3» Jaattgang.
(Htumsöag \g Hehruïtri \8<)6.
Tf. 47.
WEEKBLAD VOOR DE VROUW.
Onder niedowerking van de H.H. D. DE CLERCO,, Nunspcet (Gelderland); Mr. Louis FRANK, Brussel GERARD G. LENSELINK, Amsterdam; on de Dames: Aio
FICKERT on OTTILIE TURNAU Weenen; WARNER SNOAD on Mis. GRENFELL, Engeland; JOHANNA, schrijfster van „liet Kocht der Vrouw": MARIE I'OPELIK, doctor in do
rechten, Brussol; STELLINOWERF—JENTINK, Leeuwarden; H. COHEN, W. DRUCKER, TH. SCHOOK—HAVER, JOH. SOHMIDT, Amsterdam.
1
M I
'

>
'—"
IIIIIIHilllH
III.IM
III
Abonnementsprijs per 3 maanden .
Voor België'
t Overige Buitenland on Ned.-indië
Afzonderlijke Nummers . . . .
f 0.75
„ 0.82»
• '-02'
„ 0.0S
Bureau van Redactie en Administratie:
Sarphatipark 61,
AMSTERDAM.
AdvertentiÖn per regel
f 0.15
Groote letters naar plaatsruimte.
Bockaankondigingen per regel . . . . 0.10
en 1 :; maal.
Aanvragen om betrekkingen. . . . „ 0.8»
lltlMIII
II M
I l l l l l l
I
l i l "
IIIH
MMIIMMMMMMMIMMIMIIII
Ml tl
IIIMII
Illllllllllll
I
I
Ml
IIIIIMI
MM II

INHOUD. 4»
Niet in liet Familieverband.
Buurtvercenigiiigen.
Een Vader.
Het recht van de vrouw.
Binnen de Grenzen.
Van uit den Vreemde.
Vergaderingen.
Feuilleton.
Advertcntiën.
I^bf in fyë 'J^mtlUbwbanb.
Vervolg.
Het resumé van de wederlegging des Heeren M. in
deze is: vrees voor schandaal is misplaatst. „ . . . . schandaal kan alleen zijn gelegen in of worden veroorzaakt door
het feit, waarnaar onderzoek wordt gedaan," zegt hij, om
daarna even in herinnering te brengen, dat alle onderzoek
naar het vaderschap volstrekt niet behoeft te geschieden
ter oorzake van eenig schandelijk feit. Het buiten-echt
vader- of moeder-zijn heeft op zich zelf niets honteux —
in enkele streken van ons vaderland is de sexueele gemeenschap tusschen minnenden zelfs schier usance. Schandaal geeft het onderzoek dus eerst als daar heeft plaats
gehad verleiding, schending van trouwbelofte of anderszins".
Hoe men nu in dusdanige gevallen vreest voor schandeoplooping van den verleider, terwijl men terzelfder tijd in
ruime mate schande stapelt op het hoofd der verleide,
is den Heer M. niet recht duidelijk. Zoo iets noemt hij „struisvogelpolitiek". Het feit zelf toch wordt niet ongedaan
gemaakt door de niet-procedure, alleen wordt daardoor
gestraft de bestolene in stede van den dief. Buitendien,
de angst voor het publiek-worden van delicate zaken heeft
den wetgever niet wederhouden straf te stellen op verkrachting, koppelarij, gemeenschap met kinderen, het onderzoek naar het moederschap, enz. — als hoofdmotief voor
echtscheiding is zelfs door hem gesteld: bewijsbaar overspel.
De geheele op vrees van schandaal berustende tegensparteling in deze komt den Heer M. dan ook voor slechts te zijn:
het resultaat „van de laffe theorie der tweeërlei moraal",
een zich in de zeden ingedrongen hebbende „teergevoeligheid voor den natuurlijken vader, die men voor de natuurlijke
moeder niet overheeft." Bovendien kan schandaal —
waarmede louter en alleen maar bedoeld wordt publiciteit
— vermeden worden door het onderzoek-proces te voeren
met gesloten deuren.
Vrees voor afpersing (chantage) heeft in. .des. Heeren
M.'s oog al niet veel meer waarde dan vrees voor schandaal. Trots Bigot-Préameneu's taal: „l'homme dont la
conduite était la plus pure, celui même dont les cheveux
avaient blanchi' dans 1'exercice de toutes les vertus
n'étaient point a 1'abri de 1'attaque d'une femme impudente,
ou d'enfans qui lui étaient étrangers
1 )," behoort thuis op
het tooneel niet in de werkelijkheid. Mannen, tvuuiiijk
zedelijk, waarlijk plichtvol, hetzij dat hun schedel dan gedekt zij door grijze, blonde of zwarte haren, zullen zich
niet zoo ongerust behoeven te maken — zedelooze vrouwen
zijn te verstandig om onder dezulken te gaan zoeken haar
dupes. Daarenboven, publiciteit is de moordenares van alle
chantage — schijn-deugd, .schijn-vroomheid dokt af ter
wille van het groote „men", niet ter wille van een binnenkamers-proces.
De onbewijsbaarheid of liever de moeielijkheid van
afdoend bewijs van het vaderschap wordt door den Heer M.
juridisch behandeld. Tegen het maar al te vaak aangevoerde, dat de conceptie is een interne verrichting, dus niet
waarneembaar, voert de Heer M. het feit aan dat het
„intern" een groote rol speelt in onze rechtspraak. Bij
procedures wordt immer aangenomen het bewijs van eenige
daadzaak uit de afleiding van andere, wel bewijsbare daadzaken. Zonder het accepteeren van indirecte gegevens,
steunende op vermoedens, geen recht-doen in burgerlijke
zaken mogelijk. De afstamming van wettige kinderen,
evenmin bewijsbaar als van onwettige, is gebaseerd op
het vermoeden, dat de gehuwde vrouw uitsluitend gemeenschap heeft met haar echtgenoot; bij het onderzoek naar
het moederschap wordt de identiteit van het kind afgeleid
naar de bijkomende omstandigheden; overspel, waarbij men
getuigen niet pleegt te roepen, gelijk de Heer M. zegt,
wordt in de meeste gevallen uitgesproken op entoureerende
feiten, gevolgtrekkingen.
Trouwens de onbewijsbaarheid, waarop heet gegrond
art. 342, is door ons Strafwetboek al reeds te niet gedaan.
Dit toch erkent gevallen, waarbij het vaderschap, niet alleen is aanneembaar, maar moet beschouwd worden te
') De man, wiens levenswijze was onbesmet, zelfs hij grijs geworden bij het beoefenen van allo deugden, was niet gewaarborgd
tegen de beschuldiging eener ontuchtige vrouw of die van hem geheel
vreemde kinderen.
 

Evolutie [1895], 47 - 1/8

Volgende