Refine your search
Titel tijdschrift
Uitgave jaar
Uitleenstatus
- Toon resultaten : 20
gender, etniciteit en (post)kolonialisme : jaarboek voor vrouwengeschiedenis 27
- Categorieën
- Book/Boek
- Maker
- Geudeker, Eva > (red.)
- Maker
- Gouda, Frances > (red.)
- Maker
- Poldervaart, Saskia > (red.)
- Maker
- [et al.]
- Medewerker
- Stam, Dineke
- Uitgave jaar
- 2007
- Vindplaats
- NED 10 2007 - B
- Samenvatting
- Aandacht voor de rol van etniciteit en gender in de (post)koloniale geschiedenis. Bevat de volgende bijdragen: Gender en etniciteit, gisteren en vandaag : God en de Pisangtuin: feminisme, zedelijkheid en koloniale intimiteit, 1890-1905 : ''t is dan ook geen alledaagsch gezicht, zoo’n paar echte Indianen’: een Indiaanse show in Nederlandse kranten en tijdschriften, 1905 : Liefde in de koloniën: het Afrikaanse madamato vanuit postkoloniaal perspectief : Duizend-en-één verhalen van een nacht: representaties en interpretaties van Indische vrouwelijkheid : Kolonisatie als onderzoeksvariabele : historische en hedendaagse beelden van en relaties tussen islam, vrouwen en democratie : Vrouwenhandel: de morele (feministische) paniek voorbij? : ‘Ze was eigenlijk dokter’: een dubbelportret van Aletta Jacobs en Sophie Redmond : Haar Geschiedenis [recensie lancering website Haargeschiedenis.nl door ZAMI, Marokkaanse Vrouwen Vereniging Nederland, (voormalige) Indisch Huis en IIAV op 17 februari 2007].
er zijn genoeg vrouwen met ervaring : er zijn genoeg vrouwen met lef : er zijn genoeg vrouwen met visie
- Categorieën
- Article/Artikel
- Titel tijdschrift
- Vrouwenbelangen
- Jaar van tijdschrift
- 1995
- Nummer van tijdschrijft
- 1
- Maker
- Klappe, Karine
- Maker
- [et al.]
- Medewerker
- Stam, Dineke
- Thesaurusterm (NL)
- politici, politieke participatie, provinciaal beleid, emancipatiebeleid, besturen
- Samenvatting
- Themanummer over vrouwen in de Provinciale Staten. Aan het woord komen enkele vrouwelijke lijsttrekkers over provinciaal emancipatiebeleid. Er worden aanbevelingen gedaan m.b.t. het emancipatiebeleid en er wordt aandacht besteed aan de participatie van vrouwen in maatschappelijke organisaties. Tevens komen drie pabo-studenten aan het woord over hun inbreng in de politiek, emancipatie en de opvoeding.
- Categorieën
- Article/Artikel
- Titel tijdschrift
- Historica
- Jaar van tijdschrift
- 2023
- Nummer van tijdschrijft
- 2
- Maker
- Bosch, Mineke
- Maker
- Meijer, Maaike
- Maker
- Mak, Geertje
- Medewerker
- Stam, Dineke
- Medewerker
- Bijl, Greetje
- Medewerker
- Redmond, Roline
- Medewerker
- [et al.]
- Thesaurusterm (NL)
- wetenschappelijke beroepen, feminisme, diversiteit, Nederland, congresverslag
- Samenvatting
- Op 12 september 2022 is een congres gehouden ter gelegenheid van het afscheid van hoogleraar Mineke Bosch, getiteld 'Telling lives in science'. Deze gelijknamige congresbundel bevat de verhalen van sprekers over thema's zoals wetenschapsbeoefening, autobiografische dimensies van wetenschap, feminisme en verzet en erkenning van het slavernijverleden van witte mensen. Met bijdragen van Mineke Bosch, Maaike Meijer, Geertje Mak, Dineke Stam, Greetje Bijl, Mineke van Essen, Marian Mourits en Rosemarie Buikema.
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, religieuze praktijken, kindermishandeling, kinderarbeid, moeder dochterrelatie, ouders kindrelatie, Nederland, 20e eeuw, 1950-1999, interview (vorm), oral history
- Samenvatting
- “Ik wil niet dat je zo slecht wordt als je moeder” DWRK02 is geboren te Den Haag op 4 maart 1943. Ze groeit op als middelste kind – ze heeft nog een oudere broer en een jonger zusje – in een katholiek gezin. Echt gelovig zijn ze niet. Moeder is huisvrouw, vader werkt in de horeca. DWRK02 voelt zich een ongewenst kind. Ze krijgt geen liefde, wordt nooit aangehaald, en krijgt altijd straf. Vanaf haar derde worden er lelijke dingen tegen haar gezegd, ze wordt uitgemaakt voor een vies, lui en langzaam kind. Ze vind het niet fijn thuis, ze is bang voor haar moeder. In haar herinnering worden haar broertje en zusje op een andere manier behandeld. Straf krijgt ze bijvoorbeeld omdat ze haar broertje niet goed naar school begeleidt, maar ook als ze ziek is, is het haar schuld. De ergste mishandeling die ze zich van moeder herinnert, is dat ze door haar tot bloedens toe geboend wordt, in het zicht van haar broer. Erover praten met anderen kan ze niet, moeder wil niet dat ze de vuile was buiten hangt. Ze gaat naar de kleuterschool. Ze mag geen vriendjes en vriendinnetjes mee naar huis nemen, en evenmin bij hen spelen. Financieel is het een ‘normaal’ gezin. Moeder is een knappe vrouw die zich veel bezighoudt met muziek en graag uitgaat. Vanaf haar twaalfde koopt moeder geen kleren meer voor haar, wast en verstelt ze evenmin. DWRK02 leest graag boeken, maar moeder verscheurt ze. Waarom? Terugkijkend noemt ze haar moeder een narcist. Hysterisch en sadistisch is ze. De buren hebben in de gaten dat er van alles mis is in het gezin, maar het lukt niet om in te grijpen. Ook vader geeft haar soms een pak slaag, waar moeder dan lachend bij staat te kijken. Als moeder in verwachting is van haar zusje, wordt DWRK02 op kostschool gedaan. Daar heeft ze het fijn, maar omdat moeder de school niet betaalt, moet ze er na anderhalf jaar weer vanaf. Ze gaat vervolgens naar een katholieke, particuliere meisjes mulo. Ook dat is van korte duur, omdat ze geld heeft gestolen. Moeder wordt uit de ouderlijke macht ontzet, vader doet zelfstandig afstand van de ouderlijke macht. DWRK02,- ze is dan veertien - komt onder voogdij te staan en wordt overgeplaatst naar de Goede Herder in Bloemendaal. Daar zal ze drie maanden ter observatie verblijven. Aan Bloemendaal heeft DWRK02 niet veel slechte herinneringen, de mensen zijn aardig en ze is er relatief vrij. Dan wordt ze geplaatst in de Goede Herder te Leiderdorp. De deuren gaan op slot. Ze krijgt een chambrette, een kastje en een teil om je in te wassen. Vanaf nu is ze een nummer. Ze gaat nog een jaar naar school, in Leiden. Een dag in de Goede Herder bestaat uit wassen, aankleden, op je knieën voor je chambrette het ochtendgebed, naar de kerk voor de heilige mis, je bed opmaken, ontbijten. Daarna aan het werk in de strijkkamer, naar de kerk voor het Lof, avondeten. ’s Avonds met de andere meisjes in de huiskamer, waar je geacht wordt ook nog iets nuttigs te doen, bijvoorbeeld naaien. Praten over privézaken is niet toegestaan. Om 21uur naar bed. Hoewel het regime streng is en ze veel straf krijgt, zijn er ook mensen waar ze goed bij terecht kan, zoals moeder Lioba. DWRK02 volgt een aantal cursussen, zoals steno en typen. Ze mag pianospelen, op ballet en toneel. Het werk dat ze doet – van maandag tot en met zaterdag – wordt niet betaald. Dit doet ze van haar vijftiende tot haar twintigste. Op haar twintigste verhuist ze naar een tehuis voor werkende meisjes in Scheveningen, ‘Claere Fonteine’, en ze gaat werken als typiste. Ze blijft daar tot december. Dan gaat ze de vrije wereld in. Ze geniet van het vrije leven en probeert alles in te halen. Ze trouwt en krijgt een dochter. Eenmaal zelf moeder begrijpt ze helemaal niet hoe haar moeder zo heeft kunnen zijn. Op de vraag waarom ze in deze instelling zo slecht behandeld werd, geeft moeder-overste als antwoord: “Ik wil niet dat je zo slecht wordt als je moeder”. Gevolgen heeft het zeker gehad, A. heeft altijd een schuldgevoel en is voortdurend bang om iets verkeerd te doen. Toch denkt ze dat ze het beter heeft gehad dan de anderen.
