20e Jaargang.
Woensdag 12 Maart 1913
No. 24.
Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw.
Onder Redactie van: W. DRUCKER en J. S. R. BAERVELDT—HAVER.
Abonnementsprijs per 3 maanden. . . f 0.75
Voor België, het overige Buitenland en
Ned Indië
, 0.95
Af/onderlijke Nummers
„ 0.05
Bureau van Redactie en Administratie:
ROELOF HARTSTRAAT 131
-
AMSTERDAM.
-
Advertentiën per regel
f 0.15
Groote letters naar plaatsruimte.
Boekaankondiging per regel (en 4/3 maal) „ 0.10
Aanvragen en betrekkingen
„ 0.05
INHOUD:
Treurige ervaringen.
Protest tegen 'n protest.
Zijn wij de wereldvrede nabij P
Een politious aan het woord.
In- en Uitvallen.
Binnen de grenzen.
Uit den vreemde.
Treurige ervaringen.
De vorige week sprak in de Afd. A'dam v. d. Ver. v.
Vrouwenkiesrecht, de heer D. Manassen. De heer Manassen
is niet de eerste de beste. Als Secretaris van de Afd.
A'dam v. d. Bond van Vrij-Liberalen wijdt hij zich uitsluitend aan de politiek, terwijl zijn veeljarige werkkring
als verslaggever voor de eerste bladen in den lande in
hem doet vermoeden de man van groote, practische kennis. Welnu, die man, op ander gebied waarschijnlijk
werkelijk erudit, bleek van de vrouwenbeweging niets
of zoo goed als niets af te weten eu Mevr. Henr. Goudsmit meende op de haar zoo eigen satirisch-humoristischen
toon de eer der vergaderden te moeten verdedigen door
de bemerking, dat de spreker zijn auditorium had onderschat, niets had verteld wat allen niet alreeds lang was
bekend en uit zijn rede was gebleken, dat hij nu pas
studie had gemaakt van zijn onderwerp, wat op zich-zelf
zeer prijzenswaardig is, maar toch zijn hoorders had
teleurgesteld. Fn deze man nu heeft als verslaggever
medegemaakt heel wat vrouwenvergaderingen, zelfs het
Internationaal Congres van 1908, en dat alles is langs
hem heengegleden zonder dat ook maar één syllabe van
het verhandelde tot hem is doorgedrongen of de lust bij
hem heeft gewekt de quaestie ook maar eenigszins te bestudeeren. Gebleken is, dat dit alles hem steeds heeft geschenen kinderen-gedoe, niet waardig er notitie van te
nemen. Nu zegt één man niets, maar deze man is niet
alleen van beteekenis in den Bond, waarvan hij Secretaris
is, maar, en dit werd gevoeld door velen der aanwezigen,
hij representeert een type, dat in mannelijke zelfgenoegzaamheid en zelfoverschatting de vrouw, baar streven en
werken, niet waardevol genoeg vindt om er zijn tijd aan
te offeren.
De heer Manassen niet de eenige journalist in ons
land over wiens hoofd het Feminisme is heengestormd
zonder dat zelfs een windzuchtje hem heeft geraakt. De
Van Dag tot fla^-schrijver van het Handelsblad gaf 4
Maart 1.1. een artikel vol spot en hoon tegen de Suffragettes, die hij zegt te zijn : //hysterische, zenuwachtige,
overspannen wezens", vrouwen in goeden doen, die haar
zinnetje willen doordrijven en die hij veroordeelt zonder
aan te brengen ook maar één motief ter harer verontschuldiging, terwijl hij, als echt ridder gelijk hij is, zich
schaart aan de zijde der onschuldig belaagde Engelsche
regeering, die, chevaleresque als hij, toch niet krachtig,
forsch, ruw kan optreden tegen het zwakkere geslacht. In
dat geding, waarbij strengelijk zijn geweerd advocaten en
getuigen, zegt de aanklager: //Neen, de suft'ragetten kennen
de mannen niet! Zij schijnen te gelooven dat op mannen
geen invloed te oefenen is door een beroep op hun verstand, hun denkvermogen, hun geweten, hun gevoel van
recht en billijkheid „en iets verder": //de misdaden door
de suffragettes gepleegd verstokken en verharden den man
tegen de geheele beweging, die toch zooveel nobels en
schoons heeft en die geen vinniger vijanden heeft dan
deze zelfde suffragettes" en bewijst door deze akte van
beschuldiging, dat hij niets, totaal niets afweet van de nu
alreeds zeven en veertigjarige Engelsche vrouwenkiesrecht-beweging, welke heeft getoond, dat Engelsche
regeeringsmannen totaal ongevoelig zijn voor een beroep
op hun verstand, hun denkvermogen, hun geweten, hun
gevoel van billijkheid en recht. Acht en dertig jaar lang,
Mijn lieer Boissevain, hebben de Engelsche vrouwen op de
meest beschaafde wijze, door met de mannen samen te
werken in den verkiezingsstrijd, hen op het kussen te
helpen, beproefd wakker te schudden hun besef voor
recht met het resultaat, dat in het parlement zij werden
belachen, bespot, obscene praatjes over haar werden ten
beste gegeven en eindelijk als slotapotheose door de
regeering werd voorgesteld om, gebruik makende van de
door de vrouwen gebezigde energie, het door haar geofferde geld eu de ondergane gevangenisstraffen, waardoor het
kiesrechtvraagstuk in Engeland was naar voren gebracht,
het kiesbiljet in handen te leggen van jongens van 21 jaar,
hnn aldus de macht gevende wetten voor te schrijven aan
alle Engelsche vrouwen.
Neen, mijnheer Boissevain, niet de Engelsche mannen
zijn geplaagd, gesard, maar de vrouwen, jaren en jaren
lang, edoch zooiets nietigs aan uw aandacht ontsnapt; nu
de quaestie belangrijk genoeg om u er mede te occupeeren. Sylvia Pankhurst eindigt haar The Suffragette,
 

Evolutie [1912], 24 - 1/8

Volgende