[Jaargang 4 IK 38.
WEEKBLAD VOOR DE VROUW.
ORGAAN van de Vereoniging voor Vrouwenkiesreeht en de Vrije Vroiiwenvereeniging.
REDACTIE: W. DRUCKER. Tn. P. B. SCHOOR—Tl AVER en M. MENS1NG.
COMMISSIE VAN REDACTIE: A. W. L. VERSLUYS—POELMAN
TPTIA VAX DER TÜUK,
M. (iALLÉ. C. M. BEYLLONSE—PEYRA en D. G. STOKVIS.
III
IMMMIMMMMMtl
Abonnementsprijs per 3 maanden •
/' n.7.">
Voor België
„ 0*83*
t Overige Buitenland en Ned.-Indiê' . „ \MAïzonderlijke Nummers
„ 0.06
Bureau van Redactie en Administratie:
Sarphatipark 61,
AMSTERDAM.
lil!
III
III
Illlll
MIMI
'III
Uil
f 0.13
Advertantiën per regel .
Groote letters naar plaatsruimte,
Boekaankondigingen per regel .
en A-i maal.
Aanvragen om betrekkingen.
11.10
o. •_>, *»
lllllllllll
I
I
MIIMIIIIIMIIIIIItlMIM
MMI
INHOl'D:
*«V. it wil nrftlen .'
Tweefrwl raad.
lMI nirlehttg in-sluit van den BotterdamarJten Gemeenteraad,
l«' nuelwuuehe trouw.
1» de Tweede Kamer.
Verkiezimr-ScheKje.
tliiinen de (iren/cn.
Ingeionde».
Advertentii'ii.
(Haf toij toilhm?
Wat wij willen 'i Tot in het oneindige hebbeo wij het
verkondigd. . . . en toch, toch stelt men on.s telkens en
telkens op nieuw weder diezelfde, zelfde vraag. Wel een
bewijs dat de taal is zwak, het begripsvermogen van de
massa al niet veel sterker. Edoch. ... zij zijn ook zoo
moeielijk te vatten die woorden, die meeningen, die stellingen, zoo heel en al indruischende tegen dogma's. systemen, usances, eeuwen, eeuwenoud!
Wat wij willen ? Ach, iets simpels, iets eenvoudigs,
iets zoo van-zelf sprekends, dat wij ons eigenlijk niet kunnen voorstellen het niet aldus is. het niet aldus immer is
geweest.
Wat wij willen ? Dat de vrouw, mensch als de man,
met rede-begaafd-wezen als hij, zij zijns gelijke zoowel op
politiek, economisch, als burgerrtchterlijk gebied. .
Zijns gelijke op politiek gebied r Waar tÜ6% Jt&ïkiwiu
is een maatschappij van of enkel mannen, of enkel
vrouwen, mag — kan zonder schade — niet gedacht worden aan een regeering van of enkel mannen, of enkel
vrouwen. Eeuwenlang heeft men beproefd dit ondoenlijke
te maken doenlijk, het resultaat van die proef is: overheersching ter eenre zijde, stompzinnige volgzaamheid ter
anderer. „Wie niet mede stem uitbrengt, zal zijn belangen zien verwaarloosd," zegt Gladstone en de wetten van
liet heden, dè historie van het verleden zijn daar om die
woorden te sanctioneeren. De man heeft geregeerd en toegeëigend heeft hij zich bezit en kennis, die twee machtige
factoren welke het wereldrond beheerschen. Posten, ambten, betrekkingen, eer. aanzien, goud, het is al hem en
waar de vrouw durft grijpen naar een kruimke van deze
dingen noemt hij haar Megaera, verwijt haar onderkruiperigheid. Milliarden na milliarden heeft hij geofferd voor
zijn onderwijs en, waar hij dagelijks aanvraagt nieuwe en
llll
III II M I II t III MM Ml lllllllllll; Ml! II II tl lilt
M MIMI I III III Ml III MIMI Ml Ml MM III III II
I
II
nieuwe mülioenen, verdedigt hij derzelver ontfutseling uit
de algeineene. der vrouweii- en mancenkas met de cynische,
van mathematische kennis getuigende logica, dat het vrouwelijk intellect -- voor welker ontwikkeling de maatschap
zoowat heeft uitgegeven niemendal — bewezen heeft niet
in zich op te kunnen nemen de hoogere wetenschap, deze niet
te kunnen verwerken, niet te kunnen verorberen, en de bezitster ervan, aldus getoond hebbende te zijn van lager
orde dan de man, slechts kan prestoeren die diensten welker verrichting hem, hoogere, zijn te min, welke hem,
superieur, komen ten goede.
Dat er voor het heden valt waar te nemen een idéekentering, ja zelfs opstijgt een algemeene roep naar amelioratie, zegt, zoolang de vrouw geen recht heeft op direct
medehandelen. al bitter weinig. De verbeteringen toch,
vaak nolens volens aangebracht door den hedendaagschen
wetgever, onder de liuidige omstandigheden, sluiten voor
de zonen en kleinzonen niet uit de dingen, zoo het hun
lust. weder te brengen in het oude spoor. Want. en dit
voorzeker is de quintessence van heel deze materie, elke
verandering in de wet, gemaakt ten protijte van de vrouw,
edoch zonder haar, is een ieder moment opzegbare leening,
geenszins een verschuldigde afbetaling.
(jrondige argumenten aanvoeren tegen het kies.v\IiL ''.e: VxSnw kaï. zo,,wat mcmai.'d, er, dot - ' •; -r- de man heer over zijn vrouw, weten niet te motiveeren het: „de man," heer over „de vrouw," kennen
geen basis, noch goddelijke, noch natuurwettelijke,
voor de praktijk, die den onwetende, den domkop, den
dronkaard, den dief' als heer aanstelt over de meest ontwikkelde. de meest verstandige, de meest matige, de meest
eerlijke vrouwen. De halfgek, de alcoholist, de zakkenrolIer, beoordeelende en beheerschende het wel en wee der
dokteressen, der onderwijzeressen, der arbeidsters, der huismoeders, is zoo groot een ongerijmdheid, dat de man als
eenheid haar wel heeft durven leggen in zijn wetgeving,
maar individueel zich nimmer geroepen voelt haar te verdedigen; idiotisme zelfs wordt zij waar, zooals ten
onzent. een vrouw staat aan liet hoofd van de
regeering en wel groot moet wezen de door den tijd gevoede zelfverheffing van den Xederl. man. wel groot de
 

Evolutie [1896], 38 - 1/8

Volgende