolutionair: al wat komt
tot de kinderziel moet zijn doorwasemd met godsdienst.
Welk recht nu hebben wij den godsdienstigen op te dringen onze ongodsdienstigheid ? De Staatsschool, de neutraal
blijvende goed, maar daarnaast sta het vrijeen elk en ieder
op te richten eigen school, mits voldoende aan de door
den staat gestelde eischen, welke moeten worden opgevoerd
zoo hoog mogelijk, terwijl daarnaast de onderwijzer goed
moet worden gesalarieerd.
Schijnbaar hier gevraagd recht, recht voor allen.
 

Evolutie [1901], 23 - 1/8

Volgende