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, moeder dochterrelatie, vader kindrelatie, opvoeding, onderwijs, kinderarbeid, seksuele intimidatie, opvangcentra, hulpverlening, moederschap, Nederland, 20e eeuw, interview (vorm), oral history
- Samenvatting
- “Je kan beter strijden, dan slachtoffer zijn.” DWRK05 is geboren in 1961, te Utrecht. Vader werkt in de horeca, hij is van jongs af aan echt haar maatje. Hij verwent haar en geeft aandacht. Moeder houdt zich bezig met de opvoeding en corrigeert: daarnaast werkt ze in de huishouding bij andere gezinnen. Later blijkt dat moeder ook een aantal jaren bij de nonnen in Almelo heeft gezeten. Vanaf de peuterspeelzaal bezoekt DWRK05 katholieke onderwijsinstellingen. Haar ouders hebben een slecht huwelijk en scheiden als DWRK05 in de vierde klas zit. Ze wordt daar op school mee gepest en is daarom vaak boos en verdrietig, ze voelt zich niet meer veilig op school. Tegen haar zin moet ze bij haar moeder blijven wonen, waar ze veel ruzie mee heeft. Met het katholieke geloof heeft ze weinig meer, ze stelt te veel vragen en krijgt daarom straf. In de zesde klas mag ze naar een openbare school. Moeder krijgt een verhouding met een veel oudere man, waar J. zich erg tegen verzet. Vader ziet ze elk weekend. DWRK05 ontvlucht het huis en hangt veel op straat. Ze gaat, inmiddels 12 jaar, zelf naar de Raad voor de Kinderbescherming om hulp te vragen, maar ze mag nog steeds niet bij haar vader wonen. Wel vindt men het een goed idee als ze een jaar naar een tehuis zou gaan, voor werkende en studerende meiden (‘Het Baken’ in Utrecht). Ze blijft daar tot ca 1975. Inmiddels is moeder voogdes, en vader toeziend voogd. DWRK05 spijbelt veel van school, Via de Kinderbescherming wordt DWRK05 naar Huize Alexandra gestuurd, een instelling van de Goede Herder in Almelo. Huize Alexandra zit in een statig pand. Nadat vader haar aflevert, gaat de deur op slot. Zij krijgt een nummer en moet dit meteen in al haar kleding naaien. Daarna komt ze ‘op de groep’. Haar slaapplaats is een chambrette, op een grote slaapzaal. Een bed, een kast en een wasbak, met een gordijntje ervoor. De nonnen kiezen welke kleding in haar kast mag. Aan de eettafel heeft iedereen een vaste plek. Er wordt gebeden en je krijgt een boterham. Sommigen moeten afwassen. Dan in de rij naar boven, naar de naaizaal. Het werk bestaat uit etiketjes innaaien en handdoekjes omzomen. In een andere zaal wordt kleding genaaid. Een kleine pauze met koffie. De meisjes moeten hard en netjes werken. Tussen de middag is er warm eten. En een kleine versnapering (sigaretten of snoep), als je je goed hebt gedragen. Praten mag alleen in de groep, nooit met zijn tweeën. ’s Middags terug naar de naaizaal. Na de avondboterham zitten de meisjes in de huiskamer, waar je als groep gezamenlijk een TV-programma mag kiezen. Zaterdag en zondag naar de kerk. DWRK05 ervaart het als een gevangenis. Ze is vaak in verzet en wordt dan gestraft met eenzame opsluiting of intrekking van haar weekendverlof. De scholing, waar DWRK05 op gehoopt had, komt slechts langzaam en mondjesmaat op gang. Ze mag uiteindelijk een aantal vakken volgen. En daar examen in doen. Als ze alle vakken gedaan heeft, mag ze naar de mavo in Almelo. Als ze een weekend op verlof is in Utrecht, besluit ze om niet meer terug te gaan. Dat mislukt. Ze leert mee te bewegen met wat er van haar verwacht wordt, ondanks het onrecht dat haar wordt aangedaan. Uiteindelijk lukt het haar om met behulp van het JAC* in Almelo en de Belangenvereniging Minderjarigen** uit Alexandra te raken. DWRK05 is dan bijna zestien. Ze begint haar vrije leven in een studentenhuis in Enschede en krijgt een baan. *Jongeren Advies Centrum, opgericht in 1971 [red.] **Belangenvereniging Minderjarigen (BM), opgericht in 1971 [red.]
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, mishandeling, seksuele intimidatie, onbetaalde arbeid, moeder dochterrelatie, vader kindrelatie, Nederland, 20e eeuw, 1950-1999, oral history, interview (vorm)
- Samenvatting
- DWRK03 is in Schiedam geboren (1947), als oudste van vier meisjes. Haar vader is schilder en lijstenmaker, moeder is huisvrouw. Ouders scheiden na de komst van het laatste zusje. Het gezin woont in Maastricht, waar DWRK03 ook naar de rooms-katholieke lagere school gaat. De katholieke inbreng is van vaders kant, moeder is niet religieus. DWRK03 zegt het goed te hebben bij haar moeder. Toch moet ze – als ze zeven of acht is – naar een kindertehuis voor meisjes én jongens, ‘De Kommel’, om de hoek bij haar lagere school. Waarom is haar nooit verteld, misschien door haar vader? Haar moeder zal haar – zonder succes – proberen terug naar huis te halen. Vader lijkt minder van haar te houden, maar echt slecht behandelt hij haar niet. DWRK03 moet nu naar Mook, waar het minder fijn is. Ze wordt meteen aan het werk gezet – ze is dan ongeveer 11 jaar – en wordt gestraft voor onhandigheid. Hierna moet DWRK03 naar een meisjesinternaat in Maastricht, geleid door nonnen en een priester. Daar is ook een schooltje, waar ze leert schrijven. Haar werk is voornamelijk van huishoudelijke en dienende aard. Ook hier wordt ze weer gestraft, veelal voor iets wat iemand anders heeft gedaan. Straf bestaat onder andere uit extra schoonmaakwerk en het intrekken van het weekendverlof. Na Mook moet DWRK03 naar de Goede Herder in Tilburg. De deuren gaan achter haar op slot, de ramen hebben spijlen. Het lijkt wel een gevangenis. Het grasveld is hoog ommuurd. Je hoort wel mensen en auto’s, maar zien kan je ze niet. Ze komt niet meer buiten. Ze is dan ca 15 jaar. In Tilburg slaapt DWRK03 in een chambrette. Na het opstaan en wassen moet ze naar de mis. Na het ontbijt meteen door naar de strijkkamer, waar ze ook moet stijven. Zwaar werk en heel vermoeiend, ze moet de hele dag staan. Bij thuiskomst meteen weer naar de mis en eten. ’s Avonds mag ze iets voor zichzelf doen, hoewel er ook huishoudelijke taken liggen. Op de enige vrije dag, zondag, mazen de meisjes truien, waar ze een sigaret mee verdienen. Alles gaat op slot, behalve de wc, die moet juist open blijven. En douchen moeten ze gezamenlijk. Intussen stichten de zusters van de Goede Herder in Someren een nieuw klooster, ‘Huize Witven’. Als dat in 1963 afgebouwd is, verhuist DWRK03 daarheen, met alle andere bewoners van de vorige instelling in Tilburg. Ze krijgt een eigen kamer. En ze kan meer naar buiten kijken, naar de bossen. Er is een TV. Verder is de dagindeling onveranderd. Vroeg op, naar de mis, hard werken in de wasserij, achter de mangel. Er wordt gewerkt voor hotels en restaurants. Betaald is ze nooit voor het werk, ze kreeg wel eens een fiets. Ook in Someren krijgt DWRK03 straf, omdat ze probeert weg te lopen naar haar moeder. Ze wordt een week opgesloten in een klein celletje. Als DWRK03 achttien is, mag ze buiten de instelling gaan werken. Als ze bijna twintig is, wordt ze zwanger en gaat bij haar moeder wonen. Ze staat dan nog onder voogdij. Terugkijkend realiseert DWRK03 zich dat ze nooit een echte ‘kinderjeugd’ heeft gehad, noch een puberteit. Ze noemt het een echte hel. En niet normaal dat je niet betaald krijgt voor dat vele werk. Maar ze is ook dankbaar dat ze er veel geleerd heeft, op huishoudelijk gebied. *Mook is een observatiehuis [red.]
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- lesbische vrouwen, maatschappelijk werkers, emancipatie, tijdschriften, directeuren, besturen, Nederland, 20e eeuw, 21e eeuw, 2000-2009, 2010-2019, oral history
- Samenvatting
- Oral history interview met LV05, geboren 1 november 1953 te Utrecht. LV05 groeit op in Utrecht als oudste in een gezin van vier meisjes. Haar vader was elektrotechnicus en haar moeder kluste thuis bij als naaister. In het interview vertelt LV05 over haar jeugd en haar middelbareschooltijd. In 1973 gaat LV05 studeren aan de Sociale Academie in Amsterdam waar ze in 1978 afstudeert. Tijdens haar studie loopt LV05 stage bij het COC, onder andere bij de werkgroep voorlichting en de vrouwengroep. In Amsterdam raakt zij meer betrokken bij de vrouwenbeweging en richt zij met anderen het Lesbisch tijdschrift Diva op: daarnaast schreef zij in het Lesbisch Prachtboek, samengesteld door Maaike Meijer, Mieke van Kasbergen, Ineke van Mourik en Dorelies Kraakman. Na haar afstuderen gaat LV05 werken bij de Schorerstichting, toentertijd onder leiding van Riek Stienstra. Ze werkt als preventiemedewerker. In het interview vertelt ze over verschillende publicaties en projecten, onder andere over de tentoonstelling 'Goed Verkeerd' in het Amsterdams Historisch museum. In 1989 gaat LV05 weg bij de Schorerstichting en wordt ze de eerste vrouwelijke directeur van het COC. Ze vertelt over haar tijd als voorzitter en de veranderingen die zij doorvoerde. Na zes jaar als voorzitter stopt LV05 in 1996 bij het COC. Hierna werkt zij tot 2005 als district-manager bij Humanitas kinderopvang. Van 2006 tot 2014 is LV05 directeur van Wandelnet. Aan het einde van het interview vertelt LV05 over de actuele vrouwen- en homo-emancipatie in Nederland. Ze praat over haar hobby’s en interesses en laat foto’s zien uit onder andere Diva en de Schorerstichting.
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, moeder dochterrelatie, vader kindrelatie, opvoeding, mishandeling, kinderarbeid, alleenstaande moeders, abortussen, Blijf van m'n Lijf, Nederland, 20e eeuw, 1960-1969, oral history, interview (vorm)
- Samenvatting
- “Als je niet opvalt, gaan ze ook niet over je vallen.” DWRK04 is geboren in Rotterdam (1953): haar moeder is dan alleenstaand. Als DWRK04 twee is, krijgt ze een stiefvader, die haar tot haar zevende probeert op zijn naam te zetten. Daar slaagt hij niet in. Vanaf dat moment is ‘vader’ niet meer aardig tegen haar. Ze moet het huis uit, naar een kolonie bij de nonnen. Daar zit ze een week of negen. Daarna woont ze weer twee jaar thuis, tot stiefvader haar probeert te wurgen. Vanaf haar negende gaat DWRK04 eerst naar oma, daarna naar ‘Intermezzo’* en naar het rooms-katholieke ‘Lucia’**, in Rotterdam. Ze wordt steeds plotseling uit huis gestuurd en zit korte periodes op veel plaatsen, ook in Schiedam, Oosterwijk en Oosterhout. Op een bepaald moment lijkt DWRK04 een patroon te zien: als haar stiefvader thuis komt – hij zit bij de Marine – wordt zij weer weggestuurd. Ze denkt dat moeder haar zo wil beschermen tegen haar stiefvader. Wanneer DWRK04 veertien is, mag ze naar haar tante in Breda, daar heeft ze het fijn. Maar ook hier wordt ze weggehaald en in 1967 naar ‘Larenstein’*** in Velp gebracht, onder het mom dat ze van huis is weggelopen. Ze krijgt een voogdes. In Velp heeft ze het niet prettig. Haar eigen kleren worden afgenomen, het is er somber, ze ervaart het als een gevangenis. Werken moet ze in de strijkkamer, van acht tot vijf. Betaald wordt ze er niet voor. Ze voelt zich heel alleen, echte vriendschappen zijn er niet, je bent altijd aan het werk. Wel haalt ze een huishoudcertificaat, na het intern volgen van de huishoudschool. Een dag op Larenstein betekent om 6 uur opstaan, wassen met koud water, aankleden, in de rij naar beneden. Alles in stilte. Praten mag je pas aan het ontbijt. Dan naar de strijkkamer. Het werk is zwaar en steeds staand, zelfs tijdens de koffie. Om 12 uur warm eten. Na de avondboterham is er vrije tijd om iets voor jezelf te doen. Een TV is er nog niet, wel een radio, hoewel de nonnen bepalen waar je naar luistert. Slapen doen ze in een chambrette, waar een bed in staat, een wasbak, een kledingkast en een stoel. Geen enkele privacy. Na 21 uur moet het stil zijn. Op zaterdag hebben ze een halve dag vrij. Ze moeten één keer in de week naar de kerk, en één keer per week biechten. Er wordt veel straf uitgedeeld (gedwongen voeden, kots opeten, minder sigaretten verdienen), maar DWRK04 probeert dat zo goed mogelijk te voorkomen: “Als je niet opvalt, gaan ze ook niet over je vallen.” Ze heeft heimwee en mist haar familie. Na twee en een half jaar in Larenstein, haalt vader haar in november 1969 op om naar huis te gaan. Ze is dan bijna zeventien. Ze kan meteen weer aan het werk, van de ene gevangenis naar de andere. Nu verdient ze wel geld, maar ze mag het niet houden. DWRK04 voelt zich monddood gemaakt, gewend om naar de pijpen van een ander te dansen. Altijd bang voor de gevolgen. Op latere leeftijd krijgt ze last van depressies. Haar leven komt uiteindelijk weer op de rails door contacten binnen de Evangelische gemeenschap, daar heeft ze de ware liefde van God leren kennen en wordt ze geaccepteerd zoals ze is. Haar ouders vergeeft ze, “dan kan je ook weer verder met je leven”. * Intermezzo is een opvanghuis [red.] **Het St. Lucia-gesticht, opgericht door de Paters Minderbroeders in 1866 [red.] ***Huize Larenstein is een van de huizen van de Goede Herder [red.]
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- lesbische vrouwen, christendom, maatschappelijk werk, gender, therapieën, vrouwenbewegingen, kunsten, tentoonstellingen, 20e eeuw, 21e eeuw, oral history
- Samenvatting
- Oral history interview met LV04, geboren 28 juli 1937 te Amsterdam. LV04 is de oudste van vier kinderen en groeit op tijdens de Tweede Wereld oorlog. Vanwege de oorlog verhuist ze tijdens haar jeugd van Amsterdam naar Santpoort, terug naar Amsterdam, en tijdens de hongerwinter naar kennissen in Limmen. Na de oorlog keert de familie LV04 terug naar Santpoort, haar vader werkt op het kantoor van de scheepvaartvereniging Noord in Amsterdam. In het interview vertelt LV04 over haar jeugd: haar betrokkenheid bij de Vrijzinnige Christelijke Jeugd Centrale (VCJC), hoe het was om jong te zijn tijdens de oorlog, en dat ze als kind liever een jongetje wilde zijn. Vanaf haar vijftiende gaat LV04 naar de HBS in Haarlem waarna ze maatschappelijk werk gaat studeren aan de Sociale Academie in Amsterdam. LV04 vertelt over haar keuze voor de Sociale Academie en haar besluit een kunstzinnige carrière naast zich neer te leggen. Aan het einde van haar opleiding aan de Sociale Academie gaat LV04 stage lopen bij kindertehuis Ellinchem te Ellecom (Gelderland). Ze blijft daar ongeveer 15 jaar werken. In het interview vertelt ze over haar werk bij Ellinchem en haar eerste relatie met een vrouw, die daar begint. LV04 vertelt over de (conversie-)therapie (therapie met als doel haar seksuele gerichtheid te veranderen) die ze na aanleiding van deze relatie volgt. Later begint LV04 deeltijd bij de Sociale Academie Amsterdam te werken waar ze haar seksualiteit niet hoeft te verbergen. Vanaf 1975 werkt LV04 voltijd in Amsterdam, en vanaf 1978 op het Kopse Hof in Nijmegen. In Nijmegen raakt ze betrokken bij de vrouwenbeweging. LV04 stopt uiteindelijk met lesgeven en volgt alsnog de kunstenaarsopleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten te Arnhem. Ze studeert in 1989 af. In het interview vertelt LV04 over haar eerste kunstprojecten, onder andere een expositie van lesbische kunstenaars waar ze haar huidige vriendin fotograaf Marian Bakker ontmoet. Samen met Bakker organiseert LV04 veel projecten waaronder de internationale foto-expositie Lesbian ConneXions, voor het eerst georganiseerd in Amsterdam tijdens de Gay Games in 1998. Met Lesbian ConneXions reisden LV04 en Bakker naar verschillende landen in Europa. In het interview vertellen ze over hun ervaringen in het voormalige Joegoslavië en de Balkan. Aan het einde van het interview laten Bakker en LV04 verschillende foto’s zien en vertellen ze over andere, gezamenlijke en individuele, projecten.
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- lesbische vrouwen, andragogie, vrouwenbewegingen, homobewegingen, maatschappelijk werk, politieke participatie, besturen, politieke partijen, Nederland, 20e eeuw, 21e eeuw, 2000-2009, 2010-2019, oral history
- Samenvatting
- Oral history interview met LV03, geboren 25 november 1942 te Amersfoort. LV03 groeit op in Markelo, waar haar vader directeur van de Volkshogeschool is. Ze heeft één drie jaar oudere broer. In het interview vertelt LV03 over haar jeugd in Markelo, waar ze zich vaak eenzaam en een buitenstaander voelde. Ze legt uit hoe haar jeugd en opvoeding tekenend zijn geweest in haar verdere leven. LV03 gaat in Almelo naar het lyceum. Daarna gaat ze sociale psychologie en pedagogie (later andragologie genoemd) studeren, aan de Universiteit van Amsterdam. Tegen het einde van haar studie ontwikkelt LV03 een project voor de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH). Via de NVSH raakt ze meer betrokken bij de vrouwenbeweging. Ze wordt actief bij het Vrouwenhuis en de Feministische Oefengroepen Radikale Therapie (FORT). LV03 geeft van 1972 tot 1975 les op de Sociale Academie in Amsterdam. Hierna werkt ze als opbouwwerker in een nieuwbouwwijk in Alkmaar en als coördinator van een buurthuis in Amsterdam. Terwijl ze nog lesgeeft op de Sociale Academie, wordt LV03 lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). In 1982 wordt ze namens de CPN lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In het interview vertelt LV03 over haar lidmaatschap van de CPN en haar ervaringen als parlementslid. LV03 beschrijft enkele belangrijke politieke momenten, zoals de parlementaire enquête naar de werf van Rijn-Schelde Verolme (RSV) en haar rol als het eerste openlijk lesbische kamerlid. In 1986 krijgt de CPN niet genoeg stemmen voor een zetel in de Tweede Kamer en wordt de partij opgeheven. Hierna wordt LV03 stadsecretaris van De Pijp in Amsterdam en is ze actief in het bestuur van het Lesbian and Gay Filmfestival, de Schorerstichting en Opzij. Aan het einde van het interview reflecteert LV03 op huidige thema’s in haar leven zoals gezondheid, de huidige vrouwen- en homobeweging in Nederland, en reizen, met name naar Oost-Europa.
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- huisartsen, vrouwen in mannenberoepen, organisaties, sociale klasse, zorgarbeid, betaalde arbeid, diversiteit, hoogleraren, vrouwenbewegingen, Nederland, oral history
- Samenvatting
- VH05 werd geboren in juni 1948 in Elsloo. Het interview begint met bespreking van haar ouders en haar jeugd. Haar moeder was onderwijzeres en haar vader was docent op een muziekschool. Omdat er niemand in het gezin studeerde of gestudeerd had, was dit ook niet iets wat haar ouders en zijzelf voor ogen hadden toen VH05 naar het gymnasium in Maastricht ging. Het hoofd van haar voormalige lagere school moedigde haar aan om dit wel te gaan doen. Ze vertelt vervolgens uitgebreid over zowel haar lagere als middelbare schooltijd. Beide heeft ze als zeer plezierig ervaren. Een thema dat steeds terugkomt in haar verhaal is haar ervaring als kind uit een, in haar eigen woorden, laag milieu tussen kinderen uit een hoog milieu. Hierna gaat het interview verder over haar studententijd in Nijmegen, waar ze geneeskunde gaat studeren. VH05 herinnert zich dat ze “echt uit het gezin vertrok” en vol voor het leven in een nieuwe stad ging. Ze vertelt uitgebreid over haar studie en studententijd. Ze werd lid van een meisjes-dispuut van een studievereniging en hier kwamen veel fijne vriendschappen uit voort. Toen ze tijdens haar tweede studiejaar zwanger werd van haar eerste kind, heeft ze, zo zegt ze, veel steun gehad aan haar dispuutvriendinnen. Ook zegt ze dat het haar en Bert - haar ‘eerste echte liefde’ met wie ze ook meteen trouwde - vanaf het begin duidelijk was dat ze het kind zouden houden. Ze vertelt verder dat het weinig invloed had op haar studieverloop, in haar eigen woorden kon ze studie met moederschap goed combineren: drie maanden na de bevalling behaalde ze haar kandidaatsexamen. Door elkaar af te wisselen tijdens het lopen van coschappen, lukt het haar en Bert om op dezelfde dag samen af te studeren. Het gesprek gaat verder over hoe dit de tijd was waarin de vrouwenbeweging actief was en ze hierbij betrokken raakte. Samen met een groep ouders richtten ze een alternatieve crèche op, die opereerde vanuit een antiautoritaire filosofie. Ook vertelt ze dat ze zich in een interessante positie bevond als nieuwe generatie vrouwelijke arts, ten opzichte van de veel grotere groep mannelijke artsen. Het gesprek gaat vervolgens verder over de kinderen en haar broer en zussen. Hierna vertelt ze dat ze na haar studie de ambitie had om samen met Bert een huisartsenpraktijk op te richten. In eerste instantie solliciteerde ze bij andere praktijken maar ze werd afgewezen omdat, zo zeiden de huisartsen, hun patiënten geen vrouwelijke arts wilden. Ze was op dat moment de tweede vrouwelijke huisarts in Nijmegen. De praktijk waar ze uiteindelijk terecht komt, zal ze een paar jaar later ook overnemen. Die eerste jaren omschrijft ze als zwaar, omdat ze veel vrouwelijke patiënten aantrok die, zo meent ze, vaak onrealistisch hoge verwachtingen van haar hadden. Het gesprek gaat verder over de VVAO, een vereniging voor vrouwelijke artsen waarvan VH05 een van de oprichters is. De vereniging hield o.a. werkgroepen voor het leren omgaan met de moeilijke positie van vrouwelijke artsen in de gezondheidszorg. Ze zegt veel steun van de groep te hebben gehad. Naast haar huisartsen-werk gaat ze ook nascholingen aan artsen geven en promoveren in Nijmegen. Hierna volgt de aanstelling als hoogleraar Sekse specifieke Geneeskunde. Ook vertelt ze uitgebreid over haar specialiteit in sekse en diversiteit: dit waren zaken waarvoor nog weinig aandacht was in de geneeskunde. Ze omschrijft hierbij hoe druk het was om al haar werkzaamheden als arts, docent en hoogleraar te combineren, en welke veranderingen ze in haar vakgebied heeft waargenomen en waarvoor ze zichzelf actief heeft ingezet. Zo vertelt ze hoe ze protocollen opgesteld heeft en opvangvoorzieningen heeft geregeld voor vrouwelijke slachtoffers van seksueel misbruik. Een centraal thema in haar werk, zo geeft ze aan, is ‘vrouwen’. Zo besteed ze als wetenschapper veel aandacht aan vrouw-gerelateerde zaken, en was ze betrokken bij een meervoud aan projecten over vrouwspecifieke zaken. De vrouwenbeweging en haar positie als vrouwelijke arts hebben hier veel invloed opgehad.
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- sociologie, hoogleraren, liefde, relaties, gezinnen, echtscheidingen, emancipatie, Nederland, oral history
- Samenvatting
- VH04 werd geboren op 14 maar 1943 te Amstelveen. Het interview begint met een bespreking van VH04's jeugd. Ze is de tweede in een gezin van vier kinderen. Haar moeder was huisvrouw en haar vader werkte bij Shell. Omdat VH04 al voor het begin van de lagere school kon schrijven, ging zij meteen naar de tweede klas. Ze behaalde de beste punten van de klas. Dit was niet, zo zegt ze, omdat ze zelf zo gemotiveerd was, maar omdat haar moeder de ambitie voor haar had om een goede opleiding te volgen. Na de lagere school kan ze daarom doorstromen naar de zesjarige HBS. Hier blijkt zij met name talent te hebben voor bètavakken, zoals wiskunde en natuurkunde. VH04 vertelt verder dat ze als klein kind al versjes voordroeg aan mensen en hierdoor, zo denkt ze, heeft ze nooit angst gehad bij het spreken voor grote groepen. Na de middelbare school wil VH04 naar de toneelschool. Onder druk van haar ouders gaat ze echter studeren in Wageningen. VH04 vertelt dat haar moeder, meer dan haar vader, een hele sterke rol speelde in de belangrijke educatieve en carrièrekeuzes die ze gemaakt heeft: haar moeder heeft altijd verdriet gehad dat ze zelf niet heeft kunnen studeren. Het gesprek gaat verder over de studie in Wageningen: VH04 gaat meteen op kamers en, zo zegt ze, dat was in die tijd nog niet vanzelfsprekend en al zeker niet voor een vrouw. Als vrouw studeren was ook niet vanzelfsprekend: ze was één van de 33 vrouwen die dat jaar begon aan de Universiteit van Wageningen [toentertijd Landbouwhogeschool Wageningen]. Na het algemene propedeusejaar kiest VH04 voor de richting Agrarische Sociologie en niet, zo vertelt ze, omdat ze het per se interessant vond, maar omdat ze verliefd was geworden op haar, later, eerste echtgenoot en niet naar een andere universiteit wilde. Studeren, in haar eigen woorden, vond ze vrij saai, maar ze ging alleen studeren om verliefd te worden. Haar interesse lag vooral bij sociologie en niet bij de agrarische kant van het verhaal. Na haar studie trouwde ze en ging ze ervan uit dat haar man zou werken en zij eventueel, zoals ze zelf zegt, een bijbaantje zou nemen. Maar ze ontdekt bij haarzelf ‘een enorme drive’ om te werken. Om die reden is ze zich via verschillende commissies in gaan zetten voor emancipatie. VH04 vertelt uitgebreid over haar loopbaan en promotieonderzoek. Een rode draad in haar carrière is het thema gezin en echtscheiding. Naar eigen zeggen is ze een relatief late feminist en zette ze zich in voor de vrouwenbeweging via de commissies waar ze inzat. Het interview gaat verder over spiritueel feminisme en de rol die astrologie speelt in haar werk en leven. Daarna vertelt ze over haar kinderen. Ze meent dat, als haar kinderen niet zo makkelijk waren geweest, ze nooit zoveel had kunnen doen in haar leven. Daarnaast hielp het ook dat er acht mensen in haar huis woonden die hielpen met de opvoeding. Verder bespreekt ze de gang van zaken omtrent haar echtscheiding, hoe dit voor haar was, en voor de kinderen. Ook vertelt ze kort over haar huidige relatie, die ze nu al vijfenvijftig jaar heeft. Vervolgens gaat het gesprek verder over haar werk op verschillende universiteiten en haar schrijfwerk. Ze schreef onder meer columns voor de Libelle. Het interview sluit af met het bekijken van foto’s uit de persoonlijke collectie van VH04.
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Samenvatting
- Oral History project Gesproken Monument Kinderdwangarbeid Meisjes Goede Herder
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- wetenschappelijke beroepen, hoogleraren, schrijvers, Nederlands, literatuurwetenschap, lesbische vrouwen, feminisme, vrouwenorganisaties, oral history
- Samenvatting
- VH02 werd geboren op 25 januari 1949 te Eindhoven. VH02 begint het interview met vertellen over haar ouders en grootouders. Haar ouders waren beiden onderwijzer en geloofden dat goed onderwijs een emanciperende werking heeft. Ze vertelt over haar middelbare schooltijd op het gymnasium. Ze omschrijft dit als een enorm leuke tijd waarin ze “wel wat gezelligheid kon gebruiken” omdat ze op haar 11e haar vader verloor aan hartfalen. VH02 noemt dit een zeer ingrijpende levensgebeurtenis en vertelt dat haar vader een aandachtige ouder was die haar constant aanmoedigde om te blijven leren. Het gezin van VH02 viel zwaar voor haar moeder en de rest van het gezin, zowel emotioneel als financieel. Als gevolg van het overlijden van vader was VHO02 gaan stotteren: ze vertelt uitgebreid hoe dit in de praktijk was en hoe ze hier uiteindelijk pas als volwassene vanaf kwam, door het doen van vele ademhalingsoefeningen. Ze meent dat het overwinnen van stotteren voor haar net zo belangrijk is geweest als het feminisme. Het interview gaat verder over hoe VH02 tijdens haar studententijd voor het eerst haar seksualiteit als lesbische vrouw kon verkennen. Ze vertelt over haar eerste grote liefde met wie ze een paar jaar samen was. Het gesprek gaat verder over hoe VH02 bij de feministische beweging betrokken raakte via haar linkse studentenvereniging ASVA. Ze meent dat de linkse beweging de bakermat van het feminisme was. Ze vertelt uitgebreid over haar tijd bij lesbische-feministische groep Paarse September en hoe zij zich afzetten tegen normatieve heteroseksualiteit die in andere feministische groepen niet betwist werd. Praatgroepen binnen Paarse September hielpen haar verder met haar lesbische identiteit verkennen. Het feminisme, zo is haar mening, is een monumentaal collectief proces geweest waarin vrouwen eindelijk echt konden ontdekken wat ze wilden met zichzelf en in hun leven. Het gesprek gaat verder over hoe VH02 behoefte had aan ander werk dan lesgeven en vervolgens essayist en schrijver werd voor o.a. het tijdschrift Lover. Ook promoveerde ze aan de Universiteit Utrecht op het onderwerp ‘Nederlandse dichteressen na WOII’. Naar eigen zeggen heeft haar werk genderstudies op de agenda gezet binnen de neerlandistiek. Ze vertelt verder over Mieke Bal die een belangrijke rol in haar academische leven speelde. Het gesprek gaat verder over genderstudies in Utrecht, waarbij VH02 reflecteert op de ontwikkeling van het vakgebied tot op heden en de plek die het inneemt binnen de universiteit. Ze vertelt verder over dat ze naast Utrecht ook in Wassenaar en Maastricht ging werken en de enorme drukte die daarmee gepaard ging. Hierna werd ze in Maastricht aangesteld als bijzonder hoogleraar genderstudies: VH02 vertelt over de fijne samenwerking met Mineke Bosch die hier universitair hoofddocent was. Samen zetten ze een onderwijsprogramma genderstudies op. VH02 vertelt uitgebreid over de moeilijkheden en hindernissen die dit met zich meebracht, maar ook de kostbare projecten die hier uit voortkwamen, zoals het Onderzoeksatelier dat vrouwen stimuleerde vaker geld aan te vragen voor al dan niet wetenschappelijke projecten. Uiteindelijk wordt VH02 hoofd van de onderzoeksafdeling Cultuurwetenschappen en ook in deze rol, zo vertelt ze, moest ze constant de rol en plek van genderstudies binnen de universiteit verdedigen. Ze omschrijft het als een ‘invechtstrijd’. Het interview gaat verder over de periode van de vrouwenbeweging, hetgeen volgens VH02 een enorme invloed op haar carrière heeft gehad. Ook reflecteert ze op het belang van inclusief feminisme. Klasse-ongelijkheid en alledaags racisme zijn volgens VH02 enorm grote problemen die vandaag de dag nog spelen. Het gesprek gaat verder over poëzie en muziek, en de rol dat dit speelt in VH02's leven. Ze doet dit o.a. in relatie met haar biografische boek over dichter M. Vasalis. Het interview sluit af met het bekijken van enkele foto’s uit VH02's collectie.
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- rooms-katholicisme, religieuze gemeenschappen, religieuze praktijken, moeder dochterrelatie, ouders kindrelatie, opvoeding, kindermishandeling, kinderarbeid, moederschap, Nederland, 20e eeuw, oral history, interview (vorm)
- Samenvatting
- DWRK01 wordt in 1931 geboren in Den Haag. Daar woont ze ook nog ten tijde van dit interview in 2019: ze is dan 87. DWRK01 groeit op als tweede in een katholiek gezin met zeven kinderen: een oudere broer, onder haar nog een broer en vijf zusjes. Zelf blijkt ze aanvankelijk deel van een tweeling te zijn, iets wat ze pas op latere leeftijd ontdekt. Haar vader (1905-1957) is schilder van beroep. Geïnterviewde noemt hem een sul, die niet tegen haar moeder op kan. Moeder wordt in het interview ‘oliebol’ genoemd, dit omdat ze de naam ‘moeder’ niet verdient. Thuis worden de kinderen verwaarloosd en mishandeld, zes van de zeven kinderen zullen vroegtijdig uit huis gaan. De broertjes en zusjes worden gescheiden ondergebracht. DWRK01 belandt vanaf haar achtste jaar in het Haagse Groenestein, een grote Rooms-Katholieke instelling, die is bedoeld voor kinderen die niet goed opgevoed kunnen worden door hun ouders. Er heerst een streng regime, waar religieuze rituelen, (lagere) school en werk de belangrijkste plaats innemen. Ruimte voor vriendschappen en warmte is er niet of nauwelijks, het is niet makkelijk om iemand in vertrouwen te nemen. Er is geen enkele privacy – de meisjes sliepen in een chambrette met halfopen gordijn. Als mishandeling noemt DWRK01 onder andere het gedwongen eten van zout en dat ze van de trap wordt gegooid. Gestraft wordt je bijvoorbeeld voor het omkijken in de kerk, of voor het praten met andere meisjes. Na haar verblijf in Groenestein – ze is dan dertien – gaat DWRK01 terug naar het ouderlijk huis, waar haar moeder haar meteen weer uit werken stuurt. Als DWRK01 zeventien is, wordt ze opnieuw in een instelling geplaatst, nu in Larenstein – een van de locaties van de Goede Herder – te Velp. Dit is zo geregeld door haar moeder en een ‘voogd’. Was er in Groenestein nog enig ‘contact’ met de buitenwereld – ze zag soms in de verte mensen lopen – in Larenstein is dat volstrekt ondenkbaar, de instelling ligt diep verborgen in een groot bos. Ook hier weer een dagindeling die wordt gedomineerd door religieuze rituelen, te beginnen om 5 uur ’s ochtends met het ochtendgebed – plat op je buik bidden – en heel hard werken. Het meeste werk is vooral van huishoudelijke aard, zoals wassen, persen, verstellen, schoonmaken en koken. Onderwijs wordt in Larenstein niet gegeven. DWRK01 ervaart deze instelling als een gevangenis. Ze zal er tot haar 21e verblijven. Dan krijgt ze de mogelijkheid om zes weken de ‘wereld’ te verkennen, om te zien of ze het aankan. Mocht dat mislukken, dan kan zij terug naar Larenstein, om als ‘oblaat’ in het klooster te blijven dienen. DWRK01 heeft haar kans genomen, vast van plan om nooit meer terug te keren. Eenmaal in de buitenwereld, krijgt DWRK01 een aardige vriendin, die haar koppelt aan de man waarmee ze in 1956 zou trouwen en vijf kinderen krijgt. Haar man, aanvankelijk vrachtwagenchauffeur, krijgt later zijn eigen garage. Hij overlijdt in 1998. Anderhalf jaar later zou ook een van haar zoons overlijden. DWRK01 geniet intens van het moederschap en kan haar kinderen wél geven wat zij zelf zo node gemist had: genegenheid. Het huwelijk, de kinderen, een sterke wil, maar ook het schrijven van dagboeken – dit doet ze vanaf 1960 – hebben haar geholpen om alsnog een goed leven op te bouwen. Achterom kijken wil ze niet.
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- strafrecht, advocaten, hoogleraren, moeders, cabaret, politieke partijen, feminisme, besturen, Nederland, oral history
- Samenvatting
- VH01 werd geboren op 21 augustus 1933, in Buitenzorg, voormalig Nederlands-Indië. Ze zegt mooie herinneringen te hebben aan het opgroeien in, naar eigen zeggen, ‘de rimboe’. Het interview begint met een vluchtige en globale bespreking van haar jeugd. Van haar achtste tot haar twaalfde jaar zit ze samen met haar ouders, twee oudere broers en jonger zusje in een Japans interneringskamp. Haar vader overleeft het kamp niet. Mede dankzij de oorlog heeft VH01 nooit op de lagere school gezeten. Na de bevrijding gaat het gezin in Nederland wonen en bezoekt VH01 het gymnasium, dat ze succesvol afrondt. Hoewel familie vindt dat ze een taal moet gaan studeren, kiest ze voor de studie Rechten in Leiden: een taalstudie vindt ze te meisjesachtig én het is een korte studie. Ze zegt echter dat ze verder weinig affiniteit had met rechten. Ze haalde tijdens haar studententijd vooral plezier uit deelname aan het toneelgezelschap van haar studentenvereniging. Tijdens haar studie is ze ruim een jaar overspannen. Ze meent dat dit ten gevolge van de oorlog is. Het gesprek gaat verder over de tijd na haar afstuderen. Haar eerste baan is als trainee bij Unilever waar zij één van twee vrouwen is, tussen vijfentwintig mannen. Ze voelt zich hier niet thuis en wordt zelfs regelmatig buitengesloten van vergaderingen. Wanneer ze de kans krijgt, stapt ze daarom over naar de advocatuur. Dit is mogelijk doordat ze naast haar werk toneel is blijven spelen in een gezelschap met veel advocaten. VH01 vertelt uitgebreid over haar sollicitaties en banen bij advocatenkantoren. Hierna gaat het gesprek verder over haar echtgenoot Rob en hoe het was om voor het eerst moeder te worden. Door haar moederschap kon ze niet meer in de advocatuur werken, die baan kon alleen fulltime vervuld worden. Op advies van de burgermeester van Voorschoten gaat ze daarom werken als docent Inleiding Recht, aan de Universiteit van Leiden. Vervolgens gaat het interview kort verder over haar herinneringen aan het interneringskamp Tjideng, waarvan haar voornaamste herinnering is dat ze met heel veel mensen in kleine huizen, en later in een bamboe-hut, moest leven. Het gesprek gaat verder over haar lidmaatschap van D66 en haar rol tijdens de beginjaren van de partij. Een belangrijke reden voor haar politieke engagement was dat ze zich door haar studie realiseerde dat het recht een politiek instrument was. Dit is ook, zo vertelt ze verder, waarom ze later promoveerde in Amsterdam: om het strafrecht socialer te maken. Clara Wichmann was hierbij een groot voorbeeld voor haar, zowel op het gebied van denken over het strafrecht als in haar feministisch denken. Dit is ook terug te vinden in haar hoogleraarschap, waar ze uitgebreid over vertelt. Ook vertelt ze over hoe ze werd afgewezen voor een promotieplek in Leiden, naar eigen zeggen omdat ze vrouw was. Later in het interview bespreekt ze over andere momenten in haar carrière waarop dit zich herhaalde. Het gesprek gaat verder over VH01s tijd bij het Sociaal Cultureel Planbureau, dat ze omschrijft als een avontuur en een fijne tijd. Maar ze miste ze wel het werken met studenten. Hierna vertelt ze hoe ze benoemd werd tot hoogleraar Andragologie bij de UvA, haar ervaringen als hoogleraar en de commissies die ze ernaast deed. Voor haar werk als voorzitter van STEO werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Tijdens haar hoogleraarschap en haar emeritaat heeft ze regelmatig aangedrongen bij universiteiten om meer vrouwelijke hoogleraren aan te nemen. Het interview sluit af met een bespreking van haar carrière als cabaretier en de rol van feminisme en de vrouwen uit haar leven hierin.
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- lesbische vrouwen, zwarte vrouwen, leidinggevende beroepen, hulpverlening, netwerken, besturen, Nederland, Suriname, 20e eeuw, 21e eeuw, oral history
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- lesbische vrouwen, fotografen, Nederland, oral history
- Samenvatting
- Oral history interview met LV01, geboren in 1939 te Apeldoorn. LV01 is het oudste kind in een gezin van twee meisjes. Haar vader werkt voor het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (PTT) en haar moeder is huisvrouw. LV01 groeit op in Epe, en heeft goede herinneringen aan haar jeugd. Haar familie verhuist rond haar twaalfde jaar naar Leeuwarden, waar ze moeilijk aansluiting kan vinden: ook het huwelijk van haar ouders verslechtert. Na de basisschool gaat LV01 naar de mulo en vanaf haar zestiende werkt ze bij het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf in Leeuwarden. Als ze ongeveer 19 jaar oud is verhuist LV01 naar Den Haag voor een baan als telefoniste bij de Nederlandse Christelijke Bond voor Overheidspersoneel (NCBO). In Den Haag trouwt ze en krijgt ze twee zoons, in 1965 en 1967. LV01 komt begin jaren zestig in Den Haag in aanraking met het feminisme via Man Vrouw Maatschappij (MVM). Ze begint op het kantoor van MVM in Den Haag te werken. Ze scheidt van haar man en raakt meer betrokken bij de vrouwenbeweging, met name in het Vrouwenhuis in Amsterdam. LV01 verhuist naar Amsterdam en komt terecht in de feministische woongroep Brood en Rozen. In het interview vertelt LV01 over haar kennismaking met het feminisme en haar eerste relaties met vrouwen. In 1979 begint LV01 met fotograferen. LV01 vertelt hoe ze voor het eerst met fotografie in aanraking komt en over haar eerste foto’s voor de Vrouwenkrant en de AVRO. Ze beschrijft hoe ze haarzelf heeft leren fotograferen, waarom ze graag mensen fotografeert en vertelt over haar roeping als documentaire fotograaf. LV01s doorbraak als fotograaf komt met het boek ‘Poseusus: Portraits of Women’, met tekst van Pamela Pattynama. LV01 wordt vaak gezien als fotograaf van de vrouwenbeweging: in het interview vertelt ze tot op welke hoogte zij zichzelf als zodanig beschouwd. LV01 vertelt over verschillende opdrachten, onder andere over het boek ‘Aan hartstocht geen gebrek: Handicap en lichaamsbeleving’, met tekst van Karin Spaink en haar meest recente boek ‘The Life of Women’ met tekst van Anja Meulenbelt. Aan de hand van haar eigen foto’s, en die van anderen, reflecteert ze op thema’s uit haar werk en haar eigen leven: identiteit, liefde, gezondheid en moederschap.
- Categorieën
- Film & Audio/Film & Audio
- Medewerker
- Stam, Dineke > Interviewer
- Thesaurusterm (NL)
- hoogleraren, wetenschappelijke beroepen, emancipatie, Nederland, oral history
- Samenvatting
- VH03 werd geboren op 18 februari 1941, in Utrecht. Ze is het middelste kind in een gezin met drie dochters. Het interview begint met een bespreking van VH03’ ouders, grootouders en haar jeugd. Naar eigen zeggen groeide ze op in een ‘vrij liberaal’ milieu en met een ’geëmancipeerde blik’. Ze meent daar in haar latere carrière van geprofiteerd te hebben. Ze vertelt dat haar opvoeding haar een kritische blik op autoriteit heeft gegeven. Haar moeder en grootmoeder, waren haar grote voorbeelden hiervoor. Vervolgens vertelt VH03 over haar middelbare schooltijd op het gymnasium, waar haar favoriete vakken Latijn en Grieks zijn. Na lang twijfelen besluit ze sociologie te gaan studeren. VH03 vertelt uitgebreid over haar studie: zo meent ze dat de discussies over samenlevings- en politieke vraagstukken, en emancipatiekwesties ervoor zorgden dat ze haar studie volhield. Het gesprek gaat verder over hoe ze haar studententijd heeft ervaren en de verschillende activiteiten die ze naast haar studie ondernam. Ze was o.a. lid van studentenvereniging UVSV (Utrechtsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging) en Utrechts studentenkoor en -orkest, USKO. Kort komt ook Man Vrouw Maatschappij (MVM) aan bod. Haar kandidaatsscriptie schrijft ze over vrouwemancipatie. Ook vertelt ze over hoe een stage bij Kerk en Wereld haar heeft gevormd. Verschillende, in haar woorden ‘onconventionele’, vrouwen van deze organisatie hebben een belangrijke rol in haar leven gespeeld. VH03 bespreekt hoe zij na haar studie, tijdens haar huwelijk met partner Jaap, en na het krijgen van twee kinderen kon blijven werken doordat ze een vaste oppas had, en (schoon)ouders die regelmatig hielpen. Ze vertelt over de moeilijkheden van het vinden van een baan vanwege de verwachting van potentiële werkgevers dat ze, in geval van het krijgen van kinderen, zou stoppen met werken. Uiteindelijk kan ze gaan werken bij de Vakgroep Sociologie bij de Universiteit Utrecht. Werken bij een universiteit is een rode draad in haar carrière. Het gesprek gaat verder over welke aanpassingen zij en Jaap moesten doen om te kunnen blijven werken met kinderen. Naast haar werk aan de universiteit heeft VH03 in een veelvoud van besturen plaats genomen, zoals het Protestants Sociaal Centrum: hier vertelt zij meer over. Ook deelt ze uitgebreid haar ervaringen als hoogleraar in verschillende leerstoelen: o.a. in Wageningen, Utrecht en Amsterdam. Eén van de moeilijkheden die ze tijdens haar werk ondervond, was dat men in haar vakgebied moeite had met haar idee dat ongelijke man-vrouwverhoudingen vielen onder sociale ongelijkheid. Ook vertelt ze over hoe ze naast het hoogleraarschap, bestuurswerk en (overheids)commissiewerk, o.a. TECENA, een onderzoeks- en adviesbureau ‘VanDoorneHuikses en Partners’ oprichtte, en al het geregel en de drukte die hierbij kwam kijken. Hiernaast heeft VH03 een tal van publicaties geschreven. VH03 gaat inhoudelijk in op haar laatste co-publicatie over emancipatiebeleid in Nederland. Ze reflecteert op de keuzes die ze heeft gemaakt in haar carrière: naast wetenschappelijk werk heeft ze altijd behoefte gehad om ook functies te bekleden die directe veranderingen op het gebied van beleid teweeg brachten. Vandaar, zo meent ze, dat ze nooit tot de wetenschappelijke top is doorgedrongen. Het interview gaat kort verder over haar kinderen en de opvoeding. Ook vrienden, de dood en het leven in het algemeen worden besproken. Ze geeft aan geleerd te hebben zich niet teveel druk meer te maken om de kleine dingen. Het interview sluit af met het bekijken van enkele foto’s uit VH03’ jeugd